...

Het hoofdstuk 'harmonisering sociaal statuut' is een van de uitgebreidste van deze potpourriwet. Meer zorgberoepen krijgen toegang tot het systeem van een sociaal statuut wanneer ze zich houden aan de afgesproken tarieven, dankzij het meer 'generiek' maken van de wet. Ook voor artsen houdt de regeling enkele nieuwigheden in. De wet maakt het mogelijk dat artsen die al met pensioen zijn maar toch actief hun beroep blijven uitoefenen, een ander voordeel voor een gelijk bedrag kunnen krijgen.Ook artsen die werken in de context van de verplichte ziekteverzekering maar die zelf geen prestaties rekenen, behouden onder bepaalde voorwaarden wel hun recht op een sociaal statuut. StraffenDe wet sluit ook een aantal artsen uit van het sociaal statuut. Artsen die hun erkenning kwijtspelen of die een verbod hebben gekregen het beroep nog uit te oefenen, bijvoorbeeld.De wet maakt het makkelijker maatregelen te treffen tegen artsen die misbruik maken van de derdebetalersregeling. Een verbod om de derdebetalersregeling toe te passen van minimum vijf dagen tot maximum twee jaar wordt één van de mogelijke straffen die de Kamers van de administratieve rechtbank binnen de DGEC kunnen opleggen.Ook de leidend ambtenaar van de DGEC krijgt onder bepaalde voorwaarden de bevoegdheid om het recht op het gebruik van de derdebetalersregeling tot 12 maanden te schorsen.De wet maakt het ook mogelijk bedragen terug te vorderen van artsen die tijdelijk of definitief het beroep niet mogen uitoefenen maar die toch prestaties aanrekenen via de derdebetalersregeling.ElektronischHet raakte intussen bekend dat de verplichting om geneesmiddelen elektronisch voor te schrijven pas zal ingaan op 1 januari 2020. Maar voordat de minister deze verplichting kan opleggen, moet ze van de wetgever eerst die bevoegdheid krijgen - die had ze blijkbaar nog niet.Deze wet diverse bepalingen vult in ieder geval deze lacune. De minister kan ook de uitzonderingen op deze verplichting vastleggen. En ze mag het gebruik van één authentieke bron van geneesmiddelen opleggen voor het goede verloop van de procedure.De wet geeft de minister daarnaast de bevoegheid het eAttest verplicht te maken. De regeling wordt dezelfde als voor eFact. Het Verzekeringscomité legt voor iedere categorie van zorgverleners de elektronische procedure vast. Twee jaar nadat de Koning deze werkwijze voor de betrokken zorgverleners dan toepasbaar maakt, wordt het gebruik van het eAttest automatisch verplicht.De Koning, de minister dus, kan ook bepalen wie nog een tijdelijke uitzondering kan krijgen.Verder kunnen vanaf 1 januari 2019 getuigschriften alleen nog on-line worden besteld.Andere zorgverlenersEen wettelijke regeling wordt ingebouwd voor het toekennen van een kwaliteitspremie aan zorgverleners. In eerste instantie komt die regeling beschikbaar voor kinesitherapeuten, die zelf daarvoor wel het budget binnen hun begroting moeten vinden.Voor tandartsen versoepelt de wetgever de regels op de informatie die ze mogen geven over hun praktijk - dat naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Voor apothekers komen er een aantal maatregelen. Er komt een vergoeding voor 'farmaceutische zorg". De automatische retributie bij het overschrijden van de 'globale vergoeding' wordt geschrapt. Maar de overeenkomstencommissie moet bij een overschrijding wel compenserende maatregelen uitwerken.Een aanzet wordt gegeven voor de hervorming van de wet op de spreiding van de apotheken. Wat de niet-conventionele praktijken betreft, kan niet de minister maar moet de wetgever beslissen of ze de deur op een kier zet naar andere praktijken buiten de vier uit de oorspronkelijke wet.OpvallendNog enkele opvallende bepalingen: Er zijn nog meer hoofdstukken over medische hulpmiddelen, het FAGG, het college klinische proeven, de maximumfactuur, de wetgeving op tabaksreclame (kleinere boetes voor kleinere handelszaken), de wet op verdovende middelen, de administratiekosten van ziekenfondsen