Hoe beheert een land de gezondheidsgegevens van zijn inwoners om hun gezondheid te bevorderen, en zijn gezondheidszorgsysteem te optimaliseren? Hoe robuust is de gebruikte technologie? In hoeverre zit een veilige 'digitale gezondheid' al ingebakken in de cultuur van het land en zijn beleidsmakers?
...
Health at a glance is een jaarlijks rapport waarin de Oeso de indicatoren in de lidstaten analyseert op het vlak van de gezondheid, risicofactoren, het gezondheidszorgsysteem, de toegang tot de gezondheidszorg, enzovoort. In het rapport voor 2023 bekijkt de Oeso voor het eerst de digital health readiness. Het splitst deze brede blik op de digitale gezondheid op in vier subdomeinen: de kwaliteit en de beschikbaarheid van de gegevens (data). Het gebruik dat van de gegevens gemaakt wordt - primair in de zorg zelf, maar ook secundair om het beleid te onderbouwen, (innoverend) onderzoek uit te voeren en opduikende problemen te detecteren (analytics). Hierbij hoort ook het gebruik van artificiële intelligentie, en het beheer van de risico's daarvan. Er is vervolgens het beheer van de technologie - interoperabiliteit, de architectuur, de beveiliging (technology). En ten slotte het bestuur, de financiering, de aanwezige kennis en de 'geletterdheid' van bevolking, de participatie van de verschillende partners in de digitale ontwikkelingen (human factors).Er zijn in elk van deze vier domeinen tal van elementen die voor de ontwikkeling van indicatoren in aanmerking komen. Maar dat werk staat nog in de kinderschoenen. Voor een eerste verkenning van het terrein maakt de Oeso als indicatoren gebruik van recente studies over verschillende domeinen die het zelf verrichte, maar ook van 'proxies'. Die laatste zijn onderzoeken van andere organisaties die niet altijd specifiek gingen over het gezondheidszorgsysteem. Het wordt dringend tijd om van goede indicatoren werk te maken, zegt de Oeso. Al moet verder onderzoek dat nog onomstotelijk aantonen, er zijn toch wel al wat aanwijzingen dat een performante e-health determinerend is voor gezondheidsuitkomsten.Voor elk van de vier domeinen selecteerde de Oeso drie indicatoren. België scoort goed op 3 van de in totaal 12 indicatoren. Vergelijk dat met Denemarken, dat er als beste land uitkomt met 7 indicatoren waarop het uitstekend scoort. Andere koplopers zijn Finland, Zuid-Korea, Zweden, Japan, de VS en Nederland (nog vijf uitstekende scores voor onze noorderburen). Waar België het zeer goed doet, is op het vlak van de interoperabiliteit in het domein van het databeheer. Het krijgt die goede punten van de Oeso omdat het de internationale standaard HL7-FHIR aangenomen heeft om de uitwisselbaarheid van gegevens te verzekeren bij het ontwikkelen van interfaces tussen toepassingen. Verder krijgt ons land wat betreft 'robuuste technologie' een bonus omdat het een systeem heeft van certificering van producenten - denk aan de validatie van softwarepakketten voor zorgverleners. Ten slotte is het een pluspunt dat België een strategie heeft opgesteld voor de verdere ontplooiing van digitale gezondheid. Niet minder dan 35 lidstaten scoren op dit punt evenwel positief.België heeft volgens Oeso nog heel wat werk voor de boeg wat betreft digitale gezondheid en digitale paraatheid. De directe beschikbaarheid van gegevens voor de zorg, en het hergebruik van data voor onderzoek en beleidsdoeleinden kan een stuk beter. In de implementatie van een Oeso-aanbeveling hierover ('Health Data Governance for the Digital Age') komt België op plaats 17 in een lijst van 22 lidstaten. Wel heeft België voor het beheer van de data al goede procedures ontwikkeld. In hetzelfde onderzoek komt België op plaats 5 als het 'governance' van data betreft (training van data protection officers, overeenkomsten tussen instanties en instellingen over het delen van gegevens, pseudonimisering,...). Belgische burgers krijgen zelf toegang tot een deel van hun gezondheidsgegevens maar niet tot alles, oordeelt de Oeso, zoals zou moeten.De Oeso ging ook na hoe ver de overheid in 31 lidstaten al staat met de 'digitale transformatie': zijn overheidsprocedures en communicatiekanalen 'digital by design', staat het gebruik van data en de 'openheid' ervan centraal in de werking van de overheid, staat de burger centraal in de digitale ontwikkelingen, ...? België zit in de staart op een lijst van een 30-tal landen, op plaats 24. Niet veel beter doet België het in de Digital Citizens Engagement Index van de Wereldbank - de mate waarin de overheid op digitale platforms met de burgers in gesprek treedt en over de performantie van haar diensten communiceert - het zit hier op plaats 23 in een lijst van 38 landen. België heeft (voor de gezondheidszorg) nog geen nationale strategie gerapporteerd inzake digitale veiligheid en scoort bijvoorbeeld voor een cultuur van cybersecurity suboptimaal. De Belg scoort maar zeer gemiddeld als het op digitale vaardigheden aankomt (deze score neemt het Oeso over van de International Labour Association).De accuraatheid van sommige indicatoren is misschien betwistbaar, en de gegevens waarop de Oeso zich baseert zijn niet altijd zeer recent. Maar de boodschap is toch onmiskenbaar: er is voor België een hele weg af te leggen.