...

Darmfibrose is een ernstige complicatie die vaak voorkomt bij patiënten met de ziekte van Crohn. Bij de behandeling van de ziekte van Crohn wordt doorgaans medicatie ingezet om darmontstekingen te onderdrukken. Maar de ziekte evolueert doorgaans toch met de vorming van bind- en littekenweefsel, wat de darmwanden dikker en stijver maakt. Dat proces staat bekend als darmfibrose. De darmen worden smaller en de doorgang van ontlasting kan ernstig belemmerd worden. Ondanks vooruitgang in de behandeling van chronische ontsteking, kunnen bestaande ontstekingsremmers de ontwikkeling van darmfibrose niet voorkomen. Bij meer dan 70% van de patiënten moet tijdens het ziekteverloop een deel van de darm verwijderd worden, en ongeveer een derde heeft een tweede operatie nodig. Onderzoek in detailOnderzoekers van UZ Leuven en KU Leuven hebben nu enkele mechanismen ontdekt die cruciaal zijn bij de ontwikkeling van darmfibrose. Eerdere studies gebruikten daarbij stalen die tijdens een kijkonderzoek van de darm werden genomen, maar die gaven geen volledig beeld van wat er in de diepere lagen van de darmwand gebeurt. Ditmaal werden stalen gebruikt die de volledige dikte van de darmwand omvatten, van patiënten met verschillende stadia van ontsteking en vernauwingen. Dat stelde de onderzoekers in staat om zowel de immuuncellen als de structurele cellen van de darm grondig te bestuderen.De analyses laten zien dat bepaalde immuuncellen, inflammatoire witte bloedcellen zoals monocyten, een sleutelrol spelen. Zij activeren een specifieke groep weefselcellen, fibroblasten, die bijdragen aan chronische ontsteking en de vorming van overtollige bindweefsel. Het onderzoek wees ook uit dat een bepaald eiwit, TWIST1, een belangrijk doelwit kan zijn voor nieuwe behandelingen. Door het eiwit te 'blokkeren' in experimenten, zagen de onderzoekers minder ophoping van bindweefsel in proefmodellen.De onderzoekers hopen dat de bevindingen van deze studie uiteindelijk zullen leiden tot nieuwe medicijnen die darmfibrose kunnen voorkomen of verminderen.De studie verscheen in het Journal of Clinical Investigation.