...

Een KB van 12 mei 2024 wijzigt het KB 25 november 1991 'houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde'. Het nieuwe KB werd bekend gemaakt in het Staatsblad van 15 juli en zal in werking treden op 25 juli. Artikel 1 van het KB 25 november 1991 somt de lijst op van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan huisartsen en artsen-specialisten. Momenteel zijn er 38 van dergelijke bijzondere beroepstitels. Het KB van 12 mei 2024 voegt er daar vier nieuwe aan toe: arts-specialist in de cardiale heelkunde; arts-specialist in de thoracale heelkunde; arts-specialist in de vasculaire heelkunde en arts-specialist in de viscerale heelkunde.Een bijzondere beroepstitel geeft aan de drager ervan geen monopolie voor het uitoefenen van het specialisme waarop de beroepstitel betrekking heeft. Niettemin heeft zo'n titel een belangrijke maatschappelijke en juridische betekenis. In een arrest van 13 juni 1995 verwoordde de Raad van State dit als volgt: 'het prestige dat met de erkenning gepaard gaat, zal de patiënten ertoe aanzetten zich tot die specialist te wenden en de verzorgingsinstellingen ertoe bewegen hun de leiding van de gespecialiseerde diensten toe te vertrouwen' (cf. H Nys, Gezondheidszorgberoepen, Wolters Kluwer, 2020, p 414).Inmiddels is dat laatste ook vaak een verplichting geworden in het kader van de Ziekenhuiswet. Voorts vervult het stelsel van bijzondere beroepstitels ook een belangrijke rol in de beheersing van het aanbod van huisartsen en artsen-specialisten, door het beheersen van de toegang tot het verkrijgen van deze bijzondere beroepstitels.