...

Aan het woord is Bernard Verheyden, jurist bij de FOD Volksgezondheid, op het VBS-symposium over 'hot topics in de gezondheidszorg' afgelopen zaterdag. Als voormalig adviseur (2014-2019) op het kabinet van minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block (Open VLD) was hij trouwens zelf zeer nauw betrokken bij de genese van de wet op de netwerken.Zaterdag stond Verheyden stil bij de manier waarop de medische raden op netwerkniveau zullen functioneren. De impact ervan zal veel groter zijn dan van de medische raden op ziekenhuisniveau. Verheyden onderstreept dat de netwerk-medische raden geen verzwaard advies afleveren. "Dat impliceert immers enkel adviezen over al door de beheerder genomen beslissingen. Op netwerkniveau beslist men volgens consensusmodel."Tevens benadrukt Verheyden dat de nieuwe wet voor niet minder dan een paradigmashift zorgt. "Essentieel is dat die ook vertaald wordt in een goede governance-structuur." Volgens de jurist zullen de netwerken medisch zijn of niet zijn. "Het impliceert natuurlijk ook dat artsen hun verantwoordelijkheid nemen. Lid zijn van een netwerk-medische raad vergt een andere 'mindset' dan lidmaatschap van de medische raad van een ziekenhuis."Eind vorig jaar al leverde het nationaal paritair comité artsen-ziekenhuizen over de medische raden op netwerkniveau een advies af. De uitvoeringsbesluiten bij de wet op de ziekenhuisnetwerken zijn in voorbereiding, zei hij nog.De federale wet is eigenlijk al van kracht sinds 1 januari. Verheyden geeft wel toe dat er in de praktijk enige vertraging op zit. "Er zijn al wel netwerken met rechtspersoonlijkheid maar lang niet allemaal. De bevoegde overheden zijn echter nog niet tussengekomen omdat ze zelf niet rond zijn met alle wijzigingen. Zo moet bijvoorbeeld de OCMW-wetgeving nog worden aangepast." Een overgangsperiode van vijf jaar is voorzien.