...

Daar komt het ontwerp op neer dat voortvloeit uit het principeakkoord hierover tussen de federale overheid en de Federatie Wallonië-Brussel.Minister Frank Vandenbroucke - tot ongenoegen van Vlaamse artsen en politici - veegt het historisch opgebouwde overschot aan Franstalige artsen en tandartsen immers weg.In ruil daarvoor voert de Federatie Wallonië-Brussel een vergelijkend toegangsexamen met numerus fixus in vanaf volgend academiejaar - dat is vanaf 2023-2024.Vanaf 2029 voor artsen - en 2028 voor tandartsen - moet het aantal studenten dat afstudeert aan de Franstalige universiteiten en het aantal dat kan doorstromen naar de beroepsopleiding in overeenstemming zijn.De Franstalige studenten die tot dit jaar aan de opleiding geneeskunde of tandheelkunde beginnen, krijgen de garantie dat ze een Riziv-nummer kunnen krijgen om te specialiseren. Rechtszekerheid bieden aan de studenten die tot aan dit academiejaar de studies zijn aangevangen, is een uitgangspunt van de wet.De Vooruit-minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid voert aan dat de Planningscommissie in haar rekenmodel al "rekening houdt met de overtallen en met de actuele situatie op het terrein"."De optie van een versnelde afbouw van het historisch opgebouwde tekort in de Vlaamse Gemeenschap via een in ministerraad overlegd koninklijk besluit blijft behouden", luidt het verder nog in de persmededeling.Voordat de regering de ontwerptekst definitief goedkeurt, moet de Raad van State er nog zijn advies over uitbrengen.Dat rechtsorgaan bracht ondertussen al een advies uit over een besluit van de Vlaamse regering dat de startquota vastlegt voor het aantal studenten dat volgend jaar aan de Vlaamse universiteiten de opleiding voor arts of tandarts mag beginnen.Dat besluit trekt het startquotum voor artsen op van 1.276 naar 1.424, en voor tandartsen van 180 naar 218. Het werd vrijdag definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering.