...

De Orde wijst erop dat de modaliteiten van het GMD voortdurend veranderen. Vandaar dat een update van het advies van 2011 zich opdrong.De inhoud van het GMD is wettelijk bepaald. Deontologisch is voorzien dat de arts voor elke patiënt een medisch dossier bijhoudt. Samenstelling en bewaring ervan beantwoorden aan de wettelijke en deontologische vereisten. Bij een eerste raadpleging van een nieuwe patiënt kan de huisarts via MyCareNet controleren of de patiënt geen GMD heeft bij een andere huisarts. Een GMD opdringen mag niet en bij de opening dient de huisarts de patiënt correct te informeren over het belang van het GMD als werkinstrument voor kwaliteitsvolle zorg. De geïnformeerde opening gebeurt aan de hand van de eID. De elektronische opening is niet alleen eenvoudig, sinds begin dit jaar is het ook de enige mogelijkheid om recht te hebben op de voordelen ervan.Het GMD verzamelt en integreert alle info omtrent de patiënt. Dit geeft de GMD-houdende huisarts een totaalbeeld van de gezondheidstoestand van de patiënt. De huisarts als vervangende arts mag geen GMD openen. Dat geldt a fortiori tijdens wachtdiensten of als de huisarts als vervanger optreedt. Wel heeft de wachtarts toegang tot het Sumehr, dat minimale gegevens bevat die een arts nodig heeft om de gezondheidstoestand van de patiënt in te schatten. Bij verandering van behandelende huisarts deelt de arts binnen een redelijke termijn alle noodzakelijke gegevens mee aan de door de patiënt aangeduide arts. Vandaag is het gebruikelijk dat de arts een kopie van het volledige patiëntendossier overdraagt aan de nieuwe huisarts via eHealth. Bij objectief vast te stellen vergissingen, dient de arts die kosteloos te verbeteren. In de regel heeft de patiënt evenwel niet het recht om relevante gegevens uit zijn patiëntendossier te doen verwijderen. Anderzijds mag de arts niet gelijk welke gegevens opnemen, hij dient rekening te houden met principes van minimale gegevensverwerking, proportionaliteit en noodzakelijkheid.Andere huisartsen binnen een groepspraktijk hebben automatisch toegang tot de GMD-gegevens van elkaars patiënten wanneer ze daartoe gemachtigd zijn. De patiënt kan een therapeutische relatie met een bepaalde arts van een groepspraktijk weigeren. Wanneer een huisarts de groepspraktijk verlaat, bevestigt de patiënt wie zijn GMD-houdende huisarts is. Eenmaal per jaar wordt per GMD door de huisarts een honorarium aangerekend. Sinds 1 januari geldt een automatische verlenging. Een jaar op twee dient wel een raadpleging plaats te vinden.Het beheer van een GMD, zo stipt het Ordinale advies nog aan, is voorbehouden aan erkende huisartsen. Een huisarts in opleiding kan geen GMD openen of beheren. De nationale raad vindt ook dat een GMD-houdende huisarts de volledige huisartsenzorg voor de patiënten moet kunnen verzekerenTot slot stelt de Orde dat ze "met deze analyse de huisartsen wenst bij te staan om met de nodige zorg en eerbiediging van de deontologische voorschriften het GMD van iedere patiënt te beheren."