...

Het Staatsblad van 4 februari maakt het KB van 6 januari 2025 bekend 'tot wijziging van de datum van inwerkingtreding van het KB van 14 april 2024 tot vaststelling van de klinische activiteiten en medische handelingen die de verpleegkundig specialist kan uitoefenen en de voorwaarden waaronder de verpleegkundig specialist deze kan uitoefenen'. Dat KB (bekend gemaakt in het Staatsblad van 26 april 2024) is krachtens artikel 5 al in werking getreden op 1 januari 2025. Bevoegdheid van de verpleegkundig specialistArtikel 1, § 1 van het KB van 26 april 2024 bepaalt dat de verpleegkundig specialist, binnen de zorgcontext of het specialisatiedomein waarin hij actief is, de volgende klinische activiteiten en/of medische handelingen mag uitoefenen in het kader van de opvolging van een patiënt, en dit met inachtneming van bij dit besluit gestelde beperkingen:Uitstel tot 1 januari 2026 Artikel 1 van het KB van 6 januari 2025 bepaalt dat voor wat betreft het voorschrijven van geneesmiddelen en gezondheidsproducten en het opstellen van medische attesten, het KB van 14 april 2024 pas in werking treedt op 1 januari 2026. Daartoe heeft het KB van 6 januari 2025 zelf reeds uitwerking met ingang van 31 december 2024 (artikel 2). Dit uitstel wordt in de overwegingen die voorafgaan aan het KB als volgt toegelicht: 'om de aanpassing mogelijk te maken van de administratieve instrumenten die nodig zijn voor de uitvoering van deze nieuwe medische bevoegdheden, en met name met betrekking tot de terugbetaling van handelingen en geneesmiddelen, en dus de betrokken beoefenaars de administratieve middelen ter beschikking te stellen om hun bevoegdheden volledig en correct uit te oefenen; dat het risico dus bestaat dat bij de betrokken beoefenaars de verkeerde verwachting wordt gecreëerd dat ze vanaf 1 januari 2025 aan de slag kunnen gaan met deze nieuwe bevoegdheden en dat alzo rechtsonzekerheid ontstaat'