Nochtans lijk je gewapend aan de stiel te beginnen. In je opleiding krijg je een reeks adviezen over afstand-nabijheid. De meeste daarvan had je zelf wel kunnen bedenken. Met stip op één: start geen vriendschappelijke of seksuele relatie met een patiënt. Of, de eigentijdse variant: patiënten hoor je niet als facebookvriend te hebben. Dus, Facebook en Instagram? Nobrainers: verzoek geweigerd, privacy-opties geüpdatet. Tinder is een ander paar mouwen. Ik hoorde laatst een manische patiënt vertellen dat hij mijn bevallige collega naar rechts had geswipet. Licht gênant misschien, haar burgerlijke staat én ietwat onthullende foto's waren op slag gedeeld met de hele afdeling. Fair enough. Het is de tol die je betaalt wanneer je gaat daten via een medium dat nu eenmaal mensen in je directe omgeving zoekt.

Een collega-therapeut staat in de sauna opeens oog in oog met de ouders van een patiënt. Weg ontspanning. Weg werkrelatie?

So far, so good. Maar wat doe je als je iemand tegen het lijf loopt in omstandigheden die in de verste verte niets te maken hebben met de therapie? Het verdient, collega's, aanbeveling om dat vooraf te bespreken met je patiënt. En om drie opties aan te bieden: 1. we doen alsof we elkaar niet kennen; 2. we zeggen goeiedag en gaan elk onze eigen weg; 3. we zeggen goeiedag en malen er niet om met derden te delen op welke wijze we elkaar kennen. Meestal kiezen patiënten optie 1 of 2.

Zaterdagavond, 23u45. Nog eens een weekend zonder wacht, zonder verplichtingen. Heerlijk! Tijd om een stapje te zetten. Enkele stapjes later ... flits! Iemand neemt een foto van me op café. De persoon achter de smartphone draait zich gezwind om. Niet veel later zie ik een patiënt vanop mijn dienst een drankje halen. Ik ben op slag een stuk zelfbewuster. Hoeveel gin-tonics heb ik op? Niet te zot gedanst? Hoe maak ik mijn bijna-lief, GDPR-compliant, duidelijk dat die zich wat mag inhouden?

Dinsdagmiddag, 12u30. Ik ben in goed gezelschap op restaurant. De serveerster lacht me enthousiast toe en kijkt me verdacht lang aan. Is het een kennis uit lang vervlogen tijden? Is staren een weinig ontgonnen flirtmodus? Wat als het een patiënte is die ik ooit heb ontmoet? Bij het afrekenen vertelt ze me dat ze stage liep in het ziekenhuis waar ik werk. Oef... Sociaal aanvaardbaar gedrag: check!

Zondagmiddag, 11u54. Een collega-therapeut staat tijdens een ontspannen dagje sauna opeens oog in oog met de ouders van een patiënt. Ze had de week ervoor een heftig gezinsgesprek gehad. Heel wat opvoedkundig advies had ze gegeven. Daar stond ze dan. Lichaamstaal kreeg plots een heel nieuwe dimensie. Weg ontspanning. Weg werkrelatie?

What are the odds? Maar je hebt het vast al eens meegemaakt. En geef toe: je kan toch moeilijk tijdens een consult afspreken wat je doet wanneer je elkaar naakt tegen het lijf loopt? De kans is trouwens geruststellend groot dat je in de sauna, bij het lezen van elkaars blik, in stille consensus beslist voor optie 1 te kiezen: negeren. En dan blik je tijdens het eerstvolgende consult met humor terug op de situatie. Lach je samen de schaamte weg. Want één iets is zeker: doen alsof je elkaar niet hebt gezien, is geen optie. Tenzij jij graag de Keizer Zonder Kleren bent, natuurlijk!

Nochtans lijk je gewapend aan de stiel te beginnen. In je opleiding krijg je een reeks adviezen over afstand-nabijheid. De meeste daarvan had je zelf wel kunnen bedenken. Met stip op één: start geen vriendschappelijke of seksuele relatie met een patiënt. Of, de eigentijdse variant: patiënten hoor je niet als facebookvriend te hebben. Dus, Facebook en Instagram? Nobrainers: verzoek geweigerd, privacy-opties geüpdatet. Tinder is een ander paar mouwen. Ik hoorde laatst een manische patiënt vertellen dat hij mijn bevallige collega naar rechts had geswipet. Licht gênant misschien, haar burgerlijke staat én ietwat onthullende foto's waren op slag gedeeld met de hele afdeling. Fair enough. Het is de tol die je betaalt wanneer je gaat daten via een medium dat nu eenmaal mensen in je directe omgeving zoekt.So far, so good. Maar wat doe je als je iemand tegen het lijf loopt in omstandigheden die in de verste verte niets te maken hebben met de therapie? Het verdient, collega's, aanbeveling om dat vooraf te bespreken met je patiënt. En om drie opties aan te bieden: 1. we doen alsof we elkaar niet kennen; 2. we zeggen goeiedag en gaan elk onze eigen weg; 3. we zeggen goeiedag en malen er niet om met derden te delen op welke wijze we elkaar kennen. Meestal kiezen patiënten optie 1 of 2. Zaterdagavond, 23u45. Nog eens een weekend zonder wacht, zonder verplichtingen. Heerlijk! Tijd om een stapje te zetten. Enkele stapjes later ... flits! Iemand neemt een foto van me op café. De persoon achter de smartphone draait zich gezwind om. Niet veel later zie ik een patiënt vanop mijn dienst een drankje halen. Ik ben op slag een stuk zelfbewuster. Hoeveel gin-tonics heb ik op? Niet te zot gedanst? Hoe maak ik mijn bijna-lief, GDPR-compliant, duidelijk dat die zich wat mag inhouden? Dinsdagmiddag, 12u30. Ik ben in goed gezelschap op restaurant. De serveerster lacht me enthousiast toe en kijkt me verdacht lang aan. Is het een kennis uit lang vervlogen tijden? Is staren een weinig ontgonnen flirtmodus? Wat als het een patiënte is die ik ooit heb ontmoet? Bij het afrekenen vertelt ze me dat ze stage liep in het ziekenhuis waar ik werk. Oef... Sociaal aanvaardbaar gedrag: check!Zondagmiddag, 11u54. Een collega-therapeut staat tijdens een ontspannen dagje sauna opeens oog in oog met de ouders van een patiënt. Ze had de week ervoor een heftig gezinsgesprek gehad. Heel wat opvoedkundig advies had ze gegeven. Daar stond ze dan. Lichaamstaal kreeg plots een heel nieuwe dimensie. Weg ontspanning. Weg werkrelatie? What are the odds? Maar je hebt het vast al eens meegemaakt. En geef toe: je kan toch moeilijk tijdens een consult afspreken wat je doet wanneer je elkaar naakt tegen het lijf loopt? De kans is trouwens geruststellend groot dat je in de sauna, bij het lezen van elkaars blik, in stille consensus beslist voor optie 1 te kiezen: negeren. En dan blik je tijdens het eerstvolgende consult met humor terug op de situatie. Lach je samen de schaamte weg. Want één iets is zeker: doen alsof je elkaar niet hebt gezien, is geen optie. Tenzij jij graag de Keizer Zonder Kleren bent, natuurlijk!