...

Ten eerste omdat huisartsgeneeskunde alles is wat ziekenhuisgeneeskunde niet is. Diagnostische landschappen, red flags, actiedrempels, omgaan met laagprevalentie en onzekerheid, het zijn maar enkele kernwoorden die het dagdagelijkse werk van de huisarts uitmaken. De ziekenhuisomgeving stimuleert een meer technische, vakspecifieke context. Niet alleen in de dagelijkse praktijk, ook tijdens de wachtdienst. Ten tweede omdat een dergelijke hervorming het hospitalocentrisme in de hand zal werken. De onderliggende boodschap van het beleid is dat je van het ogenblik dat een probleem acuut wordt, je naar het ziekenhuis moet, waar na triage ofwel een huisartswachtarts, ofwel een spoedarts het beleid zal bepalen. Nergens is dan nog sprake van de vaste, GMD-houdende huisarts in het acute verhaal. Nochtans kent hij/zij de patiënt het best. Gevolg is dat de vaste GMD-houdende huisarts op den duur de notaris wordt van de chronische zorg van de patiënt (die dan nog door anderen in het veld wordt uitgerold). Waarom zou je op pakweg dinsdagnamiddag nog je huisarts contacteren met een bronchitis als je à la minute na triage op de huisartsenpost terecht kan. Als men daar naartoe wil, dat men het dan zegge (dan hebben we nog tijd om te verhuizen...). Ten derde omdat de organisatie van de wacht een exclusieve bevoegdheid is van de huisartsenkringen en we als vrije beroeper die overheidsbemoeienis niet hoeven te pikken. Welke noden er zijn is toch per regio verschillend? Dat Bvas op de barricaden staat, apprecieer ik ten zeerste. Nu de rest nog. Een goede samenwerking tussen huisartsenkringen en hun wachtdiensten enerzijds, en spoeddiensten anderzijds, is evident noodzakelijk en voor verbetering vatbaar. Projecten als 1733 verdienen een kans. Maar een opgelegde integratie en 24u-permanentie van overheidswege raakt een gevoelige snaar. Misschien zijn we in dat geval ook niet meer zo 'fit to work'.