...

Het Staatsblad van 11 september maakt het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2024 "tot wijziging van diverse besluiten inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden" bekend. Een van die gewijzigde besluiten is het BVR van 18 juni 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de door het agentschap Opgroeien erkende voorzieningen en vergunde diensten. Aan het toepassingsgebied van dat BVR worden nu de vertrouwenscentra kindermishandeling toegevoegd. Daarmee worden bedoeld: de door de Vlaamse overheid erkende vertrouwenscentra kindermishandeling zoals vermeld in het BVR van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie.SubsidievoorwaardenEen vertrouwenscentrum kindermishandeling komt in aanmerking voor een investeringssubsidie als de infrastructuur voldoet aan al de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen:1° de lokalen voor de ontvangst zijn volledig gescheiden van de lokalen waar de hulp- en dienstverlening plaatsvindt;2° de lokalen zijn aangepast aan de hulp- en dienstverleningsdoeleinden en de lokalen waar de ontvangst en de hulp- en dienstverlening plaatsvinden of waar de opvang gebeurt, zijn voldoende geïsoleerd tegen het geluid;3° de basisinfrastructuur van een vertrouwenscentrum kindermishandeling bestaat ten minste uit de volgende lokalen, waarbij de opgegeven nettovloeroppervlakten minima zijn:a) voor de secretariaatsfunctie:1) een administratieve ruimte en ontvangstruimte van 20 m2;2) een archief- en bergruimte van samen 10 m2;b) voor de hulpverleningsfunctie:1) twee gescheiden wachtruimtes van samen 20 m2;2) een multifunctionele ruimte van 25 m2 die opdeelbaar is in functie van de behoeften van de voorziening;3) een gespreksruimte van 16 m2;4) een spelruimte voor jonge kinderen van 20 m2;5) een consultatieruimte van 16 m2, met een vaste wastafel;6) een sanitaire ruimte van 10 m2, met gescheiden toilet voor mannen en vrouwen en met een verluierruimte voor ouders met jonge kinderen, en met minstens één rolstoeltoegankelijk toilet (Artikel 2/1 BVR 12 juni 2010).Een vertrouwenscentrum kindermishandeling kan een investeringssubsidie krijgen voor video-opnameapparatuur, die wordt beschouwd als noodzakelijke uitrusting, die afzonderlijk en in het bijzonder moet worden aangeschaft.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de noodzakelijke meubilering en uitrusting, die afzonderlijk en in het bijzonder moeten worden aangeschaft, bedraagt 60% van de goedgekeurde raming. Als dat nodig is, wordt het voormelde basisbedrag verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie wordt onmiddellijk terugbetaald (Artikel 2/3 BVR 12 juni 2010).