"Goedemorgen, met wie spreek ik?" Het gebeurt niet elke dag dat ik door een +34 nummer gebeld word. Aan de andere kant klinkt traag een korzelige bariton: "Jeune homme, u spreekt met Sint-Nicolaas van Myra. Ik zit met een difficiel probleem en monsieur De Cock van de Inami stelde voor dat ik even uw conseil zou vragen."
Je zou denken dat de brave man momenteel andere zorgen heeft met zijn huispersoneel. Zijn Zwarte Pieten mogen immers de Benelux niet meer binnen vanaf volgend jaar. Bedachtzaam antwoord ik: "Waarmee kan ik u helpen, monseigneur?"
"Wel, normaal breng ik om de twee jaar mooie cadeautjes aan de vele doctores die een papier ondertekenen bij meneer De Cock. Sinterklaas krijgt daarvoor een grote zak gouden munten. Nu heb ik de boodschap gekregen dat het goud op is. Een zekere Maggie zou de vinger stevig op de knip houden en gewapend zijn met een scalpel." Het wordt na een diepe zucht even stil aan de andere kant. "Dat kan toch niet! Ik maak graag dokters gelukkig met nieuw speelgoed. Dat is goed voor hun gemoed en dus hun patiënt. Monsieur Demotte beloofde elk jaar 4,5% croissance en madamme Onkelinx deed ook nooit moeilijk."
De Sint vertoont duidelijk symptomen van burn-out. De laatste halve eeuw heeft hij natuurlijk nooit veel meegemaakt. Een tarievenakkoord afsluiten gebeurde altijd door in te stemmen met de sinterklaaslijst. Voor studenten zou ik nu beginnen over de OESO-cijfers, de staatsschuld, de stijgende uitgaven sociale zekerheid, iedereen langer werken, en dies meer.
Voorzichtig riposteer ik: "Monseigneur, misschien dat u kan vragen dat ze een jaartje langer wachten op hun cadeautjes?" "Ja, maar dan kan ik fluiten naar mijn goud. U moet weten dat ik grote vaste kosten heb met die statutaire Pieten, om van de prijs van de mazout voor de stoomboot nog te zwijgen."
'Normaal breng ik om de twee jaar mooie cadeautjes aan de vele doctores die een papier ondertekenen bij meneer De Cock.'
"Of als u nu alleen cadeautjes geeft aan diegenen die de vorige jaren minder hebben gekregen?" Zodra ik het uitspreek, weet ik dat dit een dom voorstel is. De commissie voor de herijking van de nomenclatuur is nog nooit van de grond geraakt. Zelfs voor deze heilige man is dat mirakel te hoog gegrepen.
"Is het niet mogelijk om ergens anders goud te vinden, Sinterklaas?" Gezien zijn rooms-katholieke roots, hoop ik dat hij niet aan de zakken van de patiënt zal denken.
"Die andere potjes hebben dichtgenaaide zakken. Van de ziekenfondsen heb ik de voorbije week een lange waslijst gekregen. Ze willen dat de Sint nu zorgt voor saunabezoeken, rijlessen en godbetert margarine in hun schoen. Er stond ook een grote schiplading op met kleine bruine flesjes geheugenwater. Het had iets met evidence-based te maken, maar dat begreep Michiel, mijn Hoofdpiet, niet goed."
"En de ziekenhuizen, daar krijg ik kop noch staart aan. Die zouden al jaren minder kosten maken met hun 'netwerken'. En nu zitten ze te wachten totdat Maggie zegt wat dat is, een netwerk. Hoe imbeciel is dat nu? Vroeger moest ik ook in elk dorp in vele stofferige speelgoedwinkeltjes passeren en daar dan onder een slappe TL-lamp een handvol ongewassen koters op mijn schoot nemen. Nu passeer ik welgeteld één namiddag in de Fun en bij Dreamland en klaar is kees. Zo kan ik mijn opgespaarde ADV-dagen nu tenminste opnemen."
De oude man begint te raaskallen. Ik moet resoluut optreden, voordat hij ook nog de kleine kraamafdelingen en E-diensten gaat sluiten. "Sint, ik ga u laten opnemen op de PAAZ. Maak u niet ongerust. Ik bel subiet uw jongere collega, Santa Claus. Dan krijgen ze hun cadeautjes maar wat later. Hij rekent trouwens nauwelijks administratiekosten aan het Riziv door. Hij gebruikt geen helpers, zijn rendieren eten alleen gras."
Ik hoor een jammerlijke schreeuw gevolgd door onverstaanbaar ratelen en zacht gesnik aan de andere kant. Zou er zoiets bestaan als 'Sint-in-Nood'?