De beoogde interventies moeten kortdurend, snel en evidence based zijn. Bij de uitbouw van de eerstelijns psychologische functie is het zeker verantwoord de huisarts te beschouwen als de geprefereerde partner. Wie is er beter geplaatst om een inschatting te maken van de aard van de aandoening en de noodzaak een beroep te doen op meer gespecialiseerde ondersteuning binnen de eerste lijn? In dat verband kan niet genoeg gepleit worden om nog meer aandacht te schenken aan psychologie en psychiatrie in de opleiding van huisartsen.

Brug te ver

Bij dergelijke doorverwijzing wordt gewerkt volgens het principe van getrapte en geïntegreerde zorg. Dat principe doortrekken voor de toegang naar de tweede lijn (bijvoorbeeld een centrum voor geestelijke gezondheidszorg) op basis van een verwijzing door de eerstelijnspsycholoog én de huisarts of door een psychiater zou een brug te ver zijn. Dat zou immers aanleiding geven tot extra uitgaven en tijdverlies omwille van consultaties en verslaggeving. Bovendien zou de patiënt telkens opnieuw zijn verhaal moeten brengen, hetgeen vanuit het patiëntenperspectief helemaal niet wenselijk is.

De echte oorzaken van psychisch lijden aanpakken mag maatschappelijk veel meer aandacht krijgen

Een belangrijke uitdaging bij de verdere uitwerking van de terugbetalingsmaatregel bestaat er in een verbinding te maken met de netwerken in de sector geestelijke gezondheidszorg.

De precieze terugbetalingsbedragen en -modaliteiten zijn nog niet gekend. Het beroep van klinische psycholoog of klinisch orthopedagoog is een vrij beroep, hetgeen betekent dat de prijs van een consulatie vrij bepaald kan worden. Momenteel komt een aantal mutualiteiten reeds tussen in de prestaties geleverd door klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen. De terugbetaling van psychotherapie en psychologische begeleiding door de mutualiteiten is heel uiteenlopend, zowel wat betreft het terugbetaalde bedrag als het aantal sessies waarvoor de patiënt recht heeft op terugbetaling. Opmerkelijk is dat de vergoedingen binnen eenzelfde mutualiteit verschillen al naargelang de regio. De vraag rijst in welke mate de mutualiteiten hun reeds bestaande tussenkomsten zullen behouden of aanpassen.

Lager dan verwacht

De regering trekt voor de terugbetaling een bedrag uit van € 22,5 miljoen, lager dan verwacht. Toch blijft het een baanbrekend initiatief van minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken De Block na de erkenning van klinische psychologen en klinisch orthopedagogen als autonoom werkende gezondheidsbeoefenaars. Als daardoor de stap naar hulpverlening sneller wordt gezet, kan dat leiden tot een vermindering van de zogenaamde treatment gap in de geestelijke gezondheidszorg. Een vroegtijdige opsporing kan meer ernstige aandoeningen voorkomen. Omwille van de fysieke en mentale nabijheid werkt de eerstelijns psychologische functie zeker drempelverlagend. Landen waar psychotherapie een meer centrale plaats inneemt in de behandeling van psychische problemen, kampen minder met een stigma op de psychiatrie. Dat komt omdat de bereidheid om hulp te zoeken bij een psychotherapeut niet direct geassocieerd wordt met zelfstigma.

Terugverdieneffect

Voorts zou deze beslissing moeten leiden tot een lager medicatieverbruik van bijvoorbeeld antidepressiva en mogelijk ook minder werkverlet en ziekenhuisopnames. De hamvraag is of er effectief een soort terugverdieneffect zal optreden. In ons land slikken meer dan 1,2 miljoen mensen of 1 op de 8 Belgen antidepressiva en antipsychotica. Elk jaar stijgt dat aantal. Zullen patiënten als gevolg van een (voorlopig nog bescheiden) terugbetaling nu meer geneigd zijn om in behandeling te gaan bij een klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog terwijl ze via hun huisarts of specialist kunnen blijven rekenen op grotendeels terugbetaalde voorgeschreven medicatie?

Daarenboven vraagt het slikken van pillen minder inspanningen van de patiënt dan een aantal consultaties. Dat medicatie over het algemeen minder doeltreffend is op lange termijn dan het volgen van psychotherapie en dat de meeste antidepressiva aanleiding geven tot heel wat minder gewenste neveneffecten wordt al te gemakkelijk over het hoofd gezien. Studies geven aan dat psychotherapie ook doeltreffend is en dat bij veel vormen van depressie de combinatie van beide therapeutische benaderingen de beste keuze is.

Afremmen

Naast de terugbetaling van de consultaties bij de klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog zouden tegelijkertijd het voorschrijfgedrag van bijvoorbeeld antidepressiva door huisartsen of specialisten afgeremd moeten worden. Hoe dan ook is er vooral bij het slikken van pillen maar vaak ook bij psychotherapie voornamelijk sprake van symptoombestrijding, zonder de echte oorzaken van psychisch lijden aan te pakken. Dat is natuurlijk een heel ander verhaal met een maatschappelijke onderstroom dat wel veel meer aandacht mag krijgen. Het is een verhaal dat ons vraagt om naast de biologische en psychologische aspecten ook de sociologische, sociale en existentiële aspecten ernstig te nemen.

