Het is nog steeds januari, dus is het mij nog toegestaan om gelukkig nieuwjaar te wensen. En dat gaat meermaals gepaard met verschillende nieuwjaarsrecepties, feestjes, allerhande. De klassieke vraag is dan ook vaak: "En, wat mogen we jou wensen?" Mijn antwoord dit jaar is: mini-werfjes.
Er borrelt wat bij heel veel mensen. Namelijk een soort van onderhuidse frustratie, gecombineerd met het besef dat een aantal zaken in ons zorgsysteem anders kunnen en moeten. En die mensen doen dat niet om pedant te zijn of om de gepatenteerde ambetanteriken uit te hangen.
Ze doen uit een gevoel dat het moet omdat het beter kan. In het Engels mag je ze 'positive troublemakers' noemen. Mensen die vooruit willen. Die geloven in verandering. Mensen met een realistisch, naïef positivisme.
Maar er is een keerzijde voor die troublemakers. Het systeem veranderen gaat traag, tergend traag, processie-van-Echternach-traag. En dat kan al wel eens wat frustratie creëren. Want 'zij' willen niet vooruit, maar 'wij' wel. Je mag hier zelf invullen wie de zij en de wij zijn, voorbeelden genoeg te vinden.
Dus hoe hou je als troublemaker de energie erin, de schwung, of het oervlaamse woord goesting om te blijven gaan, te blijven trekken, te blijven geloven dat het anders kan? Mijn antwoord is mini-werfjes. Wat zijn de kleine zaken die je wel kan doen? Wat zijn mini-succesjes?
Tuurlijk gaat een organisatie van een paar duizend man een beetje van richting veranderen traag. Tuurlijk verander je de financiering van het zorgsysteem niet op één dag tijd. Maar misschien kan je wel een stap zetten in de richting.
En aan alle negativisten, we zijn met meer dan je denkt! Troublemakers aller lande, verenigt u!