Van 15 tot 21 maart loopt de 'Week van de Diëtist'. Dit jaar vraagt de campagne aandacht voor het probleem van ondervoeding. Tijdens de covid-19-pandemie is gebleken dat ondervoeding en malnutritie belangrijke risicofactoren zijn.
...
Ondervoeding is "een toestand die optreedt ten gevolge van een verminderde inname of absorptie van voeding en die leidt tot nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten." Ondervoeding kan het gevolg zijn van honger, ziekte of gevorderde ouderdom, alleen of in combinatie. In België liggen de prevalentiecijfers van (het risico op) ondervoeding hoog.Uit onderzoek van 2013 blijkt dat 45% van alle ouderen (70+) een risico lopen op ondervoeding, terwijl 12% effectief ondervoed was. Van de thuiswonende senioren blijkt 4 tot 10% ondervoed. Tijdens de 'Week van de Diëtist' willen de Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten (VBVD) en de Franstalige tegenhanger L'Union Professionnelle des diététiciens de Langue Franc?aise (UPDLF) het probleem daarom op de agenda plaatsen. Claudia Verhulst is diëtiste in WZC Aquamarijn in Kasterlee, waar ze tijdens de Week van de Diëtist opleidingen en workshops over het thema organsieert. "Aquamarijn is een WZC met een heel divers publiek. We hebben onze vaste bewoners, waarbij een subgroep van personen met dementie. Daarnaast zijn er een herstelverblijf en een kortverblijf, en dan zijn er 63 assistentiewoningen voor mensen die nog redelijk zelfstandig kunnen leven. Elk van die groepen heeft een andere aanpak nodig. Bij de bewoners van de assistentiewoningen merken we dat een maandelijkse opvolging van gewicht helpt om ondervoeding te voorkomen." Met de opleidingen wil Claudia Verhulst in de eerste plaats een bewustzijn voor het probleem creëren, zodat er een draagvlak ontstaat om verder op te bouwen. Daarom blijft het niet bij theorie. "We combineren de opleiding met workshops waarbij we de bewoners van de verschillende afdelingen betrekken, waar we bijvoorbeeld zoete en hartige smoothies, een gemalen en een gemixte maaltijd maken. Het personeel moet die ook proeven, zodat ze het verschil zelf ervaren." De opleidingen richten zich niet alleen tot zorgpersoneel, maar ook tot keukenpersoneel, administratief personeel en de technische dienst. Iedereen in een WZC moet alert zijn voor het probleem, stelt Claudia Verhulst. Kathleen Kwanten, huisarts in Peer, is blij met de aandacht voor het onderwerp. "Als je op huisbezoek gaat in een WZC zie je soms dat de bewoner in een zetel zit, en niet aan een glas water kan dat twee meter verder op tafel staat. Zeker in warme zomers is dat schrijnend. Sommige bewoners hebben het moeilijk om zelfstandig te eten en kunnen extra hulp gebruiken. Soms kunnen ze daarvoor rekenen op familieleden, maar wegens corona is er geen bezoek meer mogelijk. En er is te weinig personeel om alle mensen op tijd eten te geven. Hoe vaak je dat ook aankaart, je botst altijd op het probleem van het personeelstekort." In de opleidingen wordt het personeel daarop gewezen, zegt Claudia Verhulst. "Een bewoner zal maar goed eten als hij of zij zich goed voelt. En dat lukt niet als het personeel onder tijdsdruk werkt; de bewoner voelt dat aan. Daarom leren we medewerkers zich even in de plaats van de bewoner te stellen. Dat wil niet zeggen dat je er uren moet naast zitten, maar we kunnen onze houding aanpassen zodat het op evenveel tijd kan, maar met een heel ander gevoel voor de bewoner. Kleine dingen kunnen soms het verschil maken. Als je een plateau op de kamer wegruimt, ga dan na of de bewoner effectief gegeten heeft. Is dat niet zo, dan is er een reden voor. Ga daar achteraan en bied dan een alternatief, al is het maar een banaan." Naast het concrete probleem van ondervoeding vraagt de Week van de Diëtist ook aandacht voor de rol die een diëtist kan vervullen in een multidisciplinaire aanpak, niet alleen in WZC en ziekenhuizen maar ook in de eerste lijn. In haar praktijk werkt Kathleen Kwanten samen met een diëtiste. De samenwerking is gegroeid uit haar activiteiten als stagecoördinator. "Een paar jaar geleden opperde een van de haio's dat er in de opleiding geneeskunde weinig aandacht was voor voeding en dieet. Ik heb dan samen met een diëtiste en een docent van Thomas More een seminarie voor haio's en diëtisten georganiseerd. Dat was heel leerrijk. Er zijn zoveel zaken waar een diëtist een meerwaarde kan betekenen zoals hypertensie, diabetes, prikkelbare darm,..." Volgens Kathleen Kwanten is het niet altijd evident om patiënten daarvan te overtuigen. Bij de algemene bevolking, maar ook bij huisartsen leeft het idee dat je naar een diëtist gaat alleen als je wil vermageren. "Als je een patiënt zegt dat ze voor hun hoge bloeddruk bij een diëtist te rade zouden moeten gaan, is het antwoord vaak dat ze niet te veel eten. Daarnaast is er ook een financiële drempel, want een diëtist wordt niet terugbetaald. Maar heel wat problemen kunnen in samenwerking met een diëtist opgelost worden zonder dat je medicamenteus moet werken."