De beoogde interventies moeten kortdurend, snel en evidence based zijn. Bij de uitbouw van de eerstelijns psychologische functie is het zeker verantwoord de huisarts te beschouwen als de geprefereerde partner. Wie is er beter geplaatst om een inschatting te maken van de aard van de aandoening en de noodzaak een beroep te doen op meer gespecialiseerde ondersteuning binnen de eerste lijn? In dat verband kan niet genoeg gepleit worden om nog meer aandacht te schenken aan psychologie en psychiatrie in de opleiding van huisartsen.Brug te verBij dergelijke doorverwijzing wordt gewerkt volgens het principe van getrapte en geïntegreerde zorg. Dat principe doortrekken voor de toegang naar de tweede lijn (bijvoorbeeld een centrum voor geestelijke gezondheidszorg) op basis van een verwijzing door de eerstelijnspsycholoog én de huisarts of door een psychiater zou een brug te ver zijn. Dat zou immers aanleiding geven tot extra uitgaven en tijdverlies omwille van consultaties en verslaggeving. Bovendien zou de patiënt telkens opnieuw zijn verhaal moeten brengen, hetgeen vanuit het patiëntenperspectief helemaal niet wenselijk is.Een belangrijke uitdaging bij de verdere uitwerking van de terugbetalingsmaatregel bestaat er in een verbinding te maken met de netwerken in de sector geestelijke gezondheidszorg.De precieze terugbetalingsbedragen en -modaliteiten zijn nog niet gekend. Het beroep van klinische psycholoog of klinisch orthopedagoog is een vrij beroep, hetgeen betekent dat de prijs van een consulatie vrij bepaald kan worden. Momenteel komt een aantal mutualiteiten reeds tussen in de prestaties geleverd door klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen. De terugbetaling van psychotherapie en psychologische begeleiding door de mutualiteiten is heel uiteenlopend, zowel wat betreft het terugbetaalde bedrag als het aantal sessies waarvoor de patiënt recht heeft op terugbetaling. Opmerkelijk is dat de vergoedingen binnen eenzelfde mutualiteit verschillen al naargelang de regio. De vraag rijst in welke mate de mutualiteiten hun reeds bestaande tussenkomsten zullen behouden of aanpassen. Lager dan verwachtDe regering trekt voor de terugbetaling een bedrag uit van € 22,5 miljoen, lager dan verwacht. Toch blijft het een baanbrekend initiatief van minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken De Block na de erkenning van klinische psychologen en klinisch orthopedagogen als autonoom werkende gezondheidsbeoefenaars. Als daardoor de stap naar hulpverlening sneller wordt gezet, kan dat leiden tot een vermindering van de zogenaamde treatment gap in de geestelijke gezondheidszorg. Een vroegtijdige opsporing kan meer ernstige aandoeningen voorkomen. Omwille van de fysieke en mentale nabijheid werkt de eerstelijns psychologische functie zeker drempelverlagend. Landen waar psychotherapie een meer centrale plaats inneemt in de behandeling van psychische problemen, kampen minder met een stigma op de psychiatrie. Dat komt omdat de bereidheid om hulp te zoeken bij een psychotherapeut niet direct geassocieerd wordt met zelfstigma. TerugverdieneffectVoorts zou deze beslissing moeten leiden tot een lager medicatieverbruik van bijvoorbeeld antidepressiva en mogelijk ook minder werkverlet en ziekenhuisopnames. De hamvraag is of er effectief een soort terugverdieneffect zal optreden. In ons land slikken meer dan 1,2 miljoen mensen of 1 op de 8 Belgen antidepressiva en antipsychotica. Elk jaar stijgt dat aantal. Zullen patiënten als gevolg van een (voorlopig nog bescheiden) terugbetaling nu meer geneigd zijn om in behandeling te gaan bij een klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog terwijl ze via hun huisarts of specialist kunnen blijven rekenen op grotendeels terugbetaalde voorgeschreven medicatie? Daarenboven vraagt het slikken van pillen minder inspanningen van de patiënt dan een aantal consultaties. Dat medicatie over het algemeen minder doeltreffend is op lange termijn dan het volgen van psychotherapie en dat de meeste antidepressiva aanleiding geven tot heel wat minder gewenste neveneffecten wordt al te gemakkelijk over het hoofd gezien. Studies geven aan dat psychotherapie ook doeltreffend is en dat bij veel vormen van depressie de combinatie van beide therapeutische benaderingen de beste keuze is. AfremmenNaast de terugbetaling van de consultaties bij de klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog zouden tegelijkertijd het voorschrijfgedrag van bijvoorbeeld antidepressiva door huisartsen of specialisten afgeremd moeten worden. Hoe dan ook is er vooral bij het slikken van pillen maar vaak ook bij psychotherapie voornamelijk sprake van symptoombestrijding, zonder de echte oorzaken van psychisch lijden aan te pakken. Dat is natuurlijk een heel ander verhaal met een maatschappelijke onderstroom dat wel veel meer aandacht mag krijgen. Het is een verhaal dat ons vraagt om naast de biologische en psychologische aspecten ook de sociologische, sociale en existentiële aspecten ernstig te nemen.