Huisartsen zijn goed geplaatst om voedingsproblemen tijdig te herkennen en om de patiënt te informeren en aan te zetten tot een gezondere eet- en leefstijl. Voor een meer grondige en gestructureerde aanpak is samenwerking met een diëtist evenwel aangewezen.
...
Het hoeft geen betoog dat steeds meer mensen zich bewust worden van het belang van gezonde voeding. Wat dat precies inhoudt, daarover bestaat nogal wat verwarring. De algemene media en andere kanalen overspoelen de bevolking vaak met verwarrende en soms ronduit foutieve voedingsadviezen.De meeste mensen beschouwen hun huisarts gelukkig wel als een betrouwbare informatiebron over voeding. Doorgaans volgen de patiënten hun voedingsadviezen ook wel op. En vaak zijn huisartsen het eerste (para)medische contact om voedingsproblemen te herkennen en bespreekbaar te maken. De huisartsgeneeskunde heeft echter beperkingen. Huisartsen zijn medische experts, geen specialisten in voedings- en dieetadvies. Doorgaans ontbreekt ook de tijd en de specifieke kennis om patiënten gedegen te begeleiden.Om al die redenen is een goede samenwerking tussen huisartsen en diëtisten cruciaal. Dat gaat uiteraard in de twee richtingen. Een sterk punt van de diëtist daarbij is dat hij advies op maat kan geven. Dat is belangrijk, het is de beste garantie op een duurzaam resultaat.In ziekenhuizen worden overlegmomenten tussen zorgverleners op een structurele manier ingebouwd. Dat bevordert de samenwerking. In de eerste lijn is dat nog niet vanzelfsprekend. Wel trachtten initiatieven zoals de zorgtrajecten diabetes en chronische nierinsufficiëntie samenwerking te bevorderen.Een goede basis voor een gezonde professionele relatie tussen huisartsen en diëtisten is het kennismakingsgesprek. Dat kan drempelverlagend werken. Tijdens de discussie kan de diëtist zijn manier van werken, zijn visie en competenties toelichten. Daarbij is het goed om weten dat diëtisten zowel voedingsadvies kunnen geven aan gezonde mensen als dieetadviezen bij medische aandoeningen. In de praktijk specialiseren heel wat diëtisten in een bepaalde problematiek of doelgroep. Een optimale samenwerking vereist dat diëtisten transparant zijn over hun competenties en dat huisartsen hiervan op de hoogte zijn.In principe verwijst de behandelende arts de patiënt door naar de diëtist. De verwijsbrief bevat alle mogelijke relevante gegevens - diagnose, klachten enz. Huisartsen kunnen patiënten doorverwijzen voor voedingsgerelateerde aandoeningen (obesitas, diabetes, harten vaatziekten, allergieën...) of bij aanwezigheid van belangrijke risicofactoren hiervoor. Verder wordt best doorverwezen bij voedingsproblemen ten gevolge van medische behandelingen - chemo- of radiotherapie bijvoorbeeld - of chirurgische ingrepen. Ondervoeding, eetstoornissen, een gebrek aan kennis over gezonde voeding en/of een gebrek aan vaardigheden om gezond en lekker te eten kunnen evenzoveel redenen zijn om door te verwijzen.Het helpt natuurlijk indien de huisarts de patiënt al tijdens de raadpleging kan doen inzien dat zijn eet- en leefstijl het ziektebeeld beïnvloeden. Belangrijk is ook dat middels duidelijke afspraken en regelmatige communicatie de behandeldoelen en het behandelplan goed op elkaar worden afgestemd. Op die manier behoudt de huisarts het overzicht over de totale therapie en heeft hij zicht op de compliantie van de patiënt inzake voeding en de eventuele problemen die zich hierbij voordoen.