Na drie maanden zweven tussen twee woonplekken, met de helft van mijn spullen in dozen en een schandalig oplopend aantal autokilometers op de teller, is het zover. Mijn nieuwe (en hopelijk blijvende) woonst is een feit!
Ik ben de voorbije jaren al menigmaal van adres veranderd. Mijn vrienden kunnen dat beamen. Rond eindejaar krijg ik steevast de vraag naar welk adres mijn kerstkaartjes mogen gestuurd worden, uit vrees dat ze anders een eenzame dood zullen sterven in een vervreemde brievenbus of papierbak.
Ik verhuis nochtans niet graag. Ik ben een huismus, een moeilijk te verpotten kamerplant. Niet alleen heb ik een hekel aan inpakken en sleuren met dozen, elke nieuwe plek betekent telkens ook weer zoeken. Terug op zoek gaan naar hoe je jezelf de nieuwe plek kan toe-eigenen. Je wil dat ze echt van jou is. Je wil er thuiskomen én je wil er belangrijk zijn. Kort samengevat ben ik dus een kamerplant met allures. Eentje die je mag verplaatsen maar wel de juiste dosis water en zon nodig heeft of het binnen de week gezellig laat hangen.
Thuiskomen vind ik persoonlijk niet zo moeilijk. Een thuisgevoel kan je creëren. De juiste spullen op de juiste plek, je lievelingsmuziek, je favoriete thee (in die ene tas waar niemand anders uit mag drinken want dat is JOUW tas!),... We hechten ons onbewust aan spullen en gewoontes en die kunnen meegenomen worden. Gezelligheid en een huiselijk gevoel kan je dus maken.
Moeilijker is het om ook een plek te vinden waar je je ook belangrijk voelt want dat valt niet zomaar zelf te maken. Wanneer ben je belangrijk? Wanneer maak je ergens een verschil, en hoe groot moet dat verschil dan zijn opdat je het ook echt als een verschil gaat ervaren?
Moeilijker is het om ook een plek te vinden waar je je ook belangrijk voelt
Bovendien, hoe kan je die plek dan ooit nog verlaten zonder een torenhoog schuldgevoel achter te laten? Je wil immers niet vervangbaar zijn maar tegelijk wil je ook geen torenhoge verwachtingen en verantwoordelijkheden. Dit geldt uiteraard niet enkel thuis, maar evengoed op je werk. Balans zoeken lijkt een eeuwige zoektocht.
Het zal vermoedelijk nog vele mijmerende zondagen en theetjes kosten voor ik een antwoord heb gevonden op mijn vragen. Al dat verhuizen heeft mij alleszins wel het volgende geleerd: waar je ook heen gaat, iedereen heeft iemand nodig. Een (t)huis creëer je niet alleen. Niet in je eigen woning, niet op het werk, nergens.
Bij deze dan ook een kleine tip: als je iemand nieuw ontmoet, wees dan een 'iemand'. Bied hem of haar een houvast. Wees de referentie, het vertrekpunt, de bron van inspiratie of de vertrouwdheid waar ze naar op zoek zijn. Je hoeft daarvoor niet te transformeren in moeder Teresa of Pater Damiaan, een vriendelijk woord of gebaar is vaak al voldoende. Het zal niet de grote vragen des levens oplossen maar het zal iemands dag aangenamer maken en aangename dagen lijken mij nu net het perfecte begin voor een nieuwe thuis!