Deze week is het opnieuw Internationale week van de Infant Mental Health (IMH). Een jaarlijks moment om even stil te staan bij de geestelijke gezondheid van baby's en jonge kinderen, maar ook van hun ouders of zorgfiguren. Ik wil naar aanleiding hiervan graag het belang benadrukken voor artsen en andere zorgverleners om ook voor elkaar te zorgen.

Perinet lanceert namelijk in het kader van deze week een informatieposter over hoe zorgverleners belangrijke steunfiguren voor jonge gezinnen zijn. Het is echter net omdat zorgverleners kunnen steunen op een stevig team, dat ze mee jonge gezinnen kunnen dragen.

Toch komen teams die met jonge kinderen werken gemakkelijk onder druk te staan door de emotionele last van hun werk. Gelukkig werken simpele interventies als collegiale steun of supervisie veerkrachtversterkend.

Jonge kinderen weten ons gemakkelijk te beroeren: een vrolijk schaterende kleuter doet ons spontaan glimlachen, een peuter die op papa's schouder is ingeslapen, roept een gevoel van rust op. Een huilende baby zet ons dan weer in actie: we voelen het verdriet of de pijn en we willen de baby troosten.

Het is niet verrassend dat jonge kinderen zoveel emoties weten op te roepen. Ze zijn nog in volle ontwikkeling en aan het leren. Eén van de vaardigheden die ze oefenen is het herkennen, begrijpen en communiceren van gevoelens. Ze doen nog volledig beroep op de relatie met de zorgfiguren rond zich om met deze emoties te leren omgaan en de intensiteit van wat ze voelen te 'regelen'.

Het is net omdat zorgverleners kunnen steunen op een stevig team, dat ze mee jonge gezinnen kunnen dragen.

Als volwassene gaan we co-reguleren: ons afstemmen op wat een kind communiceert, invoelen wat het precies wil zeggen en van daaruit het kind ondersteunen in zijn of haar behoefte zodat de spanning die het ervaart terug kan zakken. Dit co-reguleren is een intensieve opdracht voor ons als volwassenen.

Zieke kinderen of jonge kinderen die pijn lijden, hebben meer nood aan ondersteuning in hun regulatie. Daarnaast roept het bij een arts ook heel wat op om een kind te zien en horen lijden. Onderzoek toont aan dat het mentale welzijn van kinderartsen onder druk komt te staan door negatieve en mogelijk traumatiserende gebeurtenissen die ze op het werk tegenkomen.

Wanneer je als arts in aanraking komt met jonge kinderen die van alles voelen en meemaken, wordt er dus niet alleen beroep gedaan op je vaardigheden om jonge patiënten (en hun ouders) te gaan co-reguleren; ook je eigen vaardigheden voor zelfregulatie worden meer aangesproken. Naast arts en zorgverlener, ben je namelijk ook een empathisch persoon die meevoelt met de jonge patiënten die je ziet.

De combinatie van beide - het co-reguleren en zelfreguleren - is een intense opdracht die vaak vanzelf en onbewust wordt uitgevoerd. Ik zet dit graag even in de verf, want het is niet omdat het automatisch gebeurt, dat het geen intense taak is, integendeel.

Als arts werken met jonge kinderen is een emotioneel zware opdracht. Gelukkig kan veerkracht vinden soms ook heel simpel zijn. Collega's consulteren en steun vragen bijvoorbeeld, maar ook supervisie zijn interventies die burnout en compassion fatigue kunnen aanpakken.

Stilstaan bij deze automatische processen en hun mogelijke impact is daarbij de eerste stap die al heel wat kan betekenen. Want om samen te zorgen voor de allerkleinsten, zorgen we best ook samen voor elkaar.

Deze week is het opnieuw Internationale week van de Infant Mental Health (IMH). Een jaarlijks moment om even stil te staan bij de geestelijke gezondheid van baby's en jonge kinderen, maar ook van hun ouders of zorgfiguren. Ik wil naar aanleiding hiervan graag het belang benadrukken voor artsen en andere zorgverleners om ook voor elkaar te zorgen. Perinet lanceert namelijk in het kader van deze week een informatieposter over hoe zorgverleners belangrijke steunfiguren voor jonge gezinnen zijn. Het is echter net omdat zorgverleners kunnen steunen op een stevig team, dat ze mee jonge gezinnen kunnen dragen. Toch komen teams die met jonge kinderen werken gemakkelijk onder druk te staan door de emotionele last van hun werk. Gelukkig werken simpele interventies als collegiale steun of supervisie veerkrachtversterkend.Jonge kinderen weten ons gemakkelijk te beroeren: een vrolijk schaterende kleuter doet ons spontaan glimlachen, een peuter die op papa's schouder is ingeslapen, roept een gevoel van rust op. Een huilende baby zet ons dan weer in actie: we voelen het verdriet of de pijn en we willen de baby troosten.Het is niet verrassend dat jonge kinderen zoveel emoties weten op te roepen. Ze zijn nog in volle ontwikkeling en aan het leren. Eén van de vaardigheden die ze oefenen is het herkennen, begrijpen en communiceren van gevoelens. Ze doen nog volledig beroep op de relatie met de zorgfiguren rond zich om met deze emoties te leren omgaan en de intensiteit van wat ze voelen te 'regelen'. Als volwassene gaan we co-reguleren: ons afstemmen op wat een kind communiceert, invoelen wat het precies wil zeggen en van daaruit het kind ondersteunen in zijn of haar behoefte zodat de spanning die het ervaart terug kan zakken. Dit co-reguleren is een intensieve opdracht voor ons als volwassenen.Zieke kinderen of jonge kinderen die pijn lijden, hebben meer nood aan ondersteuning in hun regulatie. Daarnaast roept het bij een arts ook heel wat op om een kind te zien en horen lijden. Onderzoek toont aan dat het mentale welzijn van kinderartsen onder druk komt te staan door negatieve en mogelijk traumatiserende gebeurtenissen die ze op het werk tegenkomen. Wanneer je als arts in aanraking komt met jonge kinderen die van alles voelen en meemaken, wordt er dus niet alleen beroep gedaan op je vaardigheden om jonge patiënten (en hun ouders) te gaan co-reguleren; ook je eigen vaardigheden voor zelfregulatie worden meer aangesproken. Naast arts en zorgverlener, ben je namelijk ook een empathisch persoon die meevoelt met de jonge patiënten die je ziet. De combinatie van beide - het co-reguleren en zelfreguleren - is een intense opdracht die vaak vanzelf en onbewust wordt uitgevoerd. Ik zet dit graag even in de verf, want het is niet omdat het automatisch gebeurt, dat het geen intense taak is, integendeel. Als arts werken met jonge kinderen is een emotioneel zware opdracht. Gelukkig kan veerkracht vinden soms ook heel simpel zijn. Collega's consulteren en steun vragen bijvoorbeeld, maar ook supervisie zijn interventies die burnout en compassion fatigue kunnen aanpakken. Stilstaan bij deze automatische processen en hun mogelijke impact is daarbij de eerste stap die al heel wat kan betekenen. Want om samen te zorgen voor de allerkleinsten, zorgen we best ook samen voor elkaar.