...

De tijden veranderen, stelt de Nationale Raad van de Orde van Artsen vast. Vroeger waren solopraktijken legio. De reden waarom de Orde het in de jaren 70 ongepast vond voor een specialist om patiënten te zien in een huisartsenpraktijk, was dat ze beducht was voor collusie. Maar tegenwoordig zijn samenwerkingsverbanden tussen huisartsen en andere beoefenaars van de gezondheidszorg frequent. Interactie tussen de eerste en de tweede lijn in het kader van een multidisciplinaire praktijk biedt een meerwaarde voor de patiënt en draagt bij tot een hogere kwaliteit van de zorg, vindt de Orde. Wel moet de deontologische code gerespecteerd worden. De Orde verwijst specifiek naar artikel 159, $5 uit de plichtenleer: de patiënt moet zijn arts vrij kunnen kiezen, artsen moeten hun onafhankelijkheid steeds bewaren, het beroepsgeheim moet verzekerd blijven en de verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid moet in orde zijn. Iedere commercialisatie van de geneeskunde blijft uit den boze, inclusief collusie, dichotomie en het aanzetten tot overconsumptie.