...

De taskforce ging van start in mei van dit jaar. Tijdens vier discussierondes kwamen vertegenwoordigers van ASO-verenigingen, stagemeesters en coördinerend stagemeesters van universitaire en perifere ziekenhuizen, decanen, leden van de Hoge Raad van artsen-specialisten en van huisartsen, opleidingscoördinatoren, voorzitters van erkenningscommissies en leden van de administratie samen. Ze bespraken onder meer de rollen en verantwoordelijkheden van de stagemeesters en coördinerend stagemeesters, de kwaliteit van de stages en het opleidingsklimaat.De taskforce is de laatste stap in een meerjarenplan rond de financiering en de kwaliteit van stages van artsen-specialisten in opleiding. Dat werd nog in gang gezet door vorig minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block (Open VLD).In 2018 stroomden door de verkorting van de basisopleidingsduur tot zes jaar twee cohorten artsen in de professionele opleidingstrajecten in, waardoor de stagecapaciteit verhoogd moest worden. Vaststelling was dat er geen transparant en uniform financieringsmodel voor de stages van artsen-specialisten in opleiding bestond. Tegelijk drong zich een nieuw beleid op voor kwaliteitsbeheer, met een voorafgaande en continue kwaliteitstoetsing van de stagemeesters en de stagediensten.Wat de kwaliteit van de stageplaatsen betreft, voerden bepaalde universiteiten kwaliteitsevaluaties in, er ontstonden lokale initiatieven voor kwaliteitsopvolging binnen stagediensten, ... In 2021 trad ook de collectieve overeenkomst in werking over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten met artsen-specialisten in opleiding.Op grotere initiatieven was het wachten tot een e-brochure voor artsen-specialisten in opleiding (aso-macs.be), die moet fungeren als een centraal informatiepunt over de specialistische opleiding.In navolging van het KCE in 2010, dat toen de opdracht kreeg te bepalen hoe de kwaliteit van de stageplaatsen objectief kan gemeten worden, werden de afgelopen jaren (2021 en 2022) enquêtes gestuurd naar aso's, stagemeesters en coördinerend stagemeesters over de huidige situatie van het opleiden ('de kwaliteit van de stages'). In maart berichtte Artsenkrant over de resultaten van die bevragingen. Er werd onder andere gepeild naar de organisatie van de wetenschappelijke en theoretische opleiding en de arbeidsduur, de rollen en werklast van de stagemeesters, de kwaliteit van de opleiding (bv. tevredenheid met de klinische supervisie en praktische en theoretische opleiding) en het opleidingsklimaat (het bestaan van veiligheidsprocedures, ondersteuning voor het welzijn van de aso, ...).Het rapport bevatte ook aanbevelingen - twee pagina's op een totaal van 242 bladzijden.De bedoeling is nu dat die aanbevelingen, samen met de uitkomst van discussies van de taskforce "verder worden verfijnd en geconcretiseerd", en aan minister Vandenbroucke worden voorgelegd.Daaruit moet een "gefaseerd actieplan" komen. Het einddoel is het huidige systeem van de erkenning van de stagemeesters en de stagediensten te wijzigen naar een systeem dat een meer centrale plaats geeft aan de kwaliteit van de stages van de artsen-specialisten.