...

Artsen en verpleegkundigen in Nederland geven zich veel vaker op als orgaan- en weefseldonor dan de gemiddelde Nederlandse burger. Dat toont een studie van Infomart in opdracht van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS).Ongeveer 80% van de Nederlandse artsen en verpleegkundigen zegt geregistreerd te zijn in het nationale Donorregister, een register waarin elke Nederlander expliciet kan aangeven om al dan niet zijn of haar organen ter beschikking te stellen. Van die groep medische professionals geeft ruim driekwart toestemming dat zijn of haar organen gebruikt worden na overlijden, wat neerkomt op ruim 60% van alle medische beroepsgroepen. Dat tonen de cijfers van het eerste landelijke representatieve onderzoek naar de keuze van de medische professionals over orgaan- en weefseldonatie.Medische professionals staan daarmee opvallend positiever tegenover donatie dan de doorsnee Nederlandse burger: van al onze noorderburen die vijftien jaar of ouder zijn, liet slechts een goede 40% zich registreren in het Donorregister. Van die ruim 40% geeft 60% toestemming - zo'n 24% van alle Nederlanders van vijftien of ouder; 28% zegt neen; de rest laat de keuze over aan een ander persoon.Als een van de belangrijkste redenen waarom ze zich zo vaak opgeven als donor, schuiven medische professionals de confrontatie naar voren met het leed van mensen die een lange tijd op donororganen of -weefsel moeten wachten.Opt-insysteemIn tegenstelling tot in ons land geldt in Nederland een opt-insysteem. Dat houdt in dat een burger slechts donor is als hij via het Donorregister expliciet toestemming geeft dat zijn organen na zijn dood gebruikt worden voor orgaantransplantatie. Bij ons is een opt-outsysteem van kracht: na zijn dood wordt iemand hier vanzelf donor - de directe familie kan zich evenwel nog verzetten tegen het wegnemen van een orgaan - tenzij hij expliciet verzet heeft aangetekend bij leven.