Blijkbaar vertoont het aantal langdurig zieken na één jaar van daling opnieuw een piek en steeg van 370.000 in 2017 tot bijna 400.000 in 2018. Deze vaststellingen doen ernstige vragen rijzen over de aanpak, over het hoe en het waarom, en over wat eraan kan worden gedaan om het tij te doen keren. Deze stijging van de langdurig zieken gaat reeds 15 jaar aan een stuk door, behalve in 2017. Wat is er toch aan de hand in onze maatschappij?
Langdurig zieken zijn grotendeels lichamelijk lijdende zieken met lage rugpijnen en overbelaste gewrichten die vooral oudere werknemers overkomen. Een andere belangrijke groep langdurig zieken zijn de psychisch zieken waarbij de patiënten met burn-out een zeer groot deel van uitmaken en vooral bij jongere werknemers, dertigers voorkomen.
Niettegenstaande de recente initiatieven van de overheid om re-integratie te bevorderen kwamen in 2018 slecht 15.000 langdurig zieken terecht in zo'n re-integratietraject.
Hierbij wordt zowel de werkgever, de behandelende (huis)arts, de preventieadviseur arbeidsgeneesheer als de geneesheer adviseur van het ziekenfonds betrokken om een individueel re-integratieplan uit te werken, elk met een eigen taak en verantwoordelijkheid en waarbij onderling overleg van zeer groot belang kan zijn.
Een dergelijk re-integratieplan kan bv. specifieke aanpassingen op de werkvloer omvatten, of een andere functie omschrijven binnen het bedrijf waar de werknemer tewerkgesteld was, of desgevallend in een ander bedrijf . Zowel bij de uitwerking van het plan als bij de implicatie ervan op de werkvloer is coaching, begeleiding en sturing van de betrokken werknemer van heel groot belang. Tevens kunnen tijdelijk deeltijdse functies overwogen worden.
Deze nieuwe opdrachten, taken en verantwoordelijkheden van de arbeidsgeneesheer, van de medisch adviseur van de mutualiteit als van de behandelende (huis)arts zijn niet evident en vergen een totaal gewijzigde visie op de arbeidsmarkt, op de betrekkingen tot de werknemers en op de eventuele arbeidsongeschiktheid. Het vergt engagement, vorming en inzet om de doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren.
De bevoegde minister heeft hierbij een bedrag van 25 miljoen euro vrijgemaakt om o.a. de taak van de herevaluatie door de mutualiteit te honoreren. Ook voor de preventieadviseur arbeidsgeneesheer vergt dit een totaal nieuwe invalshoek in de arbeidsproblematiek, waarbij het accent van hoofdzakelijk controle zich omzet naar vooral sturing en begeleiding van de werknemer in het arbeidsproces.
Last but not least is het ook voor de werkgever een totaal nieuwe benadering van de arbeidsongeschikte werknemers. Zeker bij langdurig zieken zal hij moeten omgaan en open staan voor de mogelijkheid van re-integratie op de werkvloer. Het lijkt mij niet correct om, zoals recent werd gesteld door het ACV die het re-integratieproject een 'ontslagmachine' noemt, hun leden te adviseren niet in te gaan op een oproep van de arbeidsgeneesheer. De vraag naar re-integratie aan de arbeidsgeneesheer zou een spontaan gevolg moeten zijn van de "herevaluatie" die vooraf gebeurde door de medisch adviseur van de mutualiteit in overleg met de huisarts, en waaruit blijkt dat de gezondheid van de langdurig zieke voldoende hersteld is, en dus een re-integratieproject kan overwogen worden voor een volledige of partiële re-integratie op de arbeidsmarkt.
Meer langdurig zieken in een re-integratietraject brengen loont zichzelf
Dit alles dient tot op dit moment van het traject, te gebeuren in een vertrouwelijke sfeer en buiten de context van de werkgever. Dan pas kan het dossier worden besproken met de arbeidsgeneesheer, wiens taak het nu is om, de specifieke werkvloer kennende, in overleg met de werkgever, het re-integratieplan verder te bespreken met de werknemer-langdurig zieke en de werkgever om het plan verder samen uit te werken en te implementeren. Individuele tijdelijke stimuli voor de werknemer en voor werkgever zouden hier welkom kunnen zijn.
Langdurig zieken zullen in vele gevallen nog verder behandelingen moeten krijgen onder vorm van bv. chronische medicatie, psychotherapie bij burn-out, kinesitherapie voor patiënten met lage rugpijn of artrose van de gewrichten, waarmee zeker zal moeten rekening worden gehouden. Geregeld zal er gedurende het re-integratietraject moeten worden opgevolgd en ge-ëvalueerd en desgevallend bijgestuurd.
Uiteraard mag hierbij op de werkvloer de algemene preventie niet worden uit het oog verloren. De balans tussen werk en privé dient zo goed mogelijk in evenwicht te worden gehouden. Belastende prestaties dienen te worden aangepast of te worden vermeden (*).
De trend van toenemende aantallen langdurig zieken is zorgwekkend en kan enkel worden omgekeerd door een duidelijke positieve benadering, samenwerking en medewerking van de patiënt zelf, van de werkgever en de betrokken artsen, elk binnen hun bevoegdheid en opdrachten. Meer langdurig zieken in een re-integratietraject brengen loont zichzelf, is zeker een goede oplossing voor de werknemer, hopelijk ook voor de werkgever en voor de overheid.
Helaas, er is nog heel wat werk aan de winkel en bij elk nieuw initiatief zijn er kinderziekten, doch ik ben er van overtuigd dat deze evolutie langzaam maar zeker haar vruchten zal afleveren als alle betrokkenen zich samen inzetten en hun verantwoordelijkheid nemen.
