Hoera! 1723 studenten kunnen starten in de opleiding Geneeskunde. De andere 3091 kunnen na een jaartje in een tweedekeuzerichting nog eens hun kans wagen: niet geschoten is altijd mis. En voor 62 euro kan je niet sukkelen, zolang je even de financiële implicaties vergeet van het jaartje in de dure wachtkamer van de universiteit. Zij komen weer beter beslagen in de herkansing wat de kansen van de prille middelbareschoolverlaters weer sterk hypotheceert.

Mijn zoon was ook een van de deelnemers. Prima resultaten in zijn zesde jaar Wiskunde-Wetenschappen en genetisch belast als een telg uit een artsenfamilie. Niets aan het toeval overlaten was het credo (en niet alleen bij ons), dus was een individueel voorbereidingstraject de beste keuze voor succes - zo beweren toch de talrijke studiecoachingbureaus in de schoot van de universiteitsstad, waar oud-docenten uitbollen en een graantje meepikken van de woekerbedragen die de happy few willen neertellen om zoon- of dochterlief de richting van hun dromen binnen te sluizen. Succes bijna gegarandeerd!

Contigentering is een achterophinkend vehikel dat al lang perte totale verklaard is

Alle voorbereidingstrajecten, ook de officiële van de universiteit, starten al vroeg in de middelbare school. Het is niet het toelatingsexamen dat, zoals bedoeld, het eerste jaar geneeskunde vervangt: dat doet tegenwoordig het zesde middelbaar tegenwoordig. Ook de studenten uit het vijfde jaar jaar kunnen al hun kansje wagen (dit wordt zelfs aangemoedigd op de site van het toelatingsexamen). Je kan niet goed genoeg voorbereid zijn op dit meerkeuzefestival!

De toelatingsproef bestaat sinds 1997. Een paar jaar tevoren betoogden mijn medestudenten en ikzelf nog in Brussel tegen deze 'numerus clausus', en nu besef ik waarom ik dit deed. Een tandarts vinden is onmogelijk, een huisarts quasi onmogelijk. Mijn eigen praktijk heeft een patiëntenstop (zoals meer dan twee op drie praktijken in Vlaanderen) en ik kan geen extra collega vinden. Contigentering is een achterophinkend vehikel dat al lang perte totale verklaard is.

Een toelatingsproef moet de kennis en de vaardigheden van kandidaten testen, om te garanderen dat ze kunnen uitgroeien tot volwaardige artsen. Mijn moeder zou beter scoren op het huidige rijexamen (theoretisch en praktisch!), hoewel ze haar rijbewijs cadeau kreeg op het gemeentehuis), dan ikzelf en heel wat collega's op de toelatingsproef geneeskunde.

De proef is dus niet relevant voor het beroep, en is alleen relevant om niet de kwaliteit maar de kwantiteit te garanderen die op het einde van de rit slaagt (hét argument van de universiteiten). De 'collateral damage' daarvan is het uitsluiten van potentieel betere kandidaten aan de ingangspoort. Je wordt een goede arts tijdens het traject, niet op een dagje in juli in een examenlokaaltje aan een laptop waar die kans je wordt ontnomen. We zijn geen meerkeuzeberoep!

Het examen moet een reflectie zijn van wat je aan wetenschappen in het secundair onderwijs opgepikt zou moeten hebben. Dan gaat het niet al te goed met de wetenschappelijke richtingen in het secundair, want minder dan 20% slaagt. Of is er meer aan de hand?

Het examen aartsmoeilijk maken, ondanks het verslag van de examencommissie vorig jaar dat het makkelijker zou zijn, zorgt ervoor dat je niet geconfronteerd wordt met deelnemers die ruim slagen en alsnog niet kunnen starten. Het probleem is dat je met een ordinaire kunstgreep dan punten moet bijgeven. Wat is hier de bedoeling van? In ranking maakt het niets uit, in perceptie (en reglementair) blijkbaar wel.

Problematischer is dat er 4 vragen geannuleerd werden (oeps, ondanks 26 cadeaupunten nog niet voldoende geslaagden). Studenten die die vragen toch juist beantwoord hebben, worden meteen ook benadeeld in de ranking, omdat iedereen het maximum krijgt op deze vragen. Je zou voor minder een advocaat in de hand nemen.

Studenten voelen zich na het examen twee weken dom, om zich dan 'opgelicht' te voelen omdat ze er dan toch nog doorgetrokken zijn. Het systeem rijdt zich duidelijk vast in zijn eigen complexiteit en geloofwaardigheid. Als je het niveau niet kan inschatten na meer dan 25 jaar examens, dreigt ook een onvoldoende voor de commissie.

De inhoud van deel 1 is zo gemaakt om wetenschappelijke bollebozen over te houden (wiskunde, scheikunde, fysica en biologie). Of dit een garantie is om een goed arts te worden kan je lezen in dit artikel in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet.

