Zij organiseren korte observatiestages in andere Europese landen om zo een kennisoverdracht te krijgen tussen verschillende culturen en gezondheidsorganisaties. Enthousiast over dit idee, koos ik de mooie stad Lissabon als bestemming en werd ik aanvaard voor een stage van twee weken op een afdeling forensische psychiatrie.

Dat begon al mooi met het eigenlijk kunnen verstaan van Portugees. Een basiscursus enkele jaren geleden veranderde me verrassend genoeg niet in een vlot babbelende native en dus moest ik me behelpen met het halvelings opvangen van woorden en de geregelde vertalingen van enkele mede-assistenten. Geen probleem, gelukkig, want iedereen was erg behulpzaam en ook de patiënten spraken geregeld wel eens Engels (of Frans!).

Het viel me ook meteen op hoe gemoedelijk de sfeer was in vergelijking met onze diensten. Zelfs op een forensisch psychiatrische dienst zitten artsen en patiënten gezellig samen een tasje koffie te drinken om even te praten over de laatste voetbalmatch of het eiland waar ze vandaan komen. Tussendoor gezegd ook het enige ziekenhuis dat ik al ben tegengekomen waar daadwerkelijk degelijke koffie te verkrijgen is.

Dokters worden er ook standaard met de voornaam aangesproken, nog iets dat hier enkel in de kinderpsychiatrie gezien wordt, en de drempel lijkt veel lager om artsen aan te spreken, zowel voor patiënten als voor andere zorgverleners. Er kwam zelfs een keer een arts van een ander ziekenhuis langs op de afdeling om een patiënt te onderzoeken!

Met een respectvolle basishouding komen we toch veel verder in het leven

Wat ik daar zo fijn aan vind, is dat zulke artsen zich niet bezighouden met het hiërarchische gevoel dat in veel ziekenhuizen in België nog wel hangt. Artsen die enkel met "dokter" aangesproken willen worden, of die een patiënt het gevoel kunnen geven dat hun consult van 10 minuten een absoluut privilege is. Gelukkig zijn we meer en meer van dit soort houdingen aan het afstappen, maar het kan niet ontkend worden dat het nog steeds leeft in de zorgverlening.

Natuurlijk is een duidelijke rolverdeling wel erg belangrijk. Een arts is tenslotte vaak de persoon waar mensen naar kijken om beslissingen te maken en om de therapie in te stellen of te coördineren. Maar daarvoor worden we dan ook betaald. En dan mag de patiënt wel verwachten dat we ook tijd steken in hun zorg. Rechten van de patiënt buiten beschouwing gelaten, we blijven allemaal mensen.

Met een respectvolle basishouding komen we toch veel verder in het leven, denk ik dan. Hoewel dat respect vaak wat zoek lijkt te zijn naar mijn gevoel. Dat gevoel wordt helaas alleen maar versterkt door recente verkiezingsresultaten.

Maar het doet niemand goed om je te verliezen in moedeloosheid. We kunnen alleen maar proberen bij onszelf te beginnen en te doen wat goed voelt. Ik weet in elk geval dat ik de Portugese attitude mee zal pakken naar mijn eigen praktijk en ik ben dankbaar voor de ervaring die ik daar heb opgedaan en de mensen die ik heb leren kennen.

Zij organiseren korte observatiestages in andere Europese landen om zo een kennisoverdracht te krijgen tussen verschillende culturen en gezondheidsorganisaties. Enthousiast over dit idee, koos ik de mooie stad Lissabon als bestemming en werd ik aanvaard voor een stage van twee weken op een afdeling forensische psychiatrie.Dat begon al mooi met het eigenlijk kunnen verstaan van Portugees. Een basiscursus enkele jaren geleden veranderde me verrassend genoeg niet in een vlot babbelende native en dus moest ik me behelpen met het halvelings opvangen van woorden en de geregelde vertalingen van enkele mede-assistenten. Geen probleem, gelukkig, want iedereen was erg behulpzaam en ook de patiënten spraken geregeld wel eens Engels (of Frans!).Het viel me ook meteen op hoe gemoedelijk de sfeer was in vergelijking met onze diensten. Zelfs op een forensisch psychiatrische dienst zitten artsen en patiënten gezellig samen een tasje koffie te drinken om even te praten over de laatste voetbalmatch of het eiland waar ze vandaan komen. Tussendoor gezegd ook het enige ziekenhuis dat ik al ben tegengekomen waar daadwerkelijk degelijke koffie te verkrijgen is.Dokters worden er ook standaard met de voornaam aangesproken, nog iets dat hier enkel in de kinderpsychiatrie gezien wordt, en de drempel lijkt veel lager om artsen aan te spreken, zowel voor patiënten als voor andere zorgverleners. Er kwam zelfs een keer een arts van een ander ziekenhuis langs op de afdeling om een patiënt te onderzoeken! Wat ik daar zo fijn aan vind, is dat zulke artsen zich niet bezighouden met het hiërarchische gevoel dat in veel ziekenhuizen in België nog wel hangt. Artsen die enkel met "dokter" aangesproken willen worden, of die een patiënt het gevoel kunnen geven dat hun consult van 10 minuten een absoluut privilege is. Gelukkig zijn we meer en meer van dit soort houdingen aan het afstappen, maar het kan niet ontkend worden dat het nog steeds leeft in de zorgverlening.Natuurlijk is een duidelijke rolverdeling wel erg belangrijk. Een arts is tenslotte vaak de persoon waar mensen naar kijken om beslissingen te maken en om de therapie in te stellen of te coördineren. Maar daarvoor worden we dan ook betaald. En dan mag de patiënt wel verwachten dat we ook tijd steken in hun zorg. Rechten van de patiënt buiten beschouwing gelaten, we blijven allemaal mensen.Met een respectvolle basishouding komen we toch veel verder in het leven, denk ik dan. Hoewel dat respect vaak wat zoek lijkt te zijn naar mijn gevoel. Dat gevoel wordt helaas alleen maar versterkt door recente verkiezingsresultaten. Maar het doet niemand goed om je te verliezen in moedeloosheid. We kunnen alleen maar proberen bij onszelf te beginnen en te doen wat goed voelt. Ik weet in elk geval dat ik de Portugese attitude mee zal pakken naar mijn eigen praktijk en ik ben dankbaar voor de ervaring die ik daar heb opgedaan en de mensen die ik heb leren kennen.