Seks en geld zijn twee onderwerpen die de adrenaline doen stijgen. Sinds mei '68 en in de laatste decennia is het eerste, ook dankzij de sociale media, redelijk bespreekbaar geworden. Of tenminste in West Europa. Praten over geld en vooral over je inkomen geeft veel meer gêne.
Er bij anderen naar vragen is indiscreet, ongepaste nieuwsgierigheid. "Vacature" publiceert geregeld gemiddelden van allerlei beroepsgroepen en titelt erbij dat onze nieuwsgierigheid nu eindelijk bevredigd wordt. Vrije beroepen zijn hierin moeilijker te vatten. "Wie heeft daar zaken mee?", is de klassieke reactie.
Als dat inkomen betaald wordt van belastingsgeld, zoals bij artsen het geval is, heeft de bevolking er misschien wel zaken mee en zou transparantie wel fair zijn.
Geld blijkt niet de eerste bekommernis te zijn van studenten geïnteresseerd in psychiatrie
De grote inkomensverschillen tussen de specialismen is reeds vaker geformuleerd en ook historisch uitgelegd. Eigenlijk wordt er al jaren aan herijking gedaan om de intellectuele acten te valoriseren. Psychiaters zijn in als groep al lang niet meer de assepoesters die het vuile werk moeten opknappen en er geen waardering voor krijgen.
Dat er te weinig psychiaters zijn, wordt nogal eens aan het verschil in honorering geweten. Helemaal zal dat niet kloppen. De belangstelling van de studenten geneeskunde voor psychiatrie is groot. Zij formuleren in hun motivatie dikwijls hun interesse voor een totaalbenadering van de patiënt, niet een specialisatie in één onderdeel ervan. Geld blijkt niet hun eerste bekommernis te zijn. Psychiatrie is een aantrekkelijk vak waarin je niet alleen je medische deskundigheid en intellect kan gebruiken maar ook je sociologische en filosofische kennis en je relationele kwaliteiten.
Toch blijft de ongelijke verloning een rol spelen, in de status en de professionele erkenning door bv. andere medisch specialisten. Die ongelijke verloning is er niet alleen tussen de specialismen maar ook binnen eenzelfde specialisme. Psychiaters die in een ziekenhuis werken, verdienen (veel) meer dan diegenen die ambulant werken.
Soms ben ik al de dertigste (!) psychiater die opgebeld wordt
Nochtans beweert de overheid dat ze toewerkt naar ambulantisering van de zorg. Bedden worden bevroren en mobiele teams opgericht. Dat is een zeer mooie evolutie. Maar waar kunnen al die patiënten dan verder gevolgd worden? Zelf moet ik in mijn kleine privé-praktijk wekelijks 5 tot 10 aanmeldingen weigeren. Ik heb geen antwoord op de vraag waar ze dan wel terecht kunnen. Soms ben ik al de dertigste (!) die opgebeld wordt. Veel collega's vertellen mij hetzelfde.
Dus, ja, er is nog steeds een tekort aan psychiaters, vooral op die plaatsen waar ze het minst gehonoreerd worden. En dat is niet in de ziekenhuizen. Die ongelijkheid wegwerken zou de volksgezondheid substantieel verbeteren.
Er bij anderen naar vragen is indiscreet, ongepaste nieuwsgierigheid. "Vacature" publiceert geregeld gemiddelden van allerlei beroepsgroepen en titelt erbij dat onze nieuwsgierigheid nu eindelijk bevredigd wordt. Vrije beroepen zijn hierin moeilijker te vatten. "Wie heeft daar zaken mee?", is de klassieke reactie.Als dat inkomen betaald wordt van belastingsgeld, zoals bij artsen het geval is, heeft de bevolking er misschien wel zaken mee en zou transparantie wel fair zijn. De grote inkomensverschillen tussen de specialismen is reeds vaker geformuleerd en ook historisch uitgelegd. Eigenlijk wordt er al jaren aan herijking gedaan om de intellectuele acten te valoriseren. Psychiaters zijn in als groep al lang niet meer de assepoesters die het vuile werk moeten opknappen en er geen waardering voor krijgen. Dat er te weinig psychiaters zijn, wordt nogal eens aan het verschil in honorering geweten. Helemaal zal dat niet kloppen. De belangstelling van de studenten geneeskunde voor psychiatrie is groot. Zij formuleren in hun motivatie dikwijls hun interesse voor een totaalbenadering van de patiënt, niet een specialisatie in één onderdeel ervan. Geld blijkt niet hun eerste bekommernis te zijn. Psychiatrie is een aantrekkelijk vak waarin je niet alleen je medische deskundigheid en intellect kan gebruiken maar ook je sociologische en filosofische kennis en je relationele kwaliteiten. Toch blijft de ongelijke verloning een rol spelen, in de status en de professionele erkenning door bv. andere medisch specialisten. Die ongelijke verloning is er niet alleen tussen de specialismen maar ook binnen eenzelfde specialisme. Psychiaters die in een ziekenhuis werken, verdienen (veel) meer dan diegenen die ambulant werken.Nochtans beweert de overheid dat ze toewerkt naar ambulantisering van de zorg. Bedden worden bevroren en mobiele teams opgericht. Dat is een zeer mooie evolutie. Maar waar kunnen al die patiënten dan verder gevolgd worden? Zelf moet ik in mijn kleine privé-praktijk wekelijks 5 tot 10 aanmeldingen weigeren. Ik heb geen antwoord op de vraag waar ze dan wel terecht kunnen. Soms ben ik al de dertigste (!) die opgebeld wordt. Veel collega's vertellen mij hetzelfde.Dus, ja, er is nog steeds een tekort aan psychiaters, vooral op die plaatsen waar ze het minst gehonoreerd worden. En dat is niet in de ziekenhuizen. Die ongelijkheid wegwerken zou de volksgezondheid substantieel verbeteren.