Empathisch vermogen is niet in een vinkje te vatten

U kan het antwoord al raden. Burgerlijk ingenieurs in spe hebben een beentje voor. Velen nemen de proef er even bij, slagen, maar starten dan toch een andere richting. Hun plaatsen worden niet ingevuld - spijtig voor de geëngageerde dokter in spe die op plaats 1724 gerangschikt is.

Geneeskunde studeren en uitoefenen is een roeping, zoals de meeste beroepen in de zorg. De selectie mag niet afhangen van 5 uur vakjes aanvinken en dan nog niet kunnen uitgaan van je eigen resultaat maar afhankelijk zijn van de voorbereiding van de anderen. Het is een race met opbod, een finale lijst van namen met ergens een rode streep. Slagen in de toelatingsproef zou ook een verplichting moeten inhouden om te starten met geneeskunde: dat is het noodzakelijke engagement voor de zorg en respect voor de deelnemers.

Deel 2 van het examen zou peilen naar de 'generieke competenties' van de arts, empathie en communicatievaardigheden dus. Ik heb gepoogd om deze vragen (met een hoog Chiro-gehalte) op te lossen. Helaas: bij de meeste vragen is er niet één uniek goed antwoord - net zoals je in patiëntencontacten meerdere mogelijkheden hebt om tot een goede interactie te komen, afhankelijk van je persoonlijkheid en van die van je patiënt.

Deze vragen worden al lang niet meer ingevuld vanuit je eigen aanvoelen; wel vanuit wat je denkt dat de opsteller zou willen dat je antwoordt en hoe je hebt leren gokken in je voorbereidingstraject. Een psychologische profilering of interview zou zoveel meer info geven of het 'artsenberoep' mogelijk in je bloed zit. Empathisch vermogen is niet in een vinkje te vatten.

De toelatingsproef als moeilijkste horde voor het uitoefenen van het artsen beroep? Ach, de moeilijkste horde is de eerste patiënt die je kabinet binnenkomt op zoek naar een empathische, goed opgeleide en deskundige persoon en niet naar de tiener die een complexe integraalberekening (deel1) kon oplossen en die het juist aanpakte om vriend Charles te bedaren omdat hij boos werd nadat Julie een kopje koffie morste op zijn nieuwe hemd (deel 2).

Ter info: mijn zoon is gunstig gerangschikt: garantie op een diploma en wie weet een noodzakelijke collega ter preventie van mijn nakende burn-out. Of hij een goed arts zal worden valt nog af te wachten.

