Na tien jaar heeft Geneeskunde voor het Volk een nieuwe visietekst. Een van de kernideeën is de oprichting van gemeentelijke 'gezondheidshuizen' voor preventie. "Er zijn veel goede preventie-initiatieven maar vaak ontbreekt de lokale uitwerking."
...
"Een snel veranderende sector als de gezondheidszorg noopt je ertoe om je ideeën regelmatig te vernieuwen. Temeer gezien de covidpandemie enkele zaken op scherp stelde. Denk bijvoorbeeld aan de organisatie van de gezondheidszorg, en het tekort aan verpleegkundigen en andere zorgverleners. De sociale omstandigheden waarin sommige mensen moeten leven en die een impact hebben op de gezondheid. De verwaarlozing van preventie. En ga zo maar door", zegt Janneke Ronse, voorzitster van Geneeskunde voor het Volk (GVHV), dat in België zo'n elf groepspraktijken heeft. Aan de tekst werkten in totaal zo'n 50 medewerkers van GVHV mee. Waar haalden jullie de mosterd voor de gemeentelijke 'gezondheidshuizen' voor preventie? Nadat we problemen vaststelden met het track-and-trace-beleid, zijn we met GVHV al snel overgeschakeld op lokale contactopsporing. Dat werkte zeer goed. Daarop hebben we ons verder in lokale contact tracing verdiept. Zo kwamen we terecht bij Japan. Daar werken ze met lokale preventiehuizen, bemand door vaste medewerkers. Die structuur maakte het mogelijk om snel een goede contactopsporing uit te bouwen, de basis was er al en dus relatief makkelijk om te buigen met het oog op contactopsporing. Dat bracht ons tot de volgende vraag: waarom behouden we de contact tracers niet na afloop van de crisis? In plaats van deze mensen te 'laten gaan', is het veel nuttiger om hen op te leiden tot lokale preventiewerkers - of het bestede budget daar in de toekomst voor te gebruiken. Corona is dan wel gaan liggen, maar vandaag zijn er nog epidemieën die dringend onze aandacht vragen zoals obesitas, puffergebruik, psychische problemen... In feite is het onlogisch dat we alleen preventief te werk gaan voor corona en niet voor deze andere aandoeningen. Het is niet zo dat er in ons land geen acties voor preventie worden ondernomen. Gezond Leven in Vlaanderen, om maar één voorbeeld te geven, ontwikkelt heel goed uitgebouwde campagnes. Maar de gemeenschappelijke factor in alle bestaande initiatieven is dat de lokale verankering vaak ontbreekt. Zorgverleners worden wel betrokken, maar zij hebben zelf de handen vol. Om dan zelf nog structuren uit te bouwen en contacten te leggen in hun omgeving, dat is er doorgaans te veel aan. Hoe werkt zo'n preventiehuis? Een belangrijke poot is netwerking met en tussen lokale zorgverleners, welzijnswerkers, diensten, scholen, buurthuizen,... om de lokale noden op te sporen en te leren kennen. Een ander groot deel is gericht op het operationele, met andere woorden concrete acties om de noden in de praktijk daadwerkelijk in te vullen. Een voorbeeld van die wisselwerking tussen beide 'poten' is dat preventiewerkers samen met een school overleggen hoe leerlingen gezonde voedingspatronen en eetgewoonten bij te brengen nadat in een bepaalde wijk veel gevallen van obesitas zijn vastgesteld. Organiseert men acties op school? Elders? Het komt er met andere woorden op aan om op maat te werken. Kan men vrij het preventiehuis binnenstappen?Dat moet zeker kunnen. In die context is het vooral belangrijk om de persoon in kwestie goed te kunnen verwijzen: welke zorgverlener of dienst heeft hij of zij nodig?Wie zijn de lokale preventiewerkers? Voor onze lokale contact tracing hebben we vrijwilligers ingeschakeld. Zij kennen de buurt, weten wat er leeft, bekijken situaties door de bril van patiënt. Een aantal onder hen hebben we later in onze praktijken ingeschakeld om de griepvaccinatie op te krikken. In een gezondheidshuis werkt een gezonde mix van vrijwilligers, die een korte opleiding krijgen, en vaste medewerkers met een medische achtergrond. In elke gemeente een preventiehuis. Is dat - financieel - haalbaar? Ons voorstel is om te beginnen met één gezondheidshuis per eerstelijnszone, wat neerkomt op ongeveer 100.000 inwoners. In Vlaanderen zou het dus gaan over 60 preventiehuizen, in heel België over ruim 100. Tijdens de piek van de crisis waren er 1.000 contact tracers aan het werk, stel dat we per zone vijf van hen of preventiewerkers zouden aanstellen, dan kan dat al een heel verschil maken. Hoe komen preventiewerkers te weten wat er leeft in een wijk of gemeente?Door lokaal in dialoog te gaan met de verschillende zorg- en hulpverleners, door te zijn waar zij zijn en overlegmomenten bij te wonen. Of, door ze samen te roepen. Heel concreet bijvoorbeeld door huisartsenpraktijken te bezoeken en te vragen welke problemen en noden zij detecteren bij hun patiënten.Het vraagt veel voorbereiding voor men effectief van start kan gaan met concrete acties. Dat klopt, het uitbouwen van een netwerk en met iedereen in dialoog gaan vraagt tijd. Dat is ook een proces. Die 500 preventiewerkers moeten er allemaal niet meteen zijn, maar het is wel duidelijk dat er mensen nodig zijn om een lokaal preventiebeleid te kunnen realiseren. Het volstaat niet om te vertrekken op basis van het lokale zorg- en hulpverleningaanbod met slechts één coördinator, zoals nu soms het geval is. Geneeskunde voor het Volk wil zelf alvast een preventiecentrum opstarten. Zoals met de lokale contactopsporing willen we aan de beleidsmakers tonen: het is mogelijk zolang je eraan wil beginnen. Waar dat eerste gezondheidshuis zal komen, daar zijn we nog niet uit. In een van de elf regio's waar we actief zijn. Voor de duidelijkheid: we willen dit niet monopoliseren als GVHV, maar het in nauwe verbinding doen met andere actoren. We willen trouwens ook monitoren welke effecten de preventiehuizen hebben. Daar- over gaan we te raad bij academici. De bedoeling is om binnen het jaar operationeel te zijn. Doen wat we zeggen, daarvoor staat Geneeskunde voor het Volk gekend en dat willen we ook nu weer doen.