De Orde plaatste enkele kanttekeningen bij de vrije artsenkeuze van geïnterneerden in Forensische Psychiatrische Centra, en onderstreept nog eens dat een behandeling van een wilsbekwame patiënt - ook van een geïnterneerde - alleen mogelijk is met zijn toestemming.
...
De keuzevrijheid van geïnterneerde patiënten is in de praktijk beperkt, stelt de Nationale Raad van de Orde vast. DeKamer ter bescherming van de maatschappij beslist autonoom in welk centrum de geïnterneerde geplaatst en behandeld wordt. Voor zijn algemene gezondheid kan de geïnterneerde alleen kiezen voor een behandeling in één van de ziekenhuizen waarmee het FPC een akkoord heeft afgesloten. Als de geïnterneerde advies wil inwinnen van een arts van buiten het FPC, dan moet hij zelf het ereloon betalen. De Orde stelt wel vast dat deze situatie niet uniek is voor de FPC's - de beperking van de keuze voor een instelling en een arts geldt voor alle personen die van hun vrijheid zijn beroofd.ToestemmingHet advies van de Orde buigt zich verder over de toestemming die nodig is voor de behandeling van een patiënt - de Orde heeft het over een "wettelijke en ethische vereiste".De Kamer ter bescherming van de maatschappij beslist niet over de behandeling. Die is het voorwerp van een behandelovereenkomst, die genegotieerd is met de patiënt. (Of met de vertegenwoordiging van de patiënt als die zelf niet in staat is zijn rechten te laten gelden, maar dan moet die nog wel zoveel mogelijk bij de beslissingen betrokken zijn).Om de toestemming van de patiënt te verkrijgen, zal men die meestal proberen te overtuigen. Soms kan men enige drang gebruiken, bijvoorbeeld door de patiënt met drugsverslaving een uitgangsvergunning in het vooruitzicht te stellen als hij toestemt met controle op zijn drugsgebruik.Maar je komt hier al in een grijze zone, vindt de Orde, want de patiënt gaat de maatregel misschien gaandeweg toch ervaren als opgelegd, en zou hierover bij de ombudsman kunnen klagen.DwangKan men de patiënt ook dwingen een bepaalde behandeling te ondergaan? De Orde bracht in 2013 (a143004-R) en 2007 (a117007) al adviezen uit over welke voorwaarden en zorgvuldigheidsnormen er gelden bij een gedwongen behandeling. "De medicatie moet altijd een voordeel hebben voor de geïnterneerde en aansluiten bij de algemeen aanvaarde wetenschappelijke kennis ter zake", stipt de Orde onder meer nog eens aan.Als een patiënt in staat is de informatie over een behandeling te begrijpen en zijn toestemming te overwegen, dan is het uitvoeren van een behandeling waarmee hij niet heeft toegestemd onaanvaardbaar.Een psychotische gedetineerde die dankzij medicatie opnieuw wilsbekwaam is, kan bijvoorbeeld niet gedwongen worden tegen zijn wil de medicatie verder in te nemen, ook al dreigt hij zonder die medicatie weer psychotisch te worden.PatiëntenrechtenDe weigering van een behandeling is geen excuus om iemand dan verder geen kwaliteitsvolle zorg meer te bieden.De wet op de rechten van de patiënt is ook van toepassing op geïnterneerden, onderstreept de Orde. De zogenaamde Basiswet van 12 januari 2005 voorzag aanvankelijk nog in de mogelijkheid hierop eventueel een aantal beperkingen in te bouwen. Maar de wet van 11 juli 2018 'houdende diverse bepalingen in strafzaken' stuurde de Basiswet bij en zet de gelijkwaardigheid van de zorg voor gedetineerden met de rest van de samenleving voorop.