...

In de commissie Werk en Sociale Zaken van het federale parlement bevroeg Frieda Gijbels (N-VA) de minister van Werk, Economie en Consumenten Nathalie Muylle (CD&V) over de arbeidsomstandigheden van assistenten in de Belgische ziekenhuizen. Muylle ondernam een verdienstelijke poging om de vragen te beantwoorden.Ze herinnerde in eerste instantie aan de modaliteiten van de wet van 12 december 2010 op de arbeidsduur. Een werkweek van een ASO mag gemiddeld 48 uur duren. Op voorwaarde dat er een apart, individueel en schriftelijk akkoord bestaat, kunnen daar twaalf uren bijkomen. In principe houdt de werkgever de dagelijkse prestaties - identiteit en aantal uren - (elektronisch) bij in een register. Op straffe van een geldboete.In de praktijk, zo gaf Muylle toe, zijn er geen cijfers over het aantal uren dat een ASO gemiddeld per week werkt. De ziekenhuizen zijn immers niet verplicht hierover gegevens te bezorgen aan de FOD WASO (Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg). Voor ASO's hoeven ze ook aan de RSZ geen aantal uren op te geven. Wel kunnen artsen gecontroleerd worden door de arbeidsinspectie. Toch zijn er geen specifieke cijfers voor artsen in opleiding.In 2017 en 2018 kregen 26 ziekenhuizen de arbeidsinspectie over de vloer. De controles gingen echter over de arbeidsduur van alle werknemers. Muylle voegde eraan toe dat "de arbeidsinspectie weinig tot geen klachten ontvangen had over ASO's." Ze kondigde wel 'verdere' controles aan om een correcte toepassing van de wet af te dwingen. "Bij mijn weten voerde de overheid geen audits uit over de arbeidsduur van artsen-specialisten in opleiding", aldus nog de minister.Waarvan akte. Een decennium lang controleerde men dus niets. De minister zegt zich wel bewust te zijn van de situatie in het veld. "Een arts is vaak ook verbonden aan de universiteit en het gaat om heel specifieke disciplines waar het aantal opleiders en plaatsen heel klein is. Daardoor zal men niet snel geneigd zijn om dingen aanhangig te maken", stelt Nathalie Muylle. Ze suggereerde dat het Parlement en een volgende regering het statuut van de artsen-specialisten globaal moeten herbekijken.Frieda Gijbels beaamde tot slot dat het probleem inderdaad ligt in de ongelijke verhouding tussen opleider, werkgever en student. "Misschien moeten we nadenken over een onafhankelijk meldpunt waar klachten anoniem kunnen gemeld worden", besloot het N-VA-parlementslid.