...

Federaal minister Vandenbroucke (Vooruit) heeft een akkoord over de contingentering en de invoering van een vergelijkend ingangsexamen/numerus fixus voor de geneeskundestudies. Tenminste, de bevoegde Franstalige minister voor hoger onderwijs zegt dat ze een dergelijke proef wil invoeren.Spijkerharde garanties zijn er niet. En de stok achter de deur, de federale contingenteringsattesten, trekt Vandenbroucke al bij voorbaat terug.Flashback. In de regering Michel had de toen bevoegde minister De Block (Open VLD) ook een akkoord op zak. Het bleef dode letter. Verder in de tijd toonde PS-minister Laurette Onkelinx er zich voorstander van om elke beperking af te schaffen, minstens toch voor richtingen met een tekort. Niet toevallig werden in die era allerlei inderhaast ingevoerde beperkingen moeiteloos gerechtelijk onderuit gehaald. Met een kwarteeuw gehakketak in het achterhoofd valt dus licht te begrijpen dat Vlaamse artsen en politici nu niet in de handen klappen. Meer. Tot nader order is het federale niveau bevoegd voor de toegang tot het artsenberoep. Dat beleid zou dus hetzelfde moeten zijn voor het hele grondgebied. Minister Vandenbroucke haalt dat principe met één pennentrek onderuit. Officieel werkt een Franstalige arts voortaan 20% minder dan een Vlaamse arts. Een karikatuur? Als dokter X uit Bastogne morgen naar Oostende verhuist, rekent de goede man dan plots veel meer prestaties aan? En huisarts Y uit Antwerpen, aan de slag in Luik, geniet van een lang weekend... Tjonge, jonge. Er zijn heel wat verschillen tussen Zuid en Noord waarmee de minister geen rekening houdt of kan houden. Maar dit zou dan wel mogen. Dat het gezondheidszorgbeleid na de zesde staatshervorming al ingewikkeld, weinig coherent en versnipperd was, weten we. Vandenbroucke doet er nu eigenhandig een flinke schep bovenop.