Sophie De Wit (N-VA) diende op 11 maart bij de Kamer een wetsvoorstel in 'tot wijziging van het Strafwetboek voor wat betreft de aangifteplicht van bepaalde misdrijven gepleegd op minderjarigen of kwetsbare personen'.
...
Het wetsvoorstel beoogt een wijziging van artikel 458bis Strafwetboek dat nu al onder bepaalde voorwaarden een meldingsrecht bevat. Artikel 458bis Strafwetboek luidt thans als volgt: 'Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en die hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, op voorwaarde dat hij het slachtoffer heeft onderzocht of door het slachtoffer in vertrouwen werd genomen, er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de psychische of fysieke integriteit van de betrokkene en hij deze integriteit zelf of met hulp van anderen niet kan beschermen' (nadruk toegevoegd). De misdrijven opgenomen in de artikelen 372 en volgende van het Strafwetboek betreffen allemaal - samengevat - schendingen van de fysieke en/of psychische integriteit van het slachtoffer. Artikel 422bis stelt het schuldig verzuim strafbaar.Van 'kan' naar 'moet'Het wetsvoorstel beoogt het woord 'kan' te vervangen door 'moet', zodat het meldingsrecht wordt vervangen door een meldingsplicht. Bovendien wordt een strafsanctie voorgesteld: 'Met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die geen gevolg geeft aan de aangifteplicht bepaald in het eerste lid.'Het wetsvoorstel wordt als volgt gemotiveerd: 'In navolging van aanbeveling nr. 90 van het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de aanpak van seksueel misbruik, in de Kerk maar ook daarbuiten, vervangen we met dit voorstel het spreekrecht (zoals bepaald in artikel 458bis van het Strafwetboek) door een eenduidige spreekverplichting.''Het is immers onaanvaardbaar dat het beroepsgeheim wordt ingeroepen in gevallen waarin een minderjarige of kwetsbare persoon slachtoffer is of dreigt te worden van zeer ernstige misdrijven als verkrachting, doodslag, verminking, et cetera'.