Hoera! 1723 studenten kunnen starten in de opleiding Geneeskunde. De andere 3091 kunnen na een jaartje in een tweedekeuzerichting nog eens hun kans wagen: niet geschoten is altijd mis. En voor 62 euro kan je niet sukkelen, zolang je even de financiële implicaties vergeet van het jaartje in de dure wachtkamer van de universiteit. Zij komen weer beter beslagen in de herkansing wat de kansen van de prille middelbareschoolverlaters weer sterk hypotheceert.Mijn zoon was ook een van de deelnemers. Prima resultaten in zijn zesde jaar Wiskunde-Wetenschappen en genetisch belast als een telg uit een artsenfamilie. Niets aan het toeval overlaten was het credo (en niet alleen bij ons), dus was een individueel voorbereidingstraject de beste keuze voor succes - zo beweren toch de talrijke studiecoachingbureaus in de schoot van de universiteitsstad, waar oud-docenten uitbollen en een graantje meepikken van de woekerbedragen die de happy few willen neertellen om zoon- of dochterlief de richting van hun dromen binnen te sluizen. Succes bijna gegarandeerd!Alle voorbereidingstrajecten, ook de officiële van de universiteit, starten al vroeg in de middelbare school. Het is niet het toelatingsexamen dat, zoals bedoeld, het eerste jaar geneeskunde vervangt: dat doet tegenwoordig het zesde middelbaar tegenwoordig. Ook de studenten uit het vijfde jaar jaar kunnen al hun kansje wagen (dit wordt zelfs aangemoedigd op de site van het toelatingsexamen). Je kan niet goed genoeg voorbereid zijn op dit meerkeuzefestival!De toelatingsproef bestaat sinds 1997. Een paar jaar tevoren betoogden mijn medestudenten en ikzelf nog in Brussel tegen deze 'numerus clausus', en nu besef ik waarom ik dit deed. Een tandarts vinden is onmogelijk, een huisarts quasi onmogelijk. Mijn eigen praktijk heeft een patiëntenstop (zoals meer dan twee op drie praktijken in Vlaanderen) en ik kan geen extra collega vinden. Contigentering is een achterophinkend vehikel dat al lang perte totale verklaard is.Een toelatingsproef moet de kennis en de vaardigheden van kandidaten testen, om te garanderen dat ze kunnen uitgroeien tot volwaardige artsen. Mijn moeder zou beter scoren op het huidige rijexamen (theoretisch en praktisch!), hoewel ze haar rijbewijs cadeau kreeg op het gemeentehuis), dan ikzelf en heel wat collega's op de toelatingsproef geneeskunde.De proef is dus niet relevant voor het beroep, en is alleen relevant om niet de kwaliteit maar de kwantiteit te garanderen die op het einde van de rit slaagt (hét argument van de universiteiten). De 'collateral damage' daarvan is het uitsluiten van potentieel betere kandidaten aan de ingangspoort. Je wordt een goede arts tijdens het traject, niet op een dagje in juli in een examenlokaaltje aan een laptop waar die kans je wordt ontnomen. We zijn geen meerkeuzeberoep!Het examen moet een reflectie zijn van wat je aan wetenschappen in het secundair onderwijs opgepikt zou moeten hebben. Dan gaat het niet al te goed met de wetenschappelijke richtingen in het secundair, want minder dan 20% slaagt. Of is er meer aan de hand?Het examen aartsmoeilijk maken, ondanks het verslag van de examencommissie vorig jaar dat het makkelijker zou zijn, zorgt ervoor dat je niet geconfronteerd wordt met deelnemers die ruim slagen en alsnog niet kunnen starten. Het probleem is dat je met een ordinaire kunstgreep dan punten moet bijgeven. Wat is hier de bedoeling van? In ranking maakt het niets uit, in perceptie (en reglementair) blijkbaar wel.Problematischer is dat er 4 vragen geannuleerd werden (oeps, ondanks 26 cadeaupunten nog niet voldoende geslaagden). Studenten die die vragen toch juist beantwoord hebben, worden meteen ook benadeeld in de ranking, omdat iedereen het maximum krijgt op deze vragen. Je zou voor minder een advocaat in de hand nemen. Studenten voelen zich na het examen twee weken dom, om zich dan 'opgelicht' te voelen omdat ze er dan toch nog doorgetrokken zijn. Het systeem rijdt zich duidelijk vast in zijn eigen complexiteit en geloofwaardigheid. Als je het niveau niet kan inschatten na meer dan 25 jaar examens, dreigt ook een onvoldoende voor de commissie.De inhoud van deel 1 is zo gemaakt om wetenschappelijke bollebozen over te houden (wiskunde, scheikunde, fysica en biologie). Of dit een garantie is om een goed arts te worden kan je lezen in dit artikel in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet.U kan het antwoord al raden. Burgerlijk ingenieurs in spe hebben een beentje voor. Velen nemen de proef er even bij, slagen, maar starten dan toch een andere richting. Hun plaatsen worden niet ingevuld - spijtig voor de geëngageerde dokter in spe die op plaats 1724 gerangschikt is. Geneeskunde studeren en uitoefenen is een roeping, zoals de meeste beroepen in de zorg. De selectie mag niet afhangen van 5 uur vakjes aanvinken en dan nog niet kunnen uitgaan van je eigen resultaat maar afhankelijk zijn van de voorbereiding van de anderen. Het is een race met opbod, een finale lijst van namen met ergens een rode streep. Slagen in de toelatingsproef zou ook een verplichting moeten inhouden om te starten met geneeskunde: dat is het noodzakelijke engagement voor de zorg en respect voor de deelnemers.Deel 2 van het examen zou peilen naar de 'generieke competenties' van de arts, empathie en communicatievaardigheden dus. Ik heb gepoogd om deze vragen (met een hoog Chiro-gehalte) op te lossen. Helaas: bij de meeste vragen is er niet één uniek goed antwoord - net zoals je in patiëntencontacten meerdere mogelijkheden hebt om tot een goede interactie te komen, afhankelijk van je persoonlijkheid en van die van je patiënt. Deze vragen worden al lang niet meer ingevuld vanuit je eigen aanvoelen; wel vanuit wat je denkt dat de opsteller zou willen dat je antwoordt en hoe je hebt leren gokken in je voorbereidingstraject. Een psychologische profilering of interview zou zoveel meer info geven of het 'artsenberoep' mogelijk in je bloed zit. Empathisch vermogen is niet in een vinkje te vatten.De toelatingsproef als moeilijkste horde voor het uitoefenen van het artsen beroep? Ach, de moeilijkste horde is de eerste patiënt die je kabinet binnenkomt op zoek naar een empathische, goed opgeleide en deskundige persoon en niet naar de tiener die een complexe integraalberekening (deel1) kon oplossen en die het juist aanpakte om vriend Charles te bedaren omdat hij boos werd nadat Julie een kopje koffie morste op zijn nieuwe hemd (deel 2). Ter info: mijn zoon is gunstig gerangschikt: garantie op een diploma en wie weet een noodzakelijke collega ter preventie van mijn nakende burn-out. Of hij een goed arts zal worden valt nog af te wachten.