...

Begin deze week verspreidde de Universiteit Antwerpen een persbericht waarin de diabeteszorg in 66 Vlaamse praktijken vergeleken werd. De studie in extenso vindt u hier. Forfaitaire multidisciplinaire praktijken zouden het beste scoren, was het besluit en dat zorgde voor een twitterrelletje onder huisartsen. Om te beginnen over de methodologie. Huisarts Stijn Geysenbergh (VAS), een gezaghebbende stem op twitter, merkt op dat het onderzoek 66 praktijken includeert. Random gekozen in drie regio's met evenveel solowerkende huisartsen als groepspraktijken in de prestatiebetaling als forfaitaire groepspraktijken. De responsgraad verschilt sterk, merkt Geysenbergh op.Hoofonderzoeker dokter Katrien Danhieux, eveneens actief op twitter, ziet het probleem niet. "Er namen 30 monodisciplinaire 'honorariumpraktijken' deel, waarvan 16 solo, naast 19 multidisciplinaire honorariumpraktijken en 17 forfaitaire praktijken. Ik moest meer monodisciplinaire praktijken opbellen voor ik er genoeg had," legt Danhieux uit.Al blijft Stijn Geysenbergh zich wel afvragen hoe je statistisch betrouwaar een groepseffect kan meten als de grootte van de subgroepen niet overeenkomt met de realiteit van het terrein." Waarop Danhieux: "Statistisch heb je het meeste power als je van de verschillende groepen evenveel participanten zoekt." Verder stelt Geysenbergh vast dat de studie enkel gebruik maakt van de Assessment of chronic illness Care (ACIC). "Maar dit is een maat voor het conformeren aan richtlijnen. Nergens meet men relevante parameters zoals HbA1c, mortaliteit of morbiditeit," zegt Geysenbergh. Danhieux is het daarmee eens maar verwijst naar vervolgonderzoek dat nog gepubliceerd moet worden. "Wel zien we in de preliminaire analyses al dat ACIC sterk gerelateerd is met HbA1c", stelt ze. "In andere onderzoeken heeft ACIC bewezen dat als praktijken het chronic care model implementeren ze wel degelijk ook beter scoren op parameters zoals HbA1c," zo luidt het.Toch is de methodologie voor dokter Geysenbergh en voor verschillende twitterende huisartsen niet het belangrijkste probleem. Het probleem is dat "men wetenschap instrumentaliseert voor beleidsdoeleinden. Men gebruikt een studie om een ideologische agenda door te drukken," vindt Geysenbergh. Dat eerste auteur van het onderzoek Katrien Danhieux in een wijkgezondheidscentrum werkt, komt de geloofwaardigheid niet ten goede, menen de kritikasters op twitter.Verschillende huisartsen onder hen denken trouwens dat het geen toeval is dat de studie nu gepubliceerd wordt, net op het moment dat minister Vandenbroucke zijn plannen voor een New Deal in de huisartsgeneeskunde lanceert.Tot slot is er volgens dokter Geysenbergh tot op heden geen enkele studie verschenen die aantoont dat de praktijkvorm bepalend is voor de kwaliteit van zorg.