(*) Ik verwijs graag terug naar mijn column van een jaar geleden, 9/05/2017 met als titel: "Re-integratie na langdurig ziek zijn".
Langdurig zieken zijn grotendeels lichamelijk lijdende zieken met lage rugpijnen en overbelaste gewrichten die vooral oudere werknemers overkomen. Een andere belangrijke groep langdurig zieken zijn de psychisch zieken waarbij de patiënten met burn-out een zeer groot deel van uitmaken en vooral bij jongere werknemers, dertigers voorkomen. Niettegenstaande de recente initiatieven van de overheid om re-integratie te bevorderen kwamen in 2018 slecht 15.000 langdurig zieken terecht in zo'n re-integratietraject. Hierbij wordt zowel de werkgever, de behandelende (huis)arts, de preventieadviseur arbeidsgeneesheer als de geneesheer adviseur van het ziekenfonds betrokken om een individueel re-integratieplan uit te werken, elk met een eigen taak en verantwoordelijkheid en waarbij onderling overleg van zeer groot belang kan zijn. Een dergelijk re-integratieplan kan bv. specifieke aanpassingen op de werkvloer omvatten, of een andere functie omschrijven binnen het bedrijf waar de werknemer tewerkgesteld was, of desgevallend in een ander bedrijf . Zowel bij de uitwerking van het plan als bij de implicatie ervan op de werkvloer is coaching, begeleiding en sturing van de betrokken werknemer van heel groot belang. Tevens kunnen tijdelijk deeltijdse functies overwogen worden. Deze nieuwe opdrachten, taken en verantwoordelijkheden van de arbeidsgeneesheer, van de medisch adviseur van de mutualiteit als van de behandelende (huis)arts zijn niet evident en vergen een totaal gewijzigde visie op de arbeidsmarkt, op de betrekkingen tot de werknemers en op de eventuele arbeidsongeschiktheid. Het vergt engagement, vorming en inzet om de doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren. De bevoegde minister heeft hierbij een bedrag van 25 miljoen euro vrijgemaakt om o.a. de taak van de herevaluatie door de mutualiteit te honoreren. Ook voor de preventieadviseur arbeidsgeneesheer vergt dit een totaal nieuwe invalshoek in de arbeidsproblematiek, waarbij het accent van hoofdzakelijk controle zich omzet naar vooral sturing en begeleiding van de werknemer in het arbeidsproces. Last but not least is het ook voor de werkgever een totaal nieuwe benadering van de arbeidsongeschikte werknemers. Zeker bij langdurig zieken zal hij moeten omgaan en open staan voor de mogelijkheid van re-integratie op de werkvloer. Het lijkt mij niet correct om, zoals recent werd gesteld door het ACV die het re-integratieproject een 'ontslagmachine' noemt, hun leden te adviseren niet in te gaan op een oproep van de arbeidsgeneesheer. De vraag naar re-integratie aan de arbeidsgeneesheer zou een spontaan gevolg moeten zijn van de "herevaluatie" die vooraf gebeurde door de medisch adviseur van de mutualiteit in overleg met de huisarts, en waaruit blijkt dat de gezondheid van de langdurig zieke voldoende hersteld is, en dus een re-integratieproject kan overwogen worden voor een volledige of partiële re-integratie op de arbeidsmarkt. Dit alles dient tot op dit moment van het traject, te gebeuren in een vertrouwelijke sfeer en buiten de context van de werkgever. Dan pas kan het dossier worden besproken met de arbeidsgeneesheer, wiens taak het nu is om, de specifieke werkvloer kennende, in overleg met de werkgever, het re-integratieplan verder te bespreken met de werknemer-langdurig zieke en de werkgever om het plan verder samen uit te werken en te implementeren. Individuele tijdelijke stimuli voor de werknemer en voor werkgever zouden hier welkom kunnen zijn. Langdurig zieken zullen in vele gevallen nog verder behandelingen moeten krijgen onder vorm van bv. chronische medicatie, psychotherapie bij burn-out, kinesitherapie voor patiënten met lage rugpijn of artrose van de gewrichten, waarmee zeker zal moeten rekening worden gehouden. Geregeld zal er gedurende het re-integratietraject moeten worden opgevolgd en ge-ëvalueerd en desgevallend bijgestuurd. Uiteraard mag hierbij op de werkvloer de algemene preventie niet worden uit het oog verloren. De balans tussen werk en privé dient zo goed mogelijk in evenwicht te worden gehouden. Belastende prestaties dienen te worden aangepast of te worden vermeden (*). De trend van toenemende aantallen langdurig zieken is zorgwekkend en kan enkel worden omgekeerd door een duidelijke positieve benadering, samenwerking en medewerking van de patiënt zelf, van de werkgever en de betrokken artsen, elk binnen hun bevoegdheid en opdrachten. Meer langdurig zieken in een re-integratietraject brengen loont zichzelf, is zeker een goede oplossing voor de werknemer, hopelijk ook voor de werkgever en voor de overheid. Helaas, er is nog heel wat werk aan de winkel en bij elk nieuw initiatief zijn er kinderziekten, doch ik ben er van overtuigd dat deze evolutie langzaam maar zeker haar vruchten zal afleveren als alle betrokkenen zich samen inzetten en hun verantwoordelijkheid nemen. (*) Ik verwijs graag terug naar mijn column van een jaar geleden, 9/05/2017 met als titel: "Re-integratie na langdurig ziek zijn".