Op 5 oktober 2024 verscheen er in Het Nieuwsblad een interview met prof. dr. Jan Tack (UZ Leuven) met de titel: "Een maagzweer door stress? Een fabeltje".
Dat kwam me bekend voor. In de vroege jaren negentig leerden we in de cursus Gastro-enterologie: "No Helicobacter, No ulcer" in de plaats van "No Stress, No ulcer".
Sinds de jaren 50 werd stress inderdaad gezien als dé oorzaak van een ulcus. Helicobacter zette dat adagium totaal op zijn kop. Is dit terecht, hoort stress in de "Fabeltjeskrant", of toch weer niet? Een beetje Helicobacter myth-busting is allicht op zijn plaats.
Vele jaren later was het beestje met de flagellen, Helicobacter pylori, de topic van mijn Masterthesis Arbeidsgeneeskunde (2003). In het Poolse Wrocław was het een eer om op de foto te gaan met de Australische (her)ontdekker Barry Marshall. Hij ontving in 2005 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde, samen met Aussie Robin Warren, voor hun baanbrekend onderzoek over H. pylori, maagzweren en maagkanker. Deze erkenning kwam er na vele jaren tegen de stroom in te hebben geroeid: "Acid, No Helicobacter!" Het verhaal van Marshall die een cultuur opat is geen fabeltje; meer nog, het maakte hen wereldberoemd.
Het (her)ontdekken van de maagbacterie drumde de non-infectieuze oorzaken in het verdomhoekje, de agressieve nonsteroidal anti-inflammatory drugs (NSAIDs) en aspirine, en roken buiten beschouwing gelaten (Charpignon C et al., Aliment Pharmacol Ther, 2013). Toch zijn ruw geschat tot 20% van de ulcera idiopathisch van aard.
In de literatuur blijken psychosociale factoren (stress, depressie, angst) gelinkt aan een slecht genezingsproces (Levenstein et al., J Clin Gastroenterol, 1996; Levenstein et al., Clin Gastroenterol Hepatol, 2015). Maar kunnen ze ook een directe oorzaak zijn van het ulcus?
Ruwgeschat zijn tot 20% van de ulcera idiopathisch van aard.
Op het Helicobacter pylori Study Group congres in het Poolse Wrocław stond in de postersectie een Italiaanse onderzoeker naast mij die een studie toelichtte die een link legde tussen de stress van shiftwork en de virulentie van de bacterie (vacA, cagA genen) (Pietroiusti et al., Occup Environ Med, 2006).
Synergie tussen werkstress en H. pylori infectie zorgt voor ernstiger verlopend ziekteproces. Al jaren werd er een associatie geponeerd tussen nachtwerk en maagzweren. Een overzichtsartikel van Knutsson & Bøggild (Scand J Work Environ Health, 2010) besloot dat er bij werknemers die in ploegen werken meer maagzweren voorkomen.
Eind jaren negentig werd in de lessen Huisartsgeneeskunde van em. Prof. dr. Jan De Maeseneer, een tiener die samen met de familie gevlucht was uit Joegoslavisch oorlogsgebied, besproken. Zij had een maagzweer ontwikkeld, een non-Helicobacter ulcus, wat toegeschreven werd aan "extreme stress".
Stressvolle, levensbedreigende periodes werden al in de jaren 80 gelinkt aan ulcera (Peters et al., Gastroenterology, 1983). In Japan werden ulcera beschreven na aardbevingen (Yamanaka K et al., World J Gastroenterol, 2013), vooral in de opvangplaatsen voor gevluchte personen (Kanno T et al., J Gastroenterol, 2015).
Een aanzienlijk probleem is dat stress vaak vaag gedefinieerd wordt in studies. Dat is ook het geval met beroepsgebonden stress, bijvoorbeeld bij shiftwork (Huerta-Franco et al., World J Gastroenterol, 2013).
Recenter kwamen stress en andere psychologische factoren toch weer tevoorschijn als mogelijke veroorzakers van ulcera (Deding, BMC Gastroenterology, 2016). Ernstige stress had, na correctie voor confounding, een significant hoger risico op maagzweren dan de groep met weinig stress (2,24 met betrouwbaarheidsinterval 1,16-4,35).
Er moet dus (opnieuw) een multicausaal model toegepast worden, met biologische én psychosociale componenten.
Oogjes dicht en snaveltjes toe. (Meneer De Uil, Fabeltjeskrant, 1968-1992)