Ik vertrek op vakantie en ik neem mee... niet mijn laptop, niet mijn werk. "Maar bel mij toch maar als het slecht gaat met patiënt X..."
Het maken van mijn valies (binnen de strikte regels van de luchtvaartmaatschappij), het inchecken voor mijn vlucht (waar staan die gegevens ook alweer?), het checken van plaatselijke coronamaatregelen (terwijl ik maskers en handgel in mijn herinneringen zet), het afstemmen met mijn reisgezelschap (je kent het wel, de 54 berichten achterstand in een zeer enthousiaste Whatsapp -groep) zijn peanuts in vergelijking met de voorbereidingen op het werk.
Een bevriende psychiater vertelde me: "Ik heb getwijfeld, maar nu heb ik écht wel te veel stress om vakantie te nemen." Ze verklaarde: "Als je onze feestdagen respecteert, heb je net 1 mei, Hemelvaart en Pinksteren - in tijden van covid-19 - achter de kiezen. Op die dagen ben je dan wel chill in je bubbel, maar tezelfdertijd moet je in die korte weken het afdelingswerk van een volle week verzetten."
Ik hoor u denken: bij een langer verlof is dat probleem toch opgelost? Klopt. Deels. Want net zoals veel mensen hun huis gekuist willen hebben voor ze op reis vertrekken, wil ik graag mijn werk op orde hebben voor vertrek: hét grote inhaalmanoeuvre brieven schrijven, lange mails afwerken die zijn blijven liggen, agenda, boekhouding, ... En er zijn toch ook nog enkele patiënten die ik best net voor en na mijn verlof op consultatie zie. Twee weken verlof betekent voor hen een kleine maand hun psychiater niet zien.
Ik bel mijn collega voor de overdracht van mijn opgenomen patiënten:
Ik: "Goeiemorgen, alles goed? Hoe was je verlof?"
Zij: "Super, echt genoten van de rust! Hier is het precies erg druk."
Ik: "Blij dat je genoten hebt. Ik hoop dat je toch nog even van dat gevoel kan nagenieten. Ik bel je om overdracht te doen van mijn patiënten..."
Schuld overvalt me. Ik bedenk me dat een studie ooit aantoonde dat de meeste mensen hun vakantiegevoel na vijf werkdagen kwijt zijn. Ik hoop dat ze het toch vijf dagen kan vasthouden...
***
Vrijdagavond, eindelijk verlof! De zaterdag staat nog even in teken van het afwerken van mijn 'taken', maar ook dat voelt eerder als rust. Of beter, rust creëren. Zondagmiddag, Skypero met mijn reisgezelschap. "Deze keer ga ik echt 100% uitloggen van mijn werk." Gezamenlijk gelach en een pact over een verbod op laptop volgen snel. Gelijk hebben ze.
Ik hoor het mezelf quasi dagelijks zeggen tegen mijn patiënten. "Stress is niet goed" (volgende week maak ik daar zelf werk van), "neem tijd voor jezelf" (terwijl ik net mijn middagpauze heb opgeofferd aan een dringend consult), "vertraag" (pleit diegene die van afdeling naar afdeling loopt), "doe de dingen mindfull" (waarna ik telefoon krijg en ondertussen voorschriften aan het maken ben voor de patiënt die op ontslag vertrekt) "zoek een goede werk/privébalans" (bedenk ik mezelf ook na de zoveelste enthousiaste cursus) en "als je verlof neemt, neem dan even volledig afstand van je werk" (cfr. deze column, oogrollende emoticon).
Beangstigend dat gewoon blijven werken soms minder stresserend lijkt dan verlof
Ik denk bij mezelf: misschien zijn het beginnersfouten, die ik al euh... zeven jaar maak. Confronterend. Hoe moeilijk kan het zijn om uit te loggen van je job? De verantwoordelijkheid voor onze patiënten en het hard werken, lijkt in ons DNA te zitten. Of is het de identiteit en de trots voor onze job die ons zo ver van onszelf drijft? Beangstigend dat gewoon blijven werken soms minder stresserend lijkt dan verlof.
Lap. Mijn eerste verlofdag heb ik besteed aan een taak voor een extra opleiding. Het is dinsdag 30 juni wanneer ik deze column afwerk; mijn tweede échte verlofdag. Nu gaat de laptop écht toe. Wanneer deze column verschijnt, ben ik op vakantie. Vallen Twitter en Artsenkrant onder werk? Oh, sh**! Ik vergat nog mijn out of office in te stellen. Nog even mijn werkmail checken dus.
