"De covid-19-pandemie bevestigde al langer bekende hinderpalen van de staatsstructuur en legde nog extra knelpunten bloot. Minder complexiteit kan de veerkracht ten goede komen. Hoge nood is er aan homogene bevoegdheidspakketten." Dat zei Raf De Rycke, voorzitter van de Broeders van Liefde, op een symposium over 'een zelfstandige Vlaamse gezondheidszorg na corona' georganiseerd door het Vlaams Artsenverbond.
...
Hij stond specifiek stil bij het beleid in de geestelijke gezondheidszorg tijdens en na de gezondheidscrisis. Het beleid hield de eerste maanden van de pandemie, vanaf medio maart 2020, veel te weinig rekening met op evidentie gebaseerd psychisch welzijn. Nagenoeg enkel EBM-somatische zorg was van tel, stak De Rycke van wal. Dat de staatsstructuur een adequate benadering van de pandemie bemoeilijkte, hoeft geen betoog. "Tekortkomingen werden scherper gesteld", zei Raf De Rycke. "Zo ressorteert gezondheidsbeleid sinds de zesde staatshervorming onder zes regeringen, zes parlementen en negen verantwoordelijke ministers. Bevoegdheden op het vlak van programmatie, financiering en erkenning van ziekenhuizen zijn verdeeld tussen de deelstaten. Dat is uiteraard problemen zoeken." Dat geldt niet enkel voor somatische zorg. De sector geestelijke gezondheidszorg is in hetzelfde bedje ziek. "Programmatie en financiering met uitzondering van de infrastructuur van de psychiatrische ziekenhuizen vallen onder het federale niveau. Andere zorgvormen zoals de centra voor geestelijke gezondheidzorg, de initiatieven beschut wonen,... behoren volledig tot de bevoegdheid van de deelstaten. Dat maakt het erg complex en goed samenwerken niet evident", aldus Raf De Rycke. De topman van de Broeders van Liefde wees op het verschillende kwaliteits- en veiligheidsbeleid van het federale en het deelstaatniveau. "Dat was voor de pandemie al zo en het is niet logisch." Een consistent preventiebeleid ontbreekt evenzeer: de deelstaten draaien op voor de kosten terwijl federaal de financiële vruchten plukt. Raf De Rycke: "In de geestelijke gezondheidsbeleid ontbreekt een consistent beleid, hetgeen niet bevorderlijk is voor de verdere vermaatschappelijking. Zeer jammer is ook dat dataverzameling niet generiek gebeurt maar met verschillende instrumenten. Er zijn Minimale Psychiatrische Gegevens en er is Belrai, er is de DSM 4 versus DSM 5 enz. De GGZ beschikt sowieso al over te weinig data. Dat bemoeilijkt een wetenschappelijk onderbouwd beleid en maakt longitudinale studies onmogelijk." Ook bekritiseerde hij de inflatie aan netwerken op federaal en deelstaatniveau. Er zijn onder meer eerstelijnszones, regionale zorgzones, netwerken GGZ voor volwassenen, netwerken GGZ voor kinderen, klinische ziekenhuisnetwerken enz. "Samenwerking is goed maar daaraan gaat veel inzet en energie op", vreest De Rycke. Het hoeft geen betoog dat de bevoegdheids- en verantwoordelijkheidsdiscussies voor extra problemen zorgden tijdens de pandemie. "Een veelheid aan organen - Veiligheidsraad, crisiscentrum, exitgroep, Risk Assessment Group, Risk Management Group enz. - pakten de crisis aan. Ze kwamen bovenop bestaande organen en administraties van diverse overheden, het Riziv, de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, de Hoge Gezondheidsraad enz." Andermaal stelde Raf De Rycke vast dat veel tijd en energie verloren ging aan afstemming. "Al doet dat geen afbreuk aan de goede bedoelingen en inzet van wie in de organen actief is", voegde hij er wel aan toe. In de toekomst dringt meer homogeniteit van bevoegdheden, afstemming, transparantie en een betere communicatie zich op. Een nieuwe staatshervorming mag alvast de zesde niet kopiëren. Dat zou enkel bijkomende versnippering met zich meebrengen. "Evenmin is het wenselijk om - met behoud van gemeenschappen, gewesten en Brusselse structuren - de gezondheidszorg volledig te communautariseren of te regionaliseren. Ook dan blijven er immers acht of negen ministers bevoegd." De Rycke benadrukte dat algemene en psychiatrische ziekenhuizen zeker geen verschillend hervormingspad mogen bewandelen. "Dat zou de band met de algemene ziekenhuizen doorknippen en dat is niet wenselijk. De psychiatrische afdelingen van de algemene ziekenhuizen zijn immers goed voor 25% van het GGZ-aanbod", aldus De Rycke. Wel toonde hij zich voorstander van een quasi volledige overdracht van alle bevoegdheden inzake gezondheidszorg naar de deelstaten/regio's. "Zo blijft er nog één minister per deelstaat/regio en zo kan efficiënte/effectieve zorg gerealiseerd worden." Daarnaast blijven in crisisperiodes een aantal federale bevoegdheden best behouden. Expliciet verwees De Rycke dan naar de coördinatie van het pandemiebeleid, de nomenclatuur, het geneesmiddelenbeleid en de inning van het ziekenhuisbudget via belastingen en sociale zekerheid. "Op preventie moet meer worden ingezet en niet alleen in de strijd tegen (varianten van) covid-19. Ook tegen andere infectieziekten dienen de deelstaten preventieve strategieën te ontwikkelen. Specifieke revalidatieprogramma's voor covid-19 zijn evenzeer aangewezen om te voorkomen dat mensen hun heil zoeken in alternatieve behandelingen. "Er zijn ook lichtpunten zoals een groter politiek draagvlak na corona voor meer homogene bevoegdheidspakketten en de intussen extra financiële inspanningen voor de GGZ van de bevoegde ministers" gaf de voorzitter van de Broeders van Liefde nog als boodschap mee.