De vakantie is weer al even voorbij. Een zonnige vakantie hadden we, die alleen werd overschaduwd door berichten over terrorisme en de dreiging ervan. En dan, bijna letterlijk op een van de heetste dagen van het jaar, de donkere wolk die voor de zon trok toen ik een opiniestuk van Manu Keirse in de kranten las.
...
Middenin het hernieuwde debat over de ouderenzorg en het feit dat er in sommige bejaardeninstellingen nog weinig sprake is van zorg, wist Keirse te vertellen dat het een goed idee zou zijn - en ik citeer letterlijk - "als we minder geld zouden steken in dure behandelingen die niets uithalen op het einde van het leven, dan zou er meer geld overblijven om te investeren in waardevolle ouderenzorg".Gevaarlijk spelIk ken Manu Keirse al heel lang en zijn verdienste om het levenseinde bespreekbaar te maken, is onnoemelijk groot. Daarom is hij net de laatste van wie ik zou verwachten dat hij dat levenseinde gaat verbinden aan financiën die je in één adem al een andere bestemming geeft.Keirse speelt daarmee heel gevaarlijk spel, naast het feit dat er in de medische sector honderdeneen nuttige bestemmingen kunnen aangehaald worden voor geld dat door besparingen vrijkomt. Als we ervoor pleiten om het levenseinde niet te rekken via onnodige behandelingen bij terminaal zieken, dan moeten we dat in de eerste plaats doen uit bezorgdheid voor het comfort van de patiënt. Dan moeten we ervoor zorgen dat het levenseinde nog veel meer bespreekbaar wordt dan vandaag de dag het geval is.MoedNiet alleen bij ouderen, op het moment dat ze beginnen te sukkelen, maar eigenlijk doorheen het hele leven. Want kijkt men vaak vermanend naar de arts die zogezegd het leven onnodig rekt, dan weten we allemaal dat het - zeker bij jongere mensen - vooral de familie is die elk sprankeltje hoop, door wie dan ook gegeven, aangrijpt om ervoor te pleiten 'toch nog iets te proberen'.In een tijdperk waarin we de mond vol hebben over patiëntenrechten en informed consent zouden we moeten benadrukken dat de patiënt ook het recht heeft om alle kanten van een verdere behandeling te vernemen. Dat zijn geen gemakkelijke gesprekken en ze vragen moed van alle partijen.Als we echter willen werken naar een bespreekbaarheid van het levenseinde, van bij het begin tot het einde, dan mogen we dat niet afschuiven op de verantwoordelijkheid van één arts. Dan moet er een mentaliteitsverandering komen waardoor partners, ouders en hun kinderen, broers en zussen, verpleegkundigen, apothekers, kinesisten, artsen... niet langer bang zijn en dit onderwerp halsstarrig vermijden.De drempel moet lager, het onderwerp moet bespreekbaar zijn, er moet over gepraat worden. In die zin is Keirse dan weer wel geslaagd.