In sommige kranten verschenen artikels over een arrest van de Raad van State dat sigarettenproducent Philip Morris International (PMI) gelijk geeft in haar geschil met de Belgische staat, dus met ons allemaal.
Is het niet vreemd dat een arrest dat dateert van oktober 2023 pas nu in diverse kranten zo uitgebreid aan bod komt? Volgens mij speelt PMI deze troef nu uit in een periode waarbij er veel op het spel staat.
In de loop van februari gaan diverse nieuwe tabaksregels voor een tweede lezing naar de Commissie Gezondheid van de Kamer en vervolgens voor stemming naar het federale parlement.
Het plan dat de regeringspartijen uitgetekend hebben bij de interfederale strategie voor een rookvrije generatie houdt een aantal maatregelen in die de producenten pijn gaan doen, zoals een verbod op tijdelijke verkooppunten, denk aan festivals, of een uitstalverbod van tabaksproducten in alle verkooppunten.
De bestaande advertentieverboden voor tabaksproducten, gekoppeld aan de nieuwe maatregelen die eraan zitten te komen, zijn natuurlijk een hele streep door de rekening en marketingstrategie van de producenten. Die grijpen daarom elke kans aan om de terechte en goeddoordachte plannen van minister Vandenbroucke te proberen dwarsbomen.
Even uitzoomen:
De laatste jaren is er een wildgroei van niet-brandbare niet-medicinale nicotineproducten. De tabaksindustrie vraagt (enkel in Westerse landen met strenge tabaksregelgeving en enkel front-office) strenge wetgeving voor klassieke sigaretten, maar voor al de rest zouden soepelere risico-gerelateerde regels nodig zijn. Het gaat dan over verhitte tabak, snus, e-sigaretten en nicotinezakjes.
Al deze producten zijn in ons land ofwel verboden te verkopen (i.c. snus en nicotinezakjes) ofwel vallen ze onder de strenge tabakswetgeving.
Ons land kiest ervoor, op aanraden van de Hoge Gezondheidsraad (HGR), om de verhitte tabak op dezelfde manier te behandelen als de klassieke sigaret. En voor de e-sigaret vaart ons land een koers waarbij we proberen twee zaken te verzoenen: de e-sigaret toegankelijk houden voor rokers die willen stoppen met roken en tezelfdertijd jongeren van de e-sigaret afhouden.
België houdt de regels erg streng met een verkoopverbod onder 18 jaar, een verbod op online verkoop en een totaal verbod op reclame om zo jongeren van de sigaret, maar ook van de verhitte tabak of de e-sigaret af te houden.
En om rokers te informeren rekent ons land niet op de commerciële sector, maar op evidence-based informatie door health professionals en op nieuwe inserts in de sigarettenpakjes waarbij de boodschappen gestandaardiseerd en gecontroleerd worden door de overheid zodat de consument de meest betrouwbare info krijgt zonder commerciële belangen.
PMI is marktleider voor de verhitte tabak, waarbij de tabak niet verbrand wordt maar verhit, met 70% marktaandeel in 2022. In tegenstelling tot vele andere landen is de verkoop van dit product nog niet van de grond gekomen in ons land, net door onze strenge regels qua etiketteren, adverteren en verkoop. Hopelijk blijft dit zo, ook na het arrest van de Raad van State.
Even inzoomen op het arrest van de Raad van State:
PMI betwistte het feit dat de verhitte tabak beschouwd wordt als "een voor roken bestemd product" terwijl het geen tabaksrol is en geen tabak bevat. Volgens PMI categoriseert onze overheid de verhitte tabak fout want het zou als "een rookloos product" moeten worden beschouwd.
Het arrest van de Raad van State concludeert dat de EU Tobacco Products Directive (TPD) inderdaad maar de keuze laat tussen twee productcategorieën: "Een voor roken bestemd product" of "een rookloos product" en dat de Belgische overheid onvoldoende heeft kunnen motiveren waarom ze verhitte tabak in de eerste categorie onderbrengt.
Eigenlijk moeten we onze overheid loven want België neemt een voortrekkersrol in het reglementeren van niet-brandbare niet-medicinale nicotineproducten.
Toen de huidige EU TPD tot stand kwam in 2014 was er nog geen verhitte tabak op de markt evenmin als nicotine zakjes of wegwerp e-sigaretten.
De TPD is dringend aan herziening toe ... maar de tabaksbedrijven lobbyen zich te pletter om de herziening uit te stellen en slagen daar jammer genoeg in.
Zolang het EU niveau niet meer klaarheid schept met nieuwe teksten en definities kan een bedrijf als PMI daarvan profiteren. Het is bewonderenswaardig dat onze ministers en federale overheidsdienst Volksgezondheid het kluwen van nicotineproducten ontwarren met een heel duidelijke visie voor de toekomst. En het is bijzonder triest dat PMI met haar leger van juristen en lobbyisten erin slaagt de herziening van de TPD uit te stellen en verwarring te zaaien.
Even inzoomen op de persartikels:
Jammer dat het artikel in Het Belang van Limburg nergens verwijst naar het advies van de HGR. Daar staat nochtans duidelijk: "Heated tobacco products lijken een gunstiger toxiciteitsprofiel te hebben dan hun klassieke tegenhangers. Toch mogen ze niet als risicoloos worden beschouwd. Gelet op de onzekerheden over de toxische effecten op korte en op lange termijn van heated tobacco products, de toxische effecten van dubbel gebruik (klassieke sigaret en heated tobacco products) en gelet op het bestaan van erkende rookstopmiddelen (nicotinevervangers, enz.) is de HGR van mening dat hun gebruik niet mag worden aangemoedigd door maatregelen die ze aantrekkelijker maken dan klassieke tabaksproducten, zoals een gunstigere fiscale behandeling, het toegankelijker maken van de producten voor hun potentiële gebruikers of tolerantie op het vlak van reclame. Bijgevolg dient de huidige regelgeving voor sigaretten te worden toegepast voor deze heated tobaccoproducts."
Met deze procedureslag van vier jaar krijgt PMI gelijk van de Raad van State wat technische definities en het plaatsen van gezondheidswaarschuwingen met foto's betreft. De Raad van State heeft zich evenwel niet gebogen over de effecten op de Volksgezondheid van verhitte tabak. En laat dat nu net de zorg van Stichting tegen Kanker en van de minister van Volksgezondheid zijn.
De federale overheid verliest een veldslag in de strijd tegen roken, maar is vastberaden om de doelstelling van een rookvrije generatie tegen 2040 te halen. PMI beweert ook achter deze doelstelling te staan.
Van Stichting tegen Kanker krijgen ze niet het voordeel van de twijfel, maar wel de zekerheid van schuld voor veel te veel tabaksdoden elk jaar opnieuw en dit nog vele jaren lang.
Voor ons is het heel duidelijk: zij hebben noch recht op een plaats aan de onderhandelingstafels, noch recht op vrijheid van communicatie en promotie naar hun doelpubliek.