Als ouders uit elkaar gaan moeten zij een regeling treffen rond het ouderlijk gezag en het verblijf van hun minderjarige kinderen. Bovendien moet een financiële regeling worden uitgewerkt met betrekking tot de kinderen. Wie zal de alimentatie betalen voor de kinderen, en tot welke leeftijd? Hoe worden de buitengewone kosten voor de kinderen verdeeld?
...
Bij een echtscheiding dient te worden bepaald wie de kinderbijslag krijgt, bij wie de kinderen fiscaal ten laste zijn, of de ene partner aan de andere een onderhoudsuitkering verschuldigd is voor de kinderen en hoe de buitengewone kosten voor de kinderen worden verdeeld. Komen de beide ouders daar onderling niet uit (al dan niet na bemiddeling), dan is het de familierechtbank die het laatste woord heeft. Het is een vaak voorkomend misverstand dat als de kinderen gelijkmatig bij de twee ouders verblijven, geen van hen beide een alimentatie voor de kinderen aan de andere zou moeten betalen. Los van het verblijf is namelijk ook de financiële draagkracht van elk van de ouders van belang bij het bepalen van de eventueel verschuldigde alimentatie. Het kan dus perfect gebeuren dat de best verdienende ouder toch een alimentatie moet betalen aan de andere en dit zelfs in een week-week regeling. Bij het bepalen van die financiële draagkracht kan rekening worden gehouden met de inkomsten van uw collega en dit niet enkel uit diens professionele activiteit als arts, maar ook bijvoorbeeld met huurinkomsten, inkomsten uit beleggingen en diens meer. Verder kunnen ook mogelijkheden om meer te verdienen (bv. de ene ouder werkt maar halftijds en zou voltijds kunnen werken) in aanmerking genomen worden. Oefent u uw activiteit uit binnen een artsenvennootschap, dan kan men ook rekening houden met de mogelijkheden om zich privé een groter inkomen toe te kennen uit die vennootschap of met dividenden of tantièmes die u eventueel uitgekeerd krijgt. In de praktijk bestaan er een aantal modellen die toelaten om het bedrag aan alimentatie dat op die manier verschuldigd is te berekenen. Die modellen zijn niet bindend maar worden, afhankelijk van rechter tot rechter, toch geregeld gebruikt. De verplichting om alimentatie te betalen eindigt niet noodzakelijk op het moment dat de kinderen meerderjarig worden. Alimentatie kan ook van toepassing zijn voor meerderjarige kinderen en dit als hun opleiding niet voltooid is op het moment dat ze meerderjarig worden (wat meestal het geval zal zijn). De opleiding is voltooid als een kind een diploma haalt dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Veelal gaat men ervan uit dat de ouders ook moeten betalen voor een opleiding met het oog op een tweede diploma en zeker als die opleiding in het verlengde ligt van de eerste opleiding. De studies moeten dan wel een 'normale voortgang' kennen waarbij de kinderen de nodige studie-ijver aan de dag leggen. De meeste rechters interpreteren deze 'normale voortgang' soepel en menen dat het verlies van één of zelfs meerdere studiejaren niet betekent dat de ouders niet meer moeten betalen. Los van de eigenlijke alimentatie moet u als ouder ook bijdragen in de buitengewone kosten voor de kinderen. Het gaat daarbij onder meer om de kosten van hogere studies (studentenkamer, inschrijvingsgeld enz.), kosten bij opname in een ziekenhuis, orthodontie, rijschool en diens meer. Sinds zowat een jaar bestaat er een wettelijke lijst die aangeeft welke kosten als buitengewone kosten worden aanzien. Bij een discussie zal de rechtbank die lijst in principe ook volgen.In een aantal gevallen moet u sowieso meebetalen, voor andere is dat maar het geval als er een voorafgaand akkoord is over het maken van deze kosten. De wet bepaalt dat men tijdig moet reageren als er een vraag is van de andere ouder om zo'n kost te delen. Bij gebreke hieraan wordt men geacht akkoord te zijn. De ouder die de kostendeling wil voorstellen kan het akkoord van de andere ouder vragen via een aangetekende brief, aangetekende e-mail of fax. Reageert de ander dan niet binnen 21 dagen, te rekenen van de dag na de verzending, dan wordt hij geacht akkoord te zijn. De bijdrage van de ouders voor deze buitengewone kosten worden niet noodzakelijk berekend op een 50/50 % basis. Het kan dus perfect gebeuren dat u meer dan de helft van deze kosten moet betalen. Om de verhouding in kwestie te bepalen zal ook hier weer de draagkracht van de beide ouders vergeleken worden. Voor de betaling van de buitengewone kosten zou er ook kunnen worden gewerkt met een kindrekening. Van die rekening, waarop beide ouders in dezelfde of in een verschillende verhouding geld moeten storten, worden dan de buitengewone kosten betaald. Als een akkoord wordt afgesloten rond de financiële bijdragen voor de kinderen (of als de rechtbank daarover een beslissing neemt), dan is die regeling niet 'definitief'. Ze is namelijk wijzigbaar als de toestand van de ouders wijzigt.Valt uw inkomen bijvoorbeeld sterk terug of verdient uw ex plots heel wat meer, dan liggen de kaarten anders en kan zowel het bedrag van de alimentatie als de bijdrage in de kosten worden gewijzigd. U kan de betaalde alimentatie ook fiscaal aftrekken van uw gezamenlijk netto-belastbaar inkomen. Meer bepaald kan u dat doen ten belope van 80% van het betaalde onderhoudsgeld. Voorwaarde is wel dat u het onderhoudsgeld regelmatig betaalt en dat u de betaling van het onderhoudsgeld kan verantwoorden met bewijskrachtige stukken.