...

Dat er een tekort is aan huisartsen, tandartsen en sommige medische specialismen zoals kinder- en jeugdpsychiatrie, geriatrie enz. is stilaan welbekend. Om die tekorten (een beetje) weg te werken, besliste de bevoegde Vlaamse minister van onderwijs Ben Weyts de quota starters voor de studies geneeskunde en tandheelkunde op te trekken.De federale planningscommissie had eerder het aantal artsen en tandartsen met een Riziv-nummer -en dus met toegang tot curatieve geneeskunde- vastgelegd op slechts 1.104 artsen en 181 tandartsen.Impliceert dit nu dat de Vlaamse regering deze quota naast zich neerlegt en plots de strijd aanbindt met de federale overheid? Dat is allerminst het geval, zo blijkt. "Wij houden", zo luidt het bij Ben Weyts, "bij het vastleggen van deze startquota onder andere rekening met de uitval (het vijfjarig gemiddelde) van studenten tijdens en na de basisopleiding geneeskunde en tandheelkunde. Die uitval is berekend op 12% tijdens bachelor- en masteropleiding." Ondanks het ingangsexamen haalt 12% dus geen masterdiploma arts. Bovendien stroomt 9,66% van de afgestudeerde masters artsen niet door naar een gecontingenteerde vervolgopleiding. Ze doen bijvoorbeeld een manama sportgeneeskunde. Met beide elementen wordt rekening gehouden. En zo bekwam de Vlaamse planningscommissie voor geneeskunde een quotum van 1.389. Daarbij komen nog 35 plaatsen, zijnde de niet-opname van het voorgaande jaar. In totaal kan nu dus een startquotum van 1.424 "gunstig gerangschikte" studenten na de toelatingsproef aan geneeskunde beginnen. Op analoge wijze berekende men ook het startquotum van 218 tandartsen. "Vandaar dat de Vlaamse startquota hoger liggen dan de federale quota," zo luidt het. "Maar de federale quota blijven wel de basis voor de berekening van de Vlaamse startquota." Eigenlijk hoopt de Vlaamse regering dat er met deze methode geen Riziv-nummers meer verloren gaan.Het ontwerp besluit van Ben Weyts moet wel nog naar de Raad van State.