Gustave Boddaert werd geboren in Gent op 26 augustus 1836, met familiale antecedenten die hem voorbestemden voor het artsenberoep. Zijn grootvader was chirurgijn in Drongen. Zijn vader Joseph werd onder het Empire opgeleid aan de Ecole de Médecine de Gand, wat hem heel wat vrijstellingen opleverde toen hij zich in 1817 als vierde op de rol inschreef voor geneeskunde aan de pas opgerichte universiteit.
...
In 1818 werd Joseph Boddaert de eerste die aan de Gentse universiteit een thesis in de geneeskunde verdedigde, De Hepatitide, zoals vereist in het Latijn. Het was pas de tweede thesis voorgelegd aan de Universiteit Gent.Zoon Gustave had dan ook een voorbeeld om naar op te kijken, toen hij na de humaniora bij de jezuïeten in het Sint Barbaracollege de studies in de geneeskunde aanvatte. Op 23 april 1863 behaalde hij zijn einddiploma met de grootste onderscheiding. Een tijd kon de oftalmologie hem boeien, maar weldra voelde hij zich vooral aangetrokken tot de chirurgie, en ging hij zijn blik verruimen en actuele kennis opdoen in het buitenland. In Bonn bekwaamde hij zich in de histologie en pathologische anatomie. Terug in Gent, werd hij in 1866 onderscheiden met de burgerlijke medaille voor zijn optreden tijdens de cholera-epidemie die door de beluiken raasde. De beslissende wending van zijn carrière kwam er echter met zijn daaropvolgend verblijf in Londen, waar hij uit de eerste hand kennis maakte met het werk van Joseph Lister, de vader van de antisepsis, en met de pioniers van de - vooral gynaecologische - laparotomie zoals de virtuoze, kleurrijke en om zijn 'franc parler' notoire Schot Lawson Tait en Spencer Wells. Deze laatste kon de mortaliteit van de ovariëctomie terugbrengen tot een voor die tijd ongezien lage 4 procent, door een rigoureuze antisepsis met carbolspray op de handen en het instrumentarium. Toen Boddaert Londen bezocht was narcose gemeengoed geworden. Dat liet de chirurgen toe om ook rustiger te opereren. Met Listers antisepsis waagden chirurgen zoals Spencer Wells zich dagelijks aan abdominale ingrepen. Spencer Wells was ingenomen door de competentie van Gustave Boddaert, die hij liet assisteren bij zijn operaties in het Samaritan Free Hospital, evenals in zijn privépraktijk.Gewapend met de in Londen opgedane kennis voerde Gustave Boddaert na zijn terugkeer zijn eerste ingreep voor een ovariumkyste uit ten huize van de 29-jarige Jeanette B., na toediening van chloroformnarcose. Tevoren waren in België slechts vijf ovariotomies genoteerd die alle fataal waren afgelopen. De kyste, met een inhoud van 11,5 liter, werd in 45 minuten verwijderd, ten koste van amper 100 gram bloedverlies. De ingreep op zich was in feite relatief eenvoudig. De chirurg lokaliseerde onder de kysteuze massa de steel, bestaande uit ligamentum latum en ovarii proprium, klemde die in één keer af met een schroefklem, en kon toen naar keuze de massa verkleinen door punctie en aspiratie of zijn virtuositeit demonstreren door de tumor 'sportief' in toto te extirperen. Boddaerts patiënte was na 26 dagen volledig hersteld. Daarmee stond Gustave Boddaert pas aan het begin: in het Bijlokehospitaal, waar hij vanaf 1866 hulpchirurg was en in 1873 tot titularis werd benoemd, moest hij de strijd aangaan met de krachten van inertie en reactie bij directie, verplegenden en collegae, om de antisepsis en haar consequenties voor discipline en kosten te doen aanvaarden. De taaiste tegenstrever was heelmeester Floribert Soupart. Rapporten en tegenrapporten werden opgesteld. Tussen de discipelen van beide strekkingen kwam het zelfs tot handtastelijkheden op straat. Uiteindelijk kwamen Boddaert en de antisepsis als overwinnaars uit de strijd, zij het pas nadat de affaire zelfs het onderwerp had uitgemaakt van een parlementaire interpellatie op 15 juli 1873! Gustave Boddaert werd in 1880 benoemd tot buitengewoon hoogleraar en tot ordinarius in 1883. Ironisch genoeg deelde hij de leeropdracht met niemand anders dan Soupart. Nog in 1913 kon dr. Van Imschoot, die in het Liber Memorialis het lemma 'Gustave Boddaert' schreef, niet nalaten te melden dat deze de heelkundige kliniek doceerde "concurremment avec notre illustre maître (sic) Soupart". Boddaert gold toen als de beste chirurg van het land. In 1884 werd hij afgevaardigd om Gent te vertegenwoordigen bij de 300ste verjaardag van de universiteit van Edinburgh. In 1885 voerde hij zijn 100ste ovariotomie uit. In dat jaar kwam onder zijn impuls ook een bacteriologisch laboratorium en bijgevolg het onderwijs in de microbenleer in Gent tot stand.Als lid van de Provinciale Geneeskundige Commissie propageerde Gustave Boddaert ook strenge antiseptische maatregelen voor de vroedvrouwen om kraamvrouwenkoorts te voorkomen. Onvermoeibaar bleef hij buitenlandse congressen bijwonen en klinieken bezoeken om nieuwe technieken te leren kennen. Zo stond hij hoog aangeschreven bij de grote Pruisische arts Richard von Volkmann, die de voortrekker werd van de aseptische (vs. de antiseptische) methode. In het begin van 1888 werd Gustave Boddaert getroffen door een slopende ziekte. Hij bleef actief werken en doceren maar stierf op 31 mei 1888, geen 52 jaar oud. Zo kreeg hij de kans niet om zijn vele notities en ervaringen te bundelen.Zijn huwelijk met Louise van Cutsem bleef kinderloos. Eén van zijn broers, Richard, werd eveneens hoogleraar in Gent, en wel in de anatomopathologie. Hij was de grondlegger van de microscopische morfologie aan de Gentse universiteit. Richard Boddaert stierf in 1909, terwijl hij twee van zijn zonen, artsen, had overleefd. Aan de stam Boddaert, een begrip in de Gentse medische wereld, kwam een einde in 1982, wanneer dokter Jean Boddaert (1920-1982), anatomopatholoog aan de RUG en het AZ/UZ Gent, kinderloos overleed bij een tragisch verkeersongeval in Genève.