Maandag 11 juni stelde de Hoge Gezondheidsraad haar advies voor over de risico's van alcoholgebruik. "Pas als er voldoende maatschappelijk draagvlak is, zullen politici het aandurven om minder populaire maatregelen te nemen in het belang van de volksgezondheid", zegt prof. verslavingszorg Frieda Matthys, die deel uitmaakte van de werkgroep.
De aanbeveling betreffende de veilige grens van tien eenheden per week om gezondheidsschade te vermijden stuit op weinig weerstand. Er is voldoende wetenschappelijk onderzoek om dit te onderbouwen. Iedereen, ook de alcoholindustrie, pretendeert trouwens om alcoholmisbruik te willen tegengaan.
Tegen de maatregelen die effectief zijn om het alcoholgebruik in de maatschappij te verminderen, is er echter veel meer protest. Nochtans is ook hierover voldoende wetenschappelijk onderzoek. Het bannen van reclame, beperken van het aanbod en verhogen van de prijs zijn drie acties die, als ze samen genomen worden, een aantoonbaar effect hebben op de alcoholconsumptie. Reclame impliceert ook het sponsoren van festivals en sportmanifestaties. Inderdaad, de Pro League en het WK voetbal zijn actuele voorbeelden. Het aanbod beperken kan door de beginleeftijd van 16 naar 18 jaar te brengen, de openingsuren van nachtwinkels te beperken en geen alcohol meer te verkopen in benzinestations. Een combinatie van al deze maatregelen zal het alcoholgebruik doen dalen. Laat dat nu net zijn, wat de alcoholindustrie feitelijk niet wil. Minder consumptie is minder verkoop en minder verkoop is minder winst.
Eigenlijk wordt vooral de alcoholindustrie beschermd en niet de burger
Intussen zijn veel horecazaken, festivals, sportmanifestaties dermate afhankelijk geworden van de alcoholindustrie, dat onze aanbevelingen voor hen een bedreiging vormen. De bierlobby heeft hierdoor een machtspositie veroverd en gebruikt die om alle maatregelen die het drinken van alcohol zouden ontmoedigen, tegen te gaan. Het zal aan de beleidsmakers zijn om hierin beslissingen te nemen. Niet populaire beslissingen waarbij economische motieven tegenover gezondheidsmotieven komen te staan. Er wordt dan geschermd met " we willen niet betuttelen", of " dit bedreigt de werkgelegenheid" tot "iedereen kan wel voor zichzelf beslissen hoeveel hij of zij drinkt" . Eigenlijk wordt vooral de alcoholindustrie beschermd en niet de burger.
En toch evolueert er wat. Zowel bij de horeca als bij de burgers. De idee dat veel drinken stoer is, kalft af . Dronken achter het stuur zitten is not done. Tournée Minérale (een maand zonder alcohol) is twee maal een succes geweest. En wat meer is? De horeca heeft zich creatief getoond en dit initiatief aangegrepen om alcoholvrije alternatieven aan te bieden. Zo hebben ze op een gezonde manier hun omzetcijfer op peil gehouden.
Op die manier ontstaat er stilaan een mentaliteitsverandering. Die hebben de politici nodig. Pas als er voldoende draagvlak is, zullen ze het aandurven om minder populaire maatregelen te nemen in het belang van de volksgezondheid.
De aanbeveling betreffende de veilige grens van tien eenheden per week om gezondheidsschade te vermijden stuit op weinig weerstand. Er is voldoende wetenschappelijk onderzoek om dit te onderbouwen. Iedereen, ook de alcoholindustrie, pretendeert trouwens om alcoholmisbruik te willen tegengaan. Tegen de maatregelen die effectief zijn om het alcoholgebruik in de maatschappij te verminderen, is er echter veel meer protest. Nochtans is ook hierover voldoende wetenschappelijk onderzoek. Het bannen van reclame, beperken van het aanbod en verhogen van de prijs zijn drie acties die, als ze samen genomen worden, een aantoonbaar effect hebben op de alcoholconsumptie. Reclame impliceert ook het sponsoren van festivals en sportmanifestaties. Inderdaad, de Pro League en het WK voetbal zijn actuele voorbeelden. Het aanbod beperken kan door de beginleeftijd van 16 naar 18 jaar te brengen, de openingsuren van nachtwinkels te beperken en geen alcohol meer te verkopen in benzinestations. Een combinatie van al deze maatregelen zal het alcoholgebruik doen dalen. Laat dat nu net zijn, wat de alcoholindustrie feitelijk niet wil. Minder consumptie is minder verkoop en minder verkoop is minder winst.Intussen zijn veel horecazaken, festivals, sportmanifestaties dermate afhankelijk geworden van de alcoholindustrie, dat onze aanbevelingen voor hen een bedreiging vormen. De bierlobby heeft hierdoor een machtspositie veroverd en gebruikt die om alle maatregelen die het drinken van alcohol zouden ontmoedigen, tegen te gaan. Het zal aan de beleidsmakers zijn om hierin beslissingen te nemen. Niet populaire beslissingen waarbij economische motieven tegenover gezondheidsmotieven komen te staan. Er wordt dan geschermd met " we willen niet betuttelen", of " dit bedreigt de werkgelegenheid" tot "iedereen kan wel voor zichzelf beslissen hoeveel hij of zij drinkt" . Eigenlijk wordt vooral de alcoholindustrie beschermd en niet de burger.En toch evolueert er wat. Zowel bij de horeca als bij de burgers. De idee dat veel drinken stoer is, kalft af . Dronken achter het stuur zitten is not done. Tournée Minérale (een maand zonder alcohol) is twee maal een succes geweest. En wat meer is? De horeca heeft zich creatief getoond en dit initiatief aangegrepen om alcoholvrije alternatieven aan te bieden. Zo hebben ze op een gezonde manier hun omzetcijfer op peil gehouden.Op die manier ontstaat er stilaan een mentaliteitsverandering. Die hebben de politici nodig. Pas als er voldoende draagvlak is, zullen ze het aandurven om minder populaire maatregelen te nemen in het belang van de volksgezondheid.