Ongeveer gelijktijdig maar onafhankelijk van elkaar pleiten de Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid (SGGG2021) en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) voor meer aandacht en investeringen voor patiënten met een ernstige psychiatrische problematiek. Deze vorm van belangenbehartiging is revolutionair. Ernstig psychisch kwetsbare personen worden nog steeds onterecht gemarginaliseerd. Tijd voor meer medische, financiële en sociale rechtvaardigheid!
Een patiënt met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is een patiënt die een psychiatrisch ziektebeeld vertoont dat nooit spontaan verdwijnt, en ook niet beter wordt met een enkelvoudige, specifieke en lineaire behandeling in de geestelijke gezondheidszorg. Hiermee bedoelt men bijvoorbeeld de combinatie van cognitieve gedragstherapie met een antidepressivum. De klachten verdwijnen of worden beter, en de patiënt kan weer verder.
Bij een EPA-patiënt leidt de psychopathologie naar disfunctioneren op verschillende levensdomeinen. Hallucinaties en wanen geven concentratie- en geheugenproblemen. Door de combinatie met regressie en een negatieve stemming kan de persoon moeilijk werken, zijn huishouden beredderen, en de administratie op orde houden. Andersom zorgt disfunctioneren op verschillende levensdomeinen (zoals woonproblemen, armoede, sociaal isolement) voor verheviging van de psychiatrische pathologie. Er is dus sprake van een circulariteit tussen de psychopathologie en het disfunctioneren.
EPA-patiënten hebben een fors verminderde levensverwachting, die kan oplopen tot 30 jaar. De doodsoorzaken zijn echter volledig vergelijkbaar met die van de gemiddelde bevolking: cardiovasculair met stip op één, gevolgd door kanker, cerebrovasculaire en respiratoire aandoeningen.
Deze verhoogde morbiditeit en mortaliteit kunnen efficiënt gecounterd worden met zorgvuldige medisch-psychiatrische opvolging en behandeling. Rookstopprogramma's, het onder controle houden van het lichaamsgewicht en rigoureuze opvolging van het metabool syndroom. Toch gebeurt dit niet of nauwelijks.
Eerst legde de Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid van 20 maart de vinger al op de wonde. Men wil af van de actuele financiële discriminatie van patiënten met een ernstige chronische psychiatrische problematiek in vergelijking met patiënten met een chronische somatische problematiek. Somatische zorg is voor psychisch kwetsbare mensen bovendien onvoldoende betaalbaar.
Een van de voorstellen is om het statuut en forfait 'personen met een chronische aandoening', ook toepasbaar te maken voor mensen met een EPA. Zo kunnen ze gebruik maken de van de derdebetalersregeling en een lager maximum in de maximumfactuur. Een goede opvolging van EPA-patiënten in de eerste lijn, bij huisarts of inwijkgezondheidscentrum, moet financieel mogelijk zijn zonder op andere levensnoodzakelijke kosten te moeten besparen.
Vervolgens kwam het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg met zijn rapport over het belang van somatische gezondheid in een residentiële psychiatrische zorgcontext. Kwalitatief onderzoek bij patiënten en zorgteams in psychiatrische voorzieningen bracht aan het licht dat er een tekort is aan zorgvuldige medische opvolging.
Dit tekort is vooral het gevolg van een aantal administratieve en financiële factoren, maar ook van stigma en vooroordelen.
Het KCE meent dat het van groot belang de dichotomie tussen psychiatrische en somatische zorg te verlaten. We moeten algehele gezondheid zien als een totaalpakket van evenwaardige lichamelijke, psychische en sociale elementen. Het voorstel is om elke opgenomen patiënt in een residentiele psychiatrische setting van een individueel "behandelings- en nazorgplan" te voorzien, dat zowel psychiatrische als somatische zorg omvat.
EPA-patiënten zijn de meest kwetsbare groep binnen de gezondheidzorg, zowel op psychisch als op somatisch vlak. Het is daarom hartverwarmend vast te stellen dat twee belangrijke platformen tegelijkertijd de EPA-patiënten centraal stellen. Maar dat is niet genoeg. Na woorden moeten ook daden volgen.
Als het minister Vandenbroucke menens is met zijn voornemen om van geestelijke gezondheidszorg het speerpunt van zijn beleid te maken, kan hij hier alvast mee beginnen.