Premie voor gepensioneerde artsen die werken tegen conventietarieven

Door een verandering in de pensioenwet werd het onmogelijk nog verder een aanvullend pensioen op te bouwen, op het moment dat men wettelijk met pensioen ging. Artsen die na hun pensioen bleven werken, en die voldeden aan alle voorwaarden voor het sociaal statuut, liepen daardoor de bonus mis.Er werd al snel afgesproken dat de artsen die in dat geval verkeren, wel een premie zouden krijgen. Die moest even groot zijn als de bonus van het 'sociaal statuut'.Het KB dat dat mogelijk maakt verscheen pas nu in het Staatsblad. Gedurende een periode van drie maanden zal het mogelijk zijn de premie nog aan te vragen voor de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019. De voorwaarden waar men als gepensioneerd arts moet voldoen zijn dezelfde als die voor andere artsen, voor het gewone 'sociaal statuut'. Het Riziv publiceert de details op zijn website (zie onderaan deze koppeling).BVAS reageerde verheugd dat de regeling eindelijk van kracht wordt.Er is wel een addertje onder het gras. De discussie ging ook over wat 'even groot' eigenlijk betekende. De artsen die de premie krijgen, krijgen bruto hetzelfde bedrag als artsen die het 'sociaal statuut' krijgen.Maar over een bijzondere fiscale regeling is in het KB geen sprake. De premie voor gepensioneerde artsen dreigt 'netto' dus een stuk kleiner uit te vallen dan het 'sociaal statuut' .Vooral Kartel/ASGB had tijdens de discussies vastgehouden aan de eis dat dit netto verschil zou weggewerkt worden. BVAS vraagt nu in de persmededeling dat de overheid voor de premie dezelfde gunstige fiscale regeling zou hanteren als voor de Impulseo-premies. Dat is een tarief van 16,5%.Ook van het ASGB ontvingen we ondertussen een mededeling over dit KB. Dit artsensyndicaat blijft de regeling discriminerend noemen voor gepensioneerde artsen. ASGB noemt het verder schandalig dat de regeling zo laat komt.--Het persbericht van BVAS----Het persbericht van ASGB--