Ook in het covidjaar 2020 bleven de aan de patiënt aangerekende uitgaven in ziekenhuizen lichtjes omhoog gaan. Er werd niet altijd, zoals wettelijk bepaald, een uitzondering gemaakt voor covidpatiënten.
...
Een derde van de factuur die ziekenhuizen aan de patiënt presenteren, omvat remgelden (370,3 miljoen euro in 2020) en de rest bestaat uit wat de ziekenfondsen supplementen noemen (790,6 miljoen). De totale bedragen lagen een stuk lager dan in 2019 (zie ook de tabellen). Maar in de meeste ziekenhuizen betaalde de patiënt meer. Voor een kwart van de covidpatiënten bedroeg de ziekenhuisfactuur minstens 500 euro. In mei presenteerde het Intermutualistisch Agentschap de Ziekenhuisbarometer 2020 aan de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen: een analyse van de eigen bijdragen door patiënten in ziekenhuizen. De barometer gebruikt de term 'supplementen' heel breed. Het gaat om supplementen op de erelonen van de artsen - dat is effectief het grootste deel. Daarnaast gaat het om supplementen voor een eenpersoonskamer, de apotheek en erelonen voor andere zorgverleners dan artsen - maar ook om honoraria voor niet-terugbetaalde prestaties, eigen bijdragen voor implantaten, een verband,...In 2020 nam bijna een vijfde van de patiënten (18,3%) een eenpersoonskamer voor een klassiek ziekenhuisverblijf. Ze betaalden voor 536,2 miljoen euro 'supplementen'. Daarvan ging er 410,7 miljoen euro naar supplementen op de erelonen van artsen, 95,2 miljoen naar de kamer, 12,1 miljoen naar de apotheek, 1,1 miljoen naar supplementen voor niet-artsenhonoraria, 2,5 miljoen naar kosten voor implantaten, en 9,3 miljoen naar tal van andere bijkomende kosten. Patiënten die bij een dagopname een eenpersoonskamer vroegen (7,4%, maar zoals voor een klassieke opname erg verschillend van ziekenhuis tot ziekenhuis), betaalden in totaal 88,8 miljoen euro 'supplementen' - met een tamelijk gelijklopende verdeling. Ziekenhuizen moeten aan het Riziv bekend maken welk percentage ereloonsupplementen ze maximaal kunnen aanrekenen. Dat varieert van 100% tot 300%. De Ziekenhuisbarometer klaagt aan dat die percentages de patiënt geen betrouwbaar beeld geven van hoe hoog de bijkomende kosten kunnen oplopen. De onzekerheid over de uiteindelijke factuur blijft groot. In sommige ziekenhuizen kunnen afzonderlijke diensten meer vragen. Artsen laten patiënten wel eens een papier tekenen dat ze boven het maximumpercentage mogen gaan. De patiënt weet niet hoe het basisbedrag is samengesteld. En vooral: de werkelijk aangerekende percentages lopen erg uiteen. In 2020 bedroeg de totale patiëntenfactuur, bovenop het remgeld, in gemeenschappelijke kamers 126,8 miljoen euro (klassieke opname) - betaald door weliswaar een veel grotere groep. Een belangrijk aandeel (meer dan een derde) zijn kosten voor de apotheek. Deze aangerekende bedragen kunnen volgens de Ziekenhuisbarometer van instelling tot instelling sterk uiteenlopen - en variëren soms flink binnen eenzelfde ziekenhuis. Illustraties daarvan geeft het IMA voor de zogenaamde laagvariabele zorg - laagvariabel voor de ziekteverzekering is dat nog niet voor de patiënt, stelt het rapport. Vooral bij knieprothesen, gastric bypass en gastroplastie krijgen vele patiënt blijkbaar nog een flinke factuur. Personen met recht op een verhoogde tegemoetkoming zijn goed voor 30,2% van de klassieke ziekenhuisverblijven en 22,2% van de dagopnamen. Ze kiezen veel minder vaak voor een eenpersoonskamer, maar bijvoorbeeld bij een gewone ziekenhuisopname doet nog 6,4% dat. In dat geval kan de factuur ook voor hen hoog oplopen. Ereloonsupplementen tellen bovendien niet mee voor de maximumfactuur. Bij 4,4% van de ziekenhuisopnamen in 2020 werd de pseudocode 793800 geregistreerd, die aangeeft dat de patiënt met covid is besmet. Het gaat om 65.653 verblijven. Er werden voor covid nog andere nieuwe nomenclatuurnummers in het leven geroepen. Het IMA stelt vast dat die soms (voor 7,3%) eveneens werden gebruikt bij patiënten die niet de covid-pseudocode kregen. In juni 2020 kwam er een wet die met terugwerkende kracht vanaf 11 maart dat jaar verbood dat ereloonsupplementen werden aangerekend aan covidpatiënten - en ziekenhuizen konden hen ook geen niet-vergoedbare prestaties factureren. Covidpatiënten liggen gemiddeld veel langer in het ziekenhuis dan andere patiënten. Naast de door het Riziv terugbetaalde bedragen, loopt het remgeld dan ook een stuk hoger op. Maar daarnaast werd voor 7 miljoen euro ereloonsupplementen gefactureerd, 2,5 miljoen kamersupplementen en 4,8 miljoen apothekersupplementen aan personen die de pseudocode voor covid hadden. Een op de negen covidpatiënten kreeg achteraf nog een ziekenhuisfactuur van 1.000 euro of meer. Volgens het IMA kan het uitgesloten worden dat deze bedragen aangerekend zouden zijn nog voordat het ziekenhuis wist dat de patiënt covid had.