Dat schrijft Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, in een nota over het ontwerp van kwaliteitsdecreet dat de Vlaamse regering eerder dit jaar goedkeurde.

Weldra staat het decreet op de agenda van het Vlaams parlement. Daar wordt het eerst besproken in de commissie welzijn, volksgezondheid, gezin en armoedebestrijding. Het decreet komt er in navolging van het Vlaams regeerakkoord. Dat voorzag in een herwerking van het huidige kwaliteitsdecreet uit 2003.

Framing

De Voka-nota spaart de roede niet. Zorginspectie, zo vindt de werkgeversorganisatie, is inderdaad een overheidsopdracht, los van wat voorzieningen zelf al doen. "Maar dat de overheid niet stil staat bij de mogelijke negatieve gevolgen van haar zeer reactieve/defensieve houding is wel zeer nefast voor de zorgsector," zo luidt het. "Vandaag geldt dat in het bijzonder voor de ouderenzorg/kinderopvang. Eerder was dat ook al het geval voor onder andere de gehandicapten- en jeugdzorg." Volgens Voka doet de zorginspectie zo een negatieve beeldvorming en framing van de sector ontstaan. "Dat," aldus de organisatie "maakt het nog moeilijker, zoniet onmogelijk, om mensen te laten instromen in zorgopleidingen en om personeel aan te trekken."

De reden is dat de zorginspectie instellingen louter 'zwart-wit' beoordeelt. "Als bijvoorbeeld één op tien gecontroleerde patiëntendossiers niet in orde is, leidt dit tot een 'tekort/niet conform'", zo luidt het. Verder zorgt het volgens Voka voor veel frustratie dat zorginstellingen en medewerkers bij de publicatie van de inspectieverslagen niet de mogelijkheid hebben om te reageren.

Carte blanche

En de organisatie heeft nog meer kritiek. Ze vindt 'kwaliteit' een 'strategisch beleidspunt' en begrijpt dus niet dat de regering kiest voor een "eerder vaag kaderdecreet". Dat impliceert immers dat de huidige en toekomstige Vlaamse regeringen het decreet zonder inspraak op eigen houtje verder kunnen invullen. Ook mist de organisatie een expliciete verwijzing naar doelstellingen.

Artsen

Het decreet voorziet in de oprichting van een nieuw orgaan voor het 'belanghebbendenoverleg'. Nogmaals een nieuwe raad dus. "Opmerkelijk," aldus Voka want er bestaan al heel wat Vlaamse en federale adviesorganen "met een zeer gelijkaardige samenstelling en doelstelling."

Daarom pleit men ervoor de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin als het orgaan voor belanghebbendenoverleg te hanteren (nvdr hierin zetelen onder meer vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, ziekenfondsen, voorzieningen enz.).

"Essentieel hierbij is de rol en participatie van de artsen, zeker deze die via eigen rechtspersonen en associaties/maatschappen aan de slag zijn. Dit valt echter niet evident af te dwingen," aldus nog Voka.

Data

Qua dataverzameling mist de organisatie "automatische, intermittente dataverzameling om de gekende werk- en registratielasten te laten dalen en de snelheid van feedback te verhogen." Voor de werkgeversorganisatie moet het kwaliteitsdecreet ervoor zorgen dat de registratielast niet wordt afgeschoven op voorzieningen en medewerkers. Dat is echter niet het geval.

Proeftuinen

Innovatie tot slot werkt het decreet uit via proeftuinen waar vernieuwende ideeën kunnen uitgeprobeerd worden. Dat is voor Voka geen probleem maar de organisatie mist wel een evaluatie en uitwerking op langere termijn. "Hierdoor kantelen vele proefprojecten -die toch tijd en middelen vergen- niet persé in een lange termijnkader in.

Dat schrijft Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, in een nota over het ontwerp van kwaliteitsdecreet dat de Vlaamse regering eerder dit jaar goedkeurde. Weldra staat het decreet op de agenda van het Vlaams parlement. Daar wordt het eerst besproken in de commissie welzijn, volksgezondheid, gezin en armoedebestrijding. Het decreet komt er in navolging van het Vlaams regeerakkoord. Dat voorzag in een herwerking van het huidige kwaliteitsdecreet uit 2003.De Voka-nota spaart de roede niet. Zorginspectie, zo vindt de werkgeversorganisatie, is inderdaad een overheidsopdracht, los van wat voorzieningen zelf al doen. "Maar dat de overheid niet stil staat bij de mogelijke negatieve gevolgen van haar zeer reactieve/defensieve houding is wel zeer nefast voor de zorgsector," zo luidt het. "Vandaag geldt dat in het bijzonder voor de ouderenzorg/kinderopvang. Eerder was dat ook al het geval voor onder andere de gehandicapten- en jeugdzorg." Volgens Voka doet de zorginspectie zo een negatieve beeldvorming en framing van de sector ontstaan. "Dat," aldus de organisatie "maakt het nog moeilijker, zoniet onmogelijk, om mensen te laten instromen in zorgopleidingen en om personeel aan te trekken." De reden is dat de zorginspectie instellingen louter 'zwart-wit' beoordeelt. "Als bijvoorbeeld één op tien gecontroleerde patiëntendossiers niet in orde is, leidt dit tot een 'tekort/niet conform'", zo luidt het. Verder zorgt het volgens Voka voor veel frustratie dat zorginstellingen en medewerkers bij de publicatie van de inspectieverslagen niet de mogelijkheid hebben om te reageren. En de organisatie heeft nog meer kritiek. Ze vindt 'kwaliteit' een 'strategisch beleidspunt' en begrijpt dus niet dat de regering kiest voor een "eerder vaag kaderdecreet". Dat impliceert immers dat de huidige en toekomstige Vlaamse regeringen het decreet zonder inspraak op eigen houtje verder kunnen invullen. Ook mist de organisatie een expliciete verwijzing naar doelstellingen. Het decreet voorziet in de oprichting van een nieuw orgaan voor het 'belanghebbendenoverleg'. Nogmaals een nieuwe raad dus. "Opmerkelijk," aldus Voka want er bestaan al heel wat Vlaamse en federale adviesorganen "met een zeer gelijkaardige samenstelling en doelstelling." Daarom pleit men ervoor de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin als het orgaan voor belanghebbendenoverleg te hanteren (nvdr hierin zetelen onder meer vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, ziekenfondsen, voorzieningen enz.)."Essentieel hierbij is de rol en participatie van de artsen, zeker deze die via eigen rechtspersonen en associaties/maatschappen aan de slag zijn. Dit valt echter niet evident af te dwingen," aldus nog Voka.Qua dataverzameling mist de organisatie "automatische, intermittente dataverzameling om de gekende werk- en registratielasten te laten dalen en de snelheid van feedback te verhogen." Voor de werkgeversorganisatie moet het kwaliteitsdecreet ervoor zorgen dat de registratielast niet wordt afgeschoven op voorzieningen en medewerkers. Dat is echter niet het geval.Innovatie tot slot werkt het decreet uit via proeftuinen waar vernieuwende ideeën kunnen uitgeprobeerd worden. Dat is voor Voka geen probleem maar de organisatie mist wel een evaluatie en uitwerking op langere termijn. "Hierdoor kantelen vele proefprojecten -die toch tijd en middelen vergen- niet persé in een lange termijnkader in.