Het maken van mijn valies (binnen de strikte regels van de luchtvaartmaatschappij), het inchecken voor mijn vlucht (waar staan die gegevens ook alweer?), het checken van plaatselijke coronamaatregelen (terwijl ik maskers en handgel in mijn herinneringen zet), het afstemmen met mijn reisgezelschap (je kent het wel, de 54 berichten achterstand in een zeer enthousiaste Whatsapp -groep) zijn peanuts in vergelijking met de voorbereidingen op het werk. Een bevriende psychiater vertelde me: "Ik heb getwijfeld, maar nu heb ik écht wel te veel stress om vakantie te nemen." Ze verklaarde: "Als je onze feestdagen respecteert, heb je net 1 mei, Hemelvaart en Pinksteren - in tijden van covid-19 - achter de kiezen. Op die dagen ben je dan wel chill in je bubbel, maar tezelfdertijd moet je in die korte weken het afdelingswerk van een volle week verzetten." Ik hoor u denken: bij een langer verlof is dat probleem toch opgelost? Klopt. Deels. Want net zoals veel mensen hun huis gekuist willen hebben voor ze op reis vertrekken, wil ik graag mijn werk op orde hebben voor vertrek: hét grote inhaalmanoeuvre brieven schrijven, lange mails afwerken die zijn blijven liggen, agenda, boekhouding, ... En er zijn toch ook nog enkele patiënten die ik best net voor en na mijn verlof op consultatie zie. Twee weken verlof betekent voor hen een kleine maand hun psychiater niet zien. Ik bel mijn collega voor de overdracht van mijn opgenomen patiënten: Ik: "Goeiemorgen, alles goed? Hoe was je verlof?" Zij: "Super, echt genoten van de rust! Hier is het precies erg druk." Ik: "Blij dat je genoten hebt. Ik hoop dat je toch nog even van dat gevoel kan nagenieten. Ik bel je om overdracht te doen van mijn patiënten..." Schuld overvalt me. Ik bedenk me dat een studie ooit aantoonde dat de meeste mensen hun vakantiegevoel na vijf werkdagen kwijt zijn. Ik hoop dat ze het toch vijf dagen kan vasthouden...*** Vrijdagavond, eindelijk verlof! De zaterdag staat nog even in teken van het afwerken van mijn 'taken', maar ook dat voelt eerder als rust. Of beter, rust creëren. Zondagmiddag, Skypero met mijn reisgezelschap. "Deze keer ga ik echt 100% uitloggen van mijn werk." Gezamenlijk gelach en een pact over een verbod op laptop volgen snel. Gelijk hebben ze. Ik hoor het mezelf quasi dagelijks zeggen tegen mijn patiënten. "Stress is niet goed" (volgende week maak ik daar zelf werk van), "neem tijd voor jezelf" (terwijl ik net mijn middagpauze heb opgeofferd aan een dringend consult), "vertraag" (pleit diegene die van afdeling naar afdeling loopt), "doe de dingen mindfull" (waarna ik telefoon krijg en ondertussen voorschriften aan het maken ben voor de patiënt die op ontslag vertrekt) "zoek een goede werk/privébalans" (bedenk ik mezelf ook na de zoveelste enthousiaste cursus) en "als je verlof neemt, neem dan even volledig afstand van je werk" (cfr. deze column, oogrollende emoticon). Ik denk bij mezelf: misschien zijn het beginnersfouten, die ik al euh... zeven jaar maak. Confronterend. Hoe moeilijk kan het zijn om uit te loggen van je job? De verantwoordelijkheid voor onze patiënten en het hard werken, lijkt in ons DNA te zitten. Of is het de identiteit en de trots voor onze job die ons zo ver van onszelf drijft? Beangstigend dat gewoon blijven werken soms minder stresserend lijkt dan verlof. Lap. Mijn eerste verlofdag heb ik besteed aan een taak voor een extra opleiding. Het is dinsdag 30 juni wanneer ik deze column afwerk; mijn tweede échte verlofdag. Nu gaat de laptop écht toe. Wanneer deze column verschijnt, ben ik op vakantie. Vallen Twitter en Artsenkrant onder werk? Oh, sh**! Ik vergat nog mijn out of office in te stellen. Nog even mijn werkmail checken dus.