Wie vandaag psychologische hulp zoekt, is er vaak aan voor de moeite. Het aanbod kan de vraag naar geestelijke gezondheidszorg niet volgen, al heel lang niet. Daar kan nu verandering in komen. De Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid (SGGG) is verheugd met de extra steun voor de gezondheidszorg waarbij ook de geestelijke gezondheidszorg significant wordt bedeeld. Maar daar mag het niet bij blijven.
1.500 extra psychologen kunnen dankzij de injectie van minister Frank Vandenbroucke aan de slag in de eerstelijnszorg om psychische ondersteuning te geven. De injectie komt tegemoet aan een acute nood die de SGGG eerder al aankaartte en verlicht de druk op de eerstelijnszorg en meer bepaald de huisartsen die momenteel overbevraagd zijn.
Aangezien de sector de vraag niet kan bijhouden en mensen met een psychische hulpvraag in wacht worden gezet, is geen doorverwijzing mogelijk. Vandaag zijn patiënten met psychische problemen, getriggerd of verergerd door de druk van de coronapandemie, aangewezen op de hulp van huisartsen die, naast het feit dat ze zich daar niet allemaal competent in voelen, nu al zo overbevraagd zijn dat voor een diepgaander gesprek geen tijd meer is.
De tsunami aan geestelijke hulpvragen was er al voor de coronapandemie. Dus een structurele uitbreiding van het aanbod is essentieel
Voor aanhoudende angst, stress en voor ondersteuning van (ex-)covidpatiënten heeft de geestelijke gezondheidszorg haar nut meer dan bewezen, maar helaas kan zij de vraag niet aan. In een centrum voor geestelijke gezondheidszorg in Antwerpen is de wachttijd momenteel twee jaar! De tsunami aan geestelijke hulpvragen was er al voor de coronapandemie. Dus een structurele uitbreiding van het aanbod is essentieel.
De SGGG hoopt dat de ministers Beke en Vandenbroucke en de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid spoedig zullen overleggen met de sector over de wijze van financiering en zullen bepalen hoe snel de middelen beschikbaar zullen zijn, hoe mobiele teams en zelfstandige psychologen zich kunnen engageren, en ook wat er voor crisisopvang en dus na de eerste lijn nog wordt voorzien.
Een eenzijdige capaciteitsverhoging in de eerste lijn riskeert immers een probleem te veroorzaken in de andere onderdelen van de sector. Geestelijke gezondheidszorg is boven alles een geschakelde zorg.
De leniging van de nood in de eerstelijnsgeestelijke gezondheidszorg is een van de knelpunten die de SGGG in zijn masterplan aankaart. Wij zijn heel blij met deze solide tegemoetkoming die de sector dringend nodig had.
Vandaag zijn patiënten met psychische problemen, getriggerd of verergerd door de druk van de coronapandemie, aangewezen op de hulp van huisartsen die, naast het feit dat ze zich daar niet allemaal competent in voelen, nu al zo overbevraagd zijn dat voor een diepgaander gesprek geen tijd meer is.
We willen de middelen snel kunnen inzetten zodat de extra krachten onmiddellijk aan de slag kunnen, nu de nood in deze crisistijd zo enorm is. Daar blijft het voor ons niet bij. We zullen onze aandacht op nog andere punten uit ons masterplan vestigen, want die zijn er, sommige even acuut.
De SGGG verwoordt de luide roep van de volledige sector om onder meer de wachtlijsten af te bouwen en weg te werken. Veel mensen blijven in de kou staan omdat ze eenvoudigweg niet bij een professionele hulpverlener geraken.
De covid-pandemie heeft het nut van samen- en netwerking op scherp gesteld. Daarom is ook het uitbouwen van netwerken en het afstemmen van de eerstelijnszones, ziekenhuisnetwerken en netwerken geestelijke gezondheidszorg een belangrijke werf zodat geïntegreerde zorg binnen afzienbare tijd realiteit wordt. De volledige Staten-Generaal staat klaar om mee te werken aan de uitrol van dit plan.