...

Artikel 7 van de euthanasiewet draagt de federale controle- en evaluatiecommissie op een registratiedocument op te stellen. Een arts die euthanasie toepast, moet dat invullen. De huidige wet bepaalt dat dit document uit een anoniem en een niet-anoniem deel bestaat.Dat onderscheid verdwijnt omdat de anonimiteit wordt opgeheven. Wel kan het registratiedocument enkel aan de leden en aan het administratief personeel van de commissie worden meegedeeld en aan geen andere persoon of instantie. De gegevens in het registratiedocument worden verwijderd na het verstrijken van de termijn van twintig jaar na het overlijden van de persoon waarop het registratiedocument betrekking heeft. Artikel 8 van de euthanasiewet regelt de opdracht van de federale controle- en evaluatiecommissie. In het licht van de wijziging van het registratiedocument wordt ze eveneens aangepast. Er wordt volgende bepaling aan toegevoegd: 'als uit het registratiedocument blijkt dat er feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onafhankelijkheid of de onpartijdigheid van het oordeel van een lid van de commissie in het gedrang komt, neemt het lid geen deel aan de beraadslagingen van de commissie over de betrokken zaak.' Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de kritiek van het Europees Hof Rechten van de Mens in het arrest Mortier.Artikel 9 draagt de commissie op een tweejaarlijks verslag op te stellen. In het kader van die opdracht kan de commissie bijkomende inlichtingen inwinnen bij overheidsinstellingen en instellingen. Hieraan wordt toegevoegd dat deze inlichtingen door de commissie aan geen andere persoon of instantie kunnen worden meegedeeld.