...

Vorsers van de universiteit van Glasgow onderzochten een groot aantal voormalige professionele voetbalspelers. Ze wierpen nieuw licht op de lange- termijneffecten van koppen. Van de elf spelers van de Engelse ploeg die in 1966 het wereldkampioenschap voetbal won, hebben er naar alle waarschijnlijk vijf dementie gekregen. Er is veel onderzoek beschikbaar over het verband tussen hoofdtrauma bij sport en neurodegeneratieve aan- doeningen. In 1928 al sprak men van het ' punch drunk syndrome' bij boksers die aan het einde van hun loopbaan aan chronische traumatische encefalopathie leden. Het beoefenen van contact- sporten op professioneel niveau staat bekend als een risicofactor voor neurodegeneratieve aandoeningen, maar de link tussen het verhoogde risico en hoofdtrauma's is lang onduidelijk gebleven. In 2019 vond de FIELD-studie ( Football's InfluencE on Lifelong health and Dementia risk) plaats in opdracht van de Engelse voetbalfederatie. Ze verscheen in New England Journal of Medicine. Hoofdonderzoeker prof. William Stewart van de universiteit van Glasgow toonde destijds duidelijk aan dat voormalige professionele voetballers in vergelijking met de achtergrondpopulatie drie en een halve keer meer risico hebben om een neurodegeneratieve aandoening op te lopen, zoals de ziekte van Parkinson of Alzheimer. De studie onthulde echter niet de oorzaak van dit statistische verschil. Het kon net zo goed te wijten zijn aan herhaalde klappen op de schedel als aan de specifieke levenswijze van de spelers - of aan nog andere factoren. De nieuwe studie van prof. Stewart biedt nu wél een verklaring voor het verhoogde risico. Koppen ligt ervan aan de oorsprong. In een populatie van 7.676 voor- malige professionele voetballers repertorieert de studie in JAMA Neurology hospitalisatiegegevens, medische voorschriften en doodsoorzaak. De controlegroep bestaat uit 23.028 personen uit de algemene bevolking, met een vergelijkbare leeftijd en socio-economische status.De resultaten wijzen uit dat het risico bij voetballers om een neurodegeneratieve aandoening te ontwikkelen verband houdt met de positie die ze op het veld innemen. Belangrijk is of ze al dan niet de bal wegkoppen. Keepers hebben geen verhoogd risico ten opzichte van de algemene bevolking, maar andere spelers zijn viermaal meer blootgesteld. Bij verdedigers neemt het risico zelfs toe met een factor vijf. Keepers geven maar zelden kopstoten en lopen daardoor minder hoofdtrauma's op. Ook de duur van de loopbaan blijkt een risicofactor te zijn: wie lang meedraait, heeft vaker dementie. Hoewel verder onderzoek nodig is om de rol van koppen bij het optreden van neurodegeneratieve aandoeningen te bevestigen, achten de auteurs van de studie het nu al nodig om ingrijpende voorzorgen te nemen. In eerste instantie is het raadzaam bij iedere voetbal die men verkoopt, een nota te voegen die waarschuwt voor de gevaren van het koppen. De resultaten van deze studie zullen de voetbalwereld mogelijk heel wat hoofdbrekens bezorgen. Prof. Adrian Ivanoiu, diensthoofd neurologie aan de Cliniques universitaires Saint-Luc verschaft tekst en uitleg. Hebt u in uw praktijk zelf al een verband kunnen vaststellen tussen professioneel voetbal en dementie?Prof. Ivanoiu: "Neen. Een dergelijk verband kan men in de gewone kli- nische praktijk niet aantonen. Er zijn daarvoor epidemiologische studies nodig met een groot aantal deelnemers (meer dan 7.000 in de hogergenoemde studie) en met een lange follow-up (in dit geval meer dan 10 jaar)." Denkt u dat koppen voor profes- sionele voetballers echt het risico verhoogt om te overlijden aan een neurodegeneratieve aandoening?Ja. We wisten al langer dat herhaalde klappen op het hoofd dementie kunnen uitlokken. Het meest sprekende voorbeeld daarvan is wat we bij voormalige boksers zien. In de jaren '60 bestonden er nog geen maatregelen om de ge- volgen van klappen op het hoofd te beperken. Studies toonden destijds aan dat 20% van de voormalige boksers op latere leeftijd één of andere vorm van dementie ontwikkelde. De jongste 20 jaar tonen verschillende studies bovendien aan dat het risico om meer algemeen een neuro- degeneratieve aandoening te krijgen (ziekte van Alzheimer, ziekte van Parkinson, amyotrofe lateraalsclerose) verhoogd is bij contactsporters zoals voetballers, terwijl het niet toeneemt bij andere sporten, ongeacht of die in team worden gespeeld (basket, volleybal) of ook niet (wielrennen). Het stond echter niet helemaal vast dat hoofdtrauma's dat verhoogde risico uitlokten. Sommige onderzoekers dachten in de richting van substanties die worden gebruikt bij het onderhoud van het voetbalveld, of aan psychosociale factoren. De studie die zopas in het prestigieuze blad JAMA is gepubliceerd, bevestigt op overtuigende wijze dat herhaalde klappen op het hoofd wel degelijk aan de basis liggen van het verhoogde risico op neurodegeneratieve processen. Onder de voetballers zijn immers de verdedigers het meest blootgesteld, omdat zij vaker de bal wegkoppen. Keepers hebben ten opzichte van de algemene bevolking geen verhoogd risico. De aanvallers hebben een intermediair risico, dat hoger ligt dan dat van niet-voetballers. Bovendien neemt het risico toe met de duur van de loopbaan, wat represen- tatief is voor een groter aantal hoofdtrauma's over een langere tijdsduur. Denkt u dat men anders moet gaan voetballen?In ieder geval moet de bevolking op het bestaande risico geattendeerd worden, nu het duidelijk aangetoond is. Het is trouwens waarschijnlijk dat zelfs amateurvoetbal een risico inhoudt. Die overweging is des te belangrijker bij kinderen, bij wie de hersenen nog immatuur zijn. Uiteraard verklaren hoofdtrauma's niet alle gevallen van de ziekte van Alzheimer. De grote meerderheid van de patiënten die raad- plegen hebben nooit een contactsport bedreven. Andersom kreeg slechts 5% van de voetballers in de JAMA-studie dementie. Maar dat cijfer betekent wel dat één van de 20 voormalige voetballers gevaar loopt. Dat is niet verwaarloosbaar. De UEFA heeft richtlijnen uitgevaardigd voor koppen bij junioren, maar heeft het niet verboden. Zou het niet coherenter zijn koppen helemaal te verbieden bij jongere spelers, die zich ongetwijfeld niet bewust zijn van de gevaren waaraan ze hun lichaam blootstellen? De Engelse, Schotse en Ierse federaties hebben wel al beslist op koppen te verbieden tijdens de training bij kinderen jonger dan 12 jaar.Ik denk inderdaad dat we die richting uitgaan. Veranderingen stellen zich maar langzaam in, om een hele reeks redenen die we kunnen begrijpen. Maar zodra ouders erachter komen dat hun kinderen een risico lopen bij het voetballen, moet er noodzakelijk naar oplossingen worden gezocht. Mogelijke oplossingen zijn van technologische aard: men kan de structuur van de bal zodanig aanpassen dat de overdracht van kinetische energie op het ogenblik van de impact zwakker wordt.