...

Ik heb me de voorbije weken vaak opgewonden over de vele complot- en ontkenningstheorieën die in media circuleerden, vertelt dr. Van Pottelbergh. "Ik ben 37 jaar, ik probeer gezond te leven en sport op frequente basis, maar toch ben ik zelf getroffen geweest door covid en heb ik bijna 30 woonzorgcentrumbewoners zien sterven op een maand tijd. Als je dan leest of hoort dat 'het allemaal best mee valt', of dat cijfers uit hun context worden getrokken... (zucht). Hier staan we toch opnieuw, hé, voor een tweede golf. De kans is groot dat mijn telefoon straks opnieuw roodgloeiend staat omdat het aantal besmettingen opnieuw snel toeneemt, en dat we de woonzorgcentra weer moeten managen als was het een rampgebied."De chaos, de onwetendheid, de verwarrende communicatie van bovenaf, ... Vooral het begin is zeer chaotisch verlopen. Ik herinner me nog goed dat de laatste week van februari de ongerustheid toenam, daarop zijn mijn collega-CRA's en ik het overleg gestart met de geriaters in de omliggende ziekenhuizen. Hebben we voldoende materiaal? Wat zijn de plannen, de protocollen? Ondertussen werd de ene na de andere maatregel afgekondigd. Eerst gingen de woonzorgcentra gedeeltelijk toe, anderhalve dag later moesten ze helemaal op slot. Voor ons was het van het grootste belang dat iedereen in het woonzorgcentrum getest werd, zodat we wisten wie we moesten isoleren en wie niet. Maar met de testcapaciteit die toen beschikbaar was, kon op dat moment nog niet in alle Vlaamse woonzorgcentra getest worden. In het begin werden bewoners dus enkel geïsoleerd op basis van symptomen. Maar er doken steeds meer besmettingen op, op een gegeven moment waren vier van onze negen afdelingen in de twee wzc op de campus getroffen. Uiteindelijk werd de testcapaciteit voor de woonzorgcentra dan toch opgedreven, maar toen de testen toekwamen kregen bepaalde woonzorgcentra prioriteit, waardoor in het ene woonzorgcentrum waar ik als CRA werk, wel getest kon worden en in het andere op dezelfde campus nog niet. Een vreemde situatie. Binnen het woonzorgcentrum was het protocol om alleen mondmaskers te dragen 'als het echt nodig was'. We hadden als huisarts wel degelijk FFP2- en FFP3-maskers tot onze beschikking, maar ik hield me strikt aan de afspraak - met als gevolg dat ik als een van de eerste ziek geworden ben. Zelf ziek worden, dat had ik echt nooit verwacht. Maar toen ik wakker werd met een lichte reutel, en lichte koorts, wist ik hoe laat het was. In het ziekenhuis ben ik erg geschrokken van mijn eigen longfoto, en van wat het virus met je lichaam kan doen. In allerijl heb ik iedereen verwittigd, ik moet in isolatie! Het werden eenzame dagen op de zolderkamer (lacht), familiaal was dat zeker niet evident. Ik heb me enkele dagen echt slecht gevoeld, nadien heb ik geprobeerd om zaken mee te helpen regelen van thuis uit. Ik denk trouwens dat veel CRA's en collega-huisartsen ziek geweest zijn. Destijds ging heel veel aandacht uit naar de teruggekeerde skiërs uit Italië, maar zelf heb ik de eerste besmetting in een woonzorgcentrum terug kunnen traceren tot 1 maart, toen het virus officieel nog niet in ons land was. Mijns inziens waren we daardoor ook te laat met onze reactie... (Lees verder onder de foto.)In het begin wisten we gewoon te weinig. Ja, we hadden een aantal jaar geleden training georganiseerd in verband met kamerisolatie, die protocollen waren ook voorhanden. Maar niet voor een ganse afdeling, laat staan een heel woonzorgcentrum. Achteraf bekeken hebben we snel geanticipeerd en bijgeleerd. Op een goede maand tijd zijn bijna 30 bewoners overleden in onze twee wzc's, dat is drie tot vier keer zoveel als normaal, en uiteraard veel te veel. Maar hadden we niets gedaan, dan was een derde tot de helft van de bewoners overleden. (overtuigd) We hebben het rusthuis overeind gehouden. We hebben te allen tijde intensief samengewerkt met de geriaters, en er alles aan gedaan om de verpleegkundigen te ondersteunen waar nodig. Voor die inzet in de eerste fase hebben we veel waardering gekregen. Waar ik het moeilijk mee heb, is de omslag in perceptie die er naar mijn mening is gekomen richting einde van de zomer. In een aantal parlementaire commissies, en vooral in media werd soms de indruk gewekt dat 'men die mensen in de rusthuizen heeft laten doodgaan'. Onder andere, ja. Op onze vraag hebben de geriaters in de ziekenhuizen in de regio het voortouw genomen om triagecriteria af te spreken. Ruw geschat zijn er in Leuven en omliggende gemeenten 5.000 woonzorgcentrumbewoners. Daartegenover staat een capaciteit van maximaal 200 covidbedden voor de hele bevolking. Het is met andere woorden niet zinvol om elke bewoner die een kuchje heeft en positief test, op te nemen. Samen (met de geriaters, nvdr) hebben we frequent overlegd en getoerd in de woonzorgcentra, om te kijken welke zorg we nog konden bieden aan bewoners die positief getest hadden en ernstig ziek waren. Soms was het oordeel, dat alleen nog palliatieve zorg van betekenis kon zijn - dezelfde zorg die ze in het ziekenhuis zouden krijgen. Moet je die mensen dan nog in een ambulance steken naar het ziekenhuis, gewoon voor de gemoedsrust? Waar ze hoogstwaarschijnlijk enkele dagen later eenzaam zouden overleden zijn, in een voor hen onbekende omgeving? Ik ga niet ontkennen dat er wellicht woonzorgcentra zullen geweest zijn waar het beter kon. Maar zelf heb ik niet het gevoel dat er te veel mensen gestorven zijn omdat we ze niet naar het ziekenhuis gestuurd hebben. In het begin was het inderdaad heel erg zoeken naar een veilige manier om familie te ontvangen. Gaandeweg hebben we wel degelijk inspanningen geleverd om de bezoekmogelijkheden te verbeteren, zoals familieleden volledig ingepakt laten komen als een naaste stervende was. In veel gevallen was en is bezoek toestaan maatwerk. Daarbij steeds rekening houdend met de personeelsbezetting, er is altijd wel iemand ziek en er is sowieso al veel werk. Maar los daarvan, was er in die eerste maanden veel solidariteit. Familieleden kwamen taart brengen, we kregen bloemen, ... Ook bij de bewoners was er begrip voor de complexiteit van de situatie. Het probleem was - en is - dat de crisis lang duurt. De positiviteit is gaandeweg omgeslagen in een terneergeslagen gevoel. (zucht) Het is hallucinant dat dit terug gebeurt. Ik heb al een aantal keren gevloekt, ja. Tijdens de eerste golf hebben we heel veel zelf moeten uitpluizen, trekken, ... Dat was vermoeiend. De impact van de covid-19-pandemie op het welzijn van zorgverleners is niet te onderschatten. Op lichamelijk vlak; ik ben ziek geworden, maar gelukkig ben ik snel hersteld. Sommige collega's zijn echter langdurig ziek geweest. Daarnaast zijn er ook op psychisch vlak gevolgen. Zelf sta ik op een ietwat rationele, academisch geschoolde manier in de zorg, maar laten we al die zorgmedewerkers niet vergeten die in de sector gestapt zijn net omwille van die typische warmte en gezelligheid. Wie aan een woonzorgcentrum denkt, haalt zich in eerste instantie een gezellige sfeer voor de geest, een gemeenschappelijke ruimte waar groepsactiviteiten worden georganiseerd, kortom: een plek waar mensen warm omringd worden. Naarmate het aantal besmettingen en overlijdens toenam, verdween die warme ambiance als sneeuw voor de zon, om te veranderen in het besef dat ' iedereen rondom mij corona kan hebben en dood kan gaan'. Op korte tijd zoveel mensen zien sterven is bikkelhard. En op welke manier... Afscheid nemen van mensen in een hermetisch gesloten kist, begrafenisondernemers gehuld in marsmanpakjes... - surreëel, als in een film. Ik heb me meermaals in de arm moeten knijpen: is dit echt? Ik denk dat je dit alleen kan aanpakken met een klein, crisisteam. In onze woonzorgcentra waren dat naast de directie, twee CRA's waaronder mezelf, twee huisartsen, en een haio. Belangrijk is om duidelijk leiding te geven, want je moet alle medewerkers op één lijn krijgen - ook collega's die normaal geen zorgfunctie hebben en ternauwernood ingeschakeld moeten worden. In onze woonzorgcentra hadden echt veel meer mensen ziek kunnen worden als we de maatregelen niet zo strikt hadden opgevolgd. CRA zijn is op zo'n momenten geen plezante job: je moet vaak slecht nieuws brengen, een lastigaard zijn en ervoor zorgen dat protocollen gevolgd worden, beslissen om mensen te isoleren, ... dat maakt je niet bepaald populair. Een anekdote. Op een gegeven moment heb ik een zorgmedewerkster onder haar voeten moeten geven, er was een bewoner gevallen in zijn kamer. Als in een reflex - dus zonder eerst beschermingskledij aan te trekken - zijn ze die man ter hulp gesneld. "De volgende keer moet je beschermingskledij aantrekken", merkte ik op. "Ja, maar we konden die man toch niet laten liggen?", klonk het verdedigend. Natuurlijk niet, maar als je als zorgverlener zelf ziek wordt, kan je een hele afdeling besmetten. Dus heb ik die collega in kwestie opgedragen om meteen van kledij te gaan wisselen. Dat is hard, hé. Maar het is de enige juiste manier. Er is geen grijs als het gaat over de overdracht van een virus.