Drie overlegcomités waren er nodig om - op het hoogtepunt van de vierde golf - enige daadkracht te tonen. En dan nog. De minister van Sociale Zaken was ontgoocheld, de huisartsen blijven worstelen met vragen van patiënten, ziekenhuizen en afdelingen voor intensieve zorg liggen (uiteraard nog steeds) overvol en de maatschappij kreunt. Jarenlang bakkeleien politici ook over de vraag of we kerncentrales nu openhouden of niet. Ons land heeft een reputatie inzake loodgieterij. Problemen pakken we pas aan als ze zich stellen.
Langetermijndenken is er niet bij, dat vat het zowat samen. En dan is er het titanenwerk van HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van KU Leuven (blz. 1, 10 en 13). Op 30 jaar tijd voltrok zich in Vlaanderen en een stukje Brussel een heuse revolutie. Geldstromen veranderden fundamenteel van richting. Langdurige, chronische zorg zet qua financiering en tewerkstelling voet naast acute zorg.
Op kousenvoeten veranderde de tanker van richting. Van een groot masterplan is er uiteraard geen sprake
Dat besluit distilleerde het onderzoeks- instituut uit een statistisch imbroglio op alle bestuursniveaus. Dit spoort helemaal niet met wat experten doorgaans aannemen, namelijk dat ons zorgsysteem te veel gericht is op acute zorg. De vergrijzing noopt ons het geweer van schouder te veranderen: er moet ingezet worden op chronische zorg.
En kijk, qua geldstromen voltrok die verandering zich al! Ministers komen, ministers gaan... En toch is er een rode draad. (On)bewust beslisten ze en schoven ze met budgetten. Daardoor veranderde de tanker op kousenvoeten van richting. Van een groot masterplan is er uiteraard geen sprake. Dat zou te on-Belgisch zijn. Eerder is dit 'the invisible hand' toegepast op de overheidswerking.
Benieuwd hoe het er de afgelopen 30 jaar aan toeging over de taalgrens. Leidt het hospitalocentristische Waals-Brusselse zorgsysteem een eigen leven of sluit het eerder aan bij de Vlaamse revolutie?