Hebben we als arts, en bij uitbreiding geldt dit voor vele andere beroepen ook, überhaupt nog wel de tijd om te reflecteren over ons eigen handelen?
Tijd is een kostbaar iets. Als we de tijd ondoelmatig aanwenden, leidt dit vaak tot allerlei onaangename nevenverschijnselen, om het eens met een medische term uit te drukken.
Voor je het weet, zit je in een levensfase waar de levensverwachting niet meer is dan nog enkele jaren, vaak met de nodige lichamelijke ongemakken en andere besognes erbovenop.
We beseffen heel vaak niet hoe snel de tijd gaat. Zeker mensen die een actieve beroepsloopbaan hebben, met drukke jobs die veel verantwoordelijkheid vragen, met daarbovenop kinderen die vaak alle aandacht eisen. Maar niet alleen bij hen is dit zo. Ook ouderen wijzen me op het gegeven dat de tijd letterlijk is voorbijgevlogen. Jongeren kunnen zich dat soms heel moeilijk voorstellen, vermits ze natuurlijk nog in de fleur van hun leven zitten. Ouderen hebben een meer overschouwende blik, kunnen alles wat meer van op afstand observeren.
We worden als het ware opgeëist door de tijd. De tijd dwingt ons in een keurslijf waarin we onbewust ons leven zijn gangetje laten gaan. Tot we op een dag vaststellen dat er tien jaar voorbijgegaan is alsof het niets was.
Tijd is ook een ongrijpbaar iets, iets wat we niet kunnen vastpakken, zoals we een geliefde omarmen. Tijd is als een rivier die voorbijkomt, traag, snel, heftig of rustig kabbelend, botsend tegen ruwe stenen of onvoorziene obstakels die het op haar weg tegenkomt. Voor iemand het goed en wel beseft, is de tijd vanop de top van de berg uitgemond in de rivier, alwaar ze wordt opgeslokt in de oneindigheid van de ruimte.
Mensen draaien door, op de golven van hun gewoontes, heel dikwijls op automatische piloot, als een vliegtuig dat je programmeert om van punt A naar punt B te vliegen.
Zelfreflectie, nadenken over wat echt essentieel is in het leven, krijgt in zo'n flow weinig of geen kans. Zich vragen stellen, verwonderd zijn over kleine dingen, uit evenwicht gebracht worden door de schoonheid van kunst of de natuur, de platgetreden denkkaders overstijgen, al deze activiteiten worden verdrongen door de tijd met weinig respect te behandelen.
We kunnen niet anders dan af en toe even te vertragen, in de achteruitkijkspiegel te kijken
Eigenlijk zijn we zelfs voor een stukje bang geworden van de tijd. We proppen alles zodanig vol met handelingen en projecten, dat we geen seconde hoeven stil te staan, of even rustig in en uit te ademen, alsof ademen geen onderdeel meer is van het leven, alsof stilstaan alleen maar achteruitgaan is, het alomgekende adagio van de neoliberale levensvisie indachtig.
Willen we kwaliteitsvol werk blijven afleveren, willen we zin geven aan de tijd die ons is geschonken door het wonder van het leven, dan kunnen we niet anders dan af en toe even vertragen, in de achteruitkijkspiegel kijken.
Alleen door zo'n levenshouding geven we de tijd het respect welke ze verdient. Misschien klinkt dit wat wollig. Toch is het van essentieel belang dat we die kostbare tijd niet verkrachten met allerlei zinloze handelingen waarvan de zinvolheid vaak ver te zoeken is.
Zinvol handelen, denken, het zijn activiteiten die teveel verloren gaan in de maalstroom van de kolkende rivier. Het tragische is dat we dit niet eens beseffen. We blijven maar doorgaan met investeren in onszelf, met het zoeken naar snelle behoeftebevrediging. Eens het verlangen naar iets is vervuld, doemt alweer een nieuw verlangen op, enz. Je blijft zo doorgaan tot enkelen zich afvragen waartoe het allemaal leidt. Is dit dan het leven? Is dit de manier om onze beperkte tijd op deze planeet haar verdiend eerbetoon te schenken?
De essentie is dus dat we het begrip tijd terug moeten hervaloriseren. Haar terug de betekenis geven die ze behoort te hebben.
Tijd is geen consumptie artikel dat we zomaar eventjes kunnen kopen, zoals we een brood kopen, of een auto. Tijd moeten we zinvol construeren, zoals we onze geliefden